Bouw sporthal kan van start

Op dinsdag 29 januari heb ik namens de gemeente Huizen het contract mogen tekenen voor de nieuwbouw van de sporthal op de Wolfskamer en de verenigingsaccommodatie voor voetbalvereniging s.v. Huizen. Namens bouwbedrijf Vaessen ondertekende de directeur, de heer Tom Haagmans. Naast mij op de foto zit Liesbeth Schoppen, projectleider van de gemeente Huizen. Naast Tom Haagmans zit Hans de Bruijn, teamleider afdeling financiën.

  

Niet te zien op de foto, maar wel aanwezig, waren de andere leden van het projectteam (behalve Bram Veerman, die vanwege vakantie afwezig was), die dit mooie project helemaal hebben voorbereid. 

Het complete projectteam bestond uit: Bram Veerman (coördinatie bouwteam), Harry Loman (civiele ondersteuning, aanleg parkeerplaatsen),  Frans Elbers (aanleg velden en coördinatie van tal van uitvoerende zaken met de verenigingen), Hans de Bruijn (financiën), Theo Vijfhuize (namens het sportplatform) en Koos Drooger (namens SV Huizen).

Het projectteam werd tijdens de bijeenkomst door mij geprezen voor de bijzonder goede en enthousiaste wijze waarop tot nu toe is samengewerkt. Ieder lid van het projectteam heeft zijn eigen expertise maximaal ingezet in het projectteam. Dit is vooral de verdienste van Liesbeth Schoppen, die als projectleider voortdurend heeft gezorgd voor een goede communicatie tussen alle betrokkenen. Liesbeth werd met raad en daad terzijde gestaan door Piet de Koning, die als extern adviseur alle noodzakelijke specialistische kennis kon inbrengen.  

Ook de rol van Piet de Groot, directeur RO, verdient een groot compliment. In de politieke keuzes die gemaakt moesten worden rond de situering van de nieuwe sporthal op de plaats van de accommodatie van SV Huizen heeft hij een cruciale rol gespeeld tussen bestuur en ambtelijke organisatie en hij heeft vervolgens ook regelmatig de onderhandelingen met betrokken partijen vlot getrokken. Daarmee heeft hij de vaart in het proces weten te houden.

SV Huizen was vertegenwoordigd door Koos Drooger en Wim Boor, die de technische ondersteuning doet. Hoewel de periode tot aan de nieuwbouw van de leden van SV Huizen behoorlijk wat creativiteit zal vergen, is de stemming bij de vereniging over de nieuwbouw over het algemeen erg positief. Men ziet uit naar de realisatie van een mooie nieuwe accommodatie.  

Theo Vijfhuize was aangeschoven namens de sportverenigingen. De sporthal zal vooral gebruikt worden door de basketbalvereniging en de hockeyclub (hoofdgebruikers) en overdag door de Mulock Houwerschool, maar door de komst van de sporthal ontstaat ook heel veel ruimte voor verenigingen die nu in de knel zitten, zoals de volleybalvereniging (zij krijgen door het vertrek van de basketballers meer ruimte in de Huizermaat) en de korfbalvereniging (zij krijgen door de ruimte van de volleybalvereniging in de Huizermaat weer wat meer ruimte in de Meent). Al die verenigingen, inclusief de beide betrokken voetbalverenigingen en de skiclub Wolfskamer, hebben allemaal verschillende belangen bij de bouw van de sporthal. En hoewel natuurlijk nooit iedereen alles kan krijgen, heeft Theo vanuit het sportplatform al die belangen uitstekend gediend.

Naast directeur Tom Haagmans waren namens Vaassen ook de projectdirecteur John van Meel en de projectleider Ronald de Bruijn aanwezig. Tom Haagmans merkte op dat dit het derde project voor Vaassen wordt in Huizen, na de bouw van de sporthal de Meent en de renovatie van zwembad Sijsjesberg. Dit project vond hij extra leuk, omdat het bedrijf ook het ontwerp heeft mogen maken. Het bedrijf is nu helemaal klaar voor de start van de bouw.

Na de ondertekening werd een toast uitgebracht op de bouw van de sporthal en de verenigingsaccommodatie. Een feestelijk moment, met blije gezichten. Nu gaat het échte werk beginnen. De sporthal wordt gebouwd op de plek van de huidige kantine en kleedkamers van voetbalclub s.v. Huizen. De huidige accommodatie van SV Huizen wordt dus gesloopt, maar daarvoor zal natuurlijk wel een tijdelijke accommodatie in de plaats komen. In mei start de nieuwbouw. Het is de bedoeling dat de sporthal uiterlijk augustus 2014 wordt opgeleverd.

 

Huizen niet akkoord met financieel onderhandelingsresultaat VNG

In de afgelopen week hebben we als College van Huizen besloten om niet akkoord te gaan met het bereikte onderhandelaarsakkoord tussen VNG, IPO en de Unie van Waterschappen met een kabinetsdelegatie van de ministers Dijsselbloem, Plasterk en staatssecretaris Weekers. In het navolgende citeer ik uit de argumentatie hiervoor in het collegevoorstel. 

Voor gemeenten, provincies en waterschappen spelen momenteel drie financiële dossiers welke stuk voor stuk van grote invloed zijn op de (financiële) huishouding van genoemde medeoverheden. Het gaat hierbij om de wet houdbare overheidsfinanciën het schatkistbankieren  en het BTW compensatiefonds.

Tussen vertegenwoordigers van de rijksoverheid en de genoemde medeoverheden is nu een onderhandelaarsakkoord  bereikt. De VNG spreekt over een akkoord  over de financiën van de decentrale overheden in deze kabinetsperiode.  Belangrijke kanttekening hierbij is dat nu gaat om een pakketafspraak op de drie genoemde dossiers en b.v. niet om de effecten van de decentralisaties en de doorwerking van de rijksbezuinigingen naar de algemene uitkering.

Wet Houdbare Overheidsfinanciën

In Europees verband heeft de Nederlandse overheid afspraken gemaakt over de ontwikkeling (lees beperking) van het Emu-tekort en de schuld van de overheid. Een gevolg van deze afspraken is dat ook van de mede-overheden een bijdrage wordt verwacht in het terugdringen van het emu-tekort; deze bijdrage zou dan gelijkwaardig moeten zijn. Hier wringt dan gelijk de schoen omdat voor het rijk het kasstelsel wordt gehanteerd voor bepaling van de begrotingspositie en voor de gemeenten het stelsel van lasten en baten. Zo kan een gemeente zijn financiën keurig op orde hebben en toch worden aangesproken op een landelijk tekort. De oorzaak hiervoor ligt dan in gedane investeringen, volgens het kasstelsel zijn dit eenmalige uitgaven die een gemeente dan in de rode cijfers doen belanden  en volgens het stelsel van baten en lasten worden de lasten gespreid over de gebruiksduur van de gepleegde investering zonder dat een begroting hierdoor wordt ontwricht.

Voor Huizen ligt de zaak nog gecompliceerder omdat wij omvangrijke vrije (bestemmings) reserves  hebben klaarstaan voor de realisatie van reeds geoormerkte voorzieningen. Dat deze reserves zijn gevormd uit overschotten uit het verleden en dus feitelijk geen tekorten veroorzaken valt met de rekenmethoden welke binnen de  wet Hof worden gehanteerd helaas niet te beargumenteren. 

Het overleg heeft er niet toe geleid dat de kern van de wet HOF is gewijzigd. Wel zijn er enkele kleinere tegemoetkomingen gedaan; zo is er wat meer investeringsruimte voor de periode tot en met 2017 en zullen de sancties gedurende deze kabinetsperiode niet worden toegepast alhoewel de mogelijkheid daartoe wel in de wet blijft staan.

 Schatkistbankieren

 Het regeerakkoord verplicht gemeenten hun middelen onder te brengen bij het rijk; hiermee wordt het zogenaamde schatkistbankieren feitelijk afgedwongen. Volgens de huidige wet  Fido (financiering decentrale overheden ) kunnen de gemeenten zelf bepalen waar zij hun overtollige middelen stallen. Na de “ice-safe” affaire zijn aan deze beleggingen zodanig zware voorwaarden verbonden dat gesproken kan worden van veilige beleggingen. Dat er nu toch een maatregel komt waarbij de gemeentelijke autonomie op dit terrein wordt geschonden heeft dan ook minder te maken met risico’s wegnemen dan wel het op een makkelijke manier verkleinen van de rijksschuld door hier de gemeentelijke middelen rekenkundig op in mindering te brengen. Voor gemeenten is de uitkomst dat zij hun marktconforme rentevergoeding verliezen en genoegen moeten nemen met zeer bescheiden rijksvergoedingen. Het nadeel voor onze gemeente is eerder berekend op structureel € 1.500.000,- per jaar.

Resultaat van het overleg is dat de huidige wet intact blijft, met een tweetal toevoegingen. Allereerst zal het gemeenten mogelijk worden gemaakt aan andere overheden overtollige middelen uit te lenen; de betekenis hiervan is weliswaar positief doch qua betekenis beperkt in verhouding tot het becijferde nadeel van schatkistbankieren in zijn totaliteit. Verder wordt er een zogenaamde doelmatigheidsdrempel ingevoerd voor overtollige middelen welke dan niet onder het schatkistbankieren vallen; de omvang van deze drempel is  in wezen symbolisch van omvang  zodat we hier eigenlijk kunnen spreken van klein wisselgeld.

 BTW compensatiefonds 

 Het BTW compensatiefonds zoals wij dat nu kennen dateert van 2003. De invoering ervan is destijds niet zonder slag of stoot verlopen omdat het nut er van  niet door iedereen werd onderkend. Het  argumenten van toen behelsden vooral  dat er een betere afweging zou ontstaan tussen zelf doen en uitbesteden omdat de typische overheidsuitgaven niet onder de fiscale btw vielen. Het BCF kende overigens ook weer tal van uitzonderingen en de ondernemerstaken van de gemeente vielen dan weer wel onder de fiscale btw.  Sinds de invoering is eigenlijk steeds discussie blijven bestaan over het bestaansrecht van het fonds. Inmiddels is het BCF overigens wel goed ingeburgerd in die zin dat de bedrijfsvoering, de administratieve organisatie en de diverse constructies afgestemd zijn op de huidige regelgeving.

Dat het BCF nu in discussie komt heeft wellicht een heel andere reden en wel het begrotingstekort van de rijksoverheid. De afschaffing van het BCF zou gepaard gaan met een overheveling van de middelen van dat fonds naar het gemeente- en provinciefonds met een gelijktijdige korting van € 550 miljoen.

Nu het BCF niet wordt afgeschaft  blijft de korting op het gemeentefonds evenwel gehandhaafd en wordt ook de omvang van het BCF gemaximeerd. Dit alles doet toch vermoeden dat de beweegredenen op dit dossier vooral financieel van aard zijn. Voor Huizen betekent een en ander dat ook via deze route een korting op ons af komt van rond € 1 miljoen structureel.

 Conclusie:

 De kern van de oorspronkelijke voorstellen op de drie besproken dossiers is onverkort overeind gebleven, terwijl het eindresultaat niet onderhandelbaar is.

De bezwaren tegen de voorstellen zijn allereerst principieel; de gemeentelijke autonomie wordt fors aangetast op onderdelen als financieel beheer en investeringsvrijheid, ook als je de financiën wel op orde hebt. Daarnaast is er nu al sprake van forse budgettaire effecten, terwijl decentralisatie-effecten en kortingen op het gemeentefonds hier nog bij opgeteld moeten worden.

De onderhandelingen hebben zich beperkt tot slechts een deel van de problematiek en hadden b.v geen betrekking op efficiencykortingen bij decentralisaties binnen het sociale domein. Een integraal beeld van alle effecten ontbreekt en van een totaal akkoord is dus ook geen sprake.

Omdat verder de concessies welke verkregen zijn via de onderhandelingen als marginaal zijn aan te merken in verhouding tot wat de impact is van de maatregelen tot nu toe, heeft het college van Huizen besloten om niet in te stemmen met het onderhandelaarsakkoord. De resultaten van de onderhandelingen worden door de VNG momenteel in de vorm van een ledenraadpleging aan de gemeenten voorgelegd. Wij hebben de VNG inmiddels van ons standpunt op de hoogte gesteld.

Opvang van zwerfdieren

 

Op basis van berichten in de media hebben mij meerdere signalen bereikt van mensen die niet begrijpen waarom we de overeenkomst voor het opvangen van zwerfdieren met het dierenasiel Crailo niet gaan voortzetten. Veel mensen denken dat het over het asiel Crailo als geheel gaat, maar dat is dus niet aan de orde. 

Dierenasiel

Een dierenasiel is belangrijk, omdat mensen hier hun dieren kunnen brengen als zij de verzorging van hun huisdier niet meer aan kunnen of het dier om andere redenen willen afstaan. Door de concentratie van afstandsdieren op één plek, in een dierenasiel, is het voor andere mensen, die graag een huisdier willen aanschaffen, juist weer gemakkelijker om ervoor te kiezen om dit huisdier bij een asiel op te halen.

Het dierenasiel Crailo vervult hiermee dus een hele nuttige maatschappelijke functie voor onze regio. De keren dat ik op bezoek ben geweest in het dierenasiel Crailo heb ik dan ook steeds mijn waardering uitgesproken voor het feit dat zoveel vrijwilligers zich met zoveel liefde voor de dieren in het dierenasiel Crailo inzetten.

Als gemeente hebben wij geen wettelijke verplichting om een dierenasiel te hebben of in stand te houden, maar juist vanwege onze waardering voor de vrijwillige inzet in het dierenasiel betalen sommige gemeenten, waaronder ook de gemeente Huizen, toch jaarlijks een (waarderings)subsidie aan het dierenasiel Crailo en dat zal de komende tijd ook niet anders worden.

Opvang van zwerfdieren

Het gaat hier echter om een hele specifieke wettelijke taak van gemeenten, namelijk de opvang van zwerfdieren. Dat kunnen dieren zijn die zijn weggelopen en die later door een eigenaar worden opgehaald (in dat geval betaalt de eigenaar uiteraard ook de kosten van de tijdelijke opvang), maar vaak gaat het ook om dieren die geen eigenaar meer hebben. In onze regio worden de meeste honden gelukkig binnen drie dagen weer opgehaald en gaat het dus vooral om katten.

Als we als gemeenten een wettelijke taak uitvoeren, willen we ook dat de uitvoering van die taak tenminste voldoet aan alle wettelijke eisen. Omdat de huidige onderkomens van het dierenasiel Crailo voor de uitvoering van deze taak niet meer aan de wet- en regelgeving voldoen, is nieuwbouw noodzakelijk. Samen met de directie en het bestuur van het dierenasiel Crailo is gekeken wat de kosten van nieuwbouw voor gemeenten zouden betekenen. De kosten van de noodzakelijke nieuwbouw zijn door het Dierenasiel Crailo geraamd op een investering van 4,2 miljoen (in eerste instantie ruim 6 miljoen), grotendeels door deelnemende gemeenten op te brengen. De jaarlijkse kosten die per opgevangen zwerfdier betaald moeten worden, zijn daardoor dermate hoog, dat gemeenten aan het dierenasiel Crailo hebben aangegeven toch ook naar alternatieven te willen kijken. Wij hebben daarbij als gemeenten onze verantwoordelijkheid voor het dierenwelzijn steeds als uitgangspunt genomen. Daar mocht geen enkele concessie aan worden gedaan. Om die reden vonden en vinden wij de mening van de dierenbescherming over de door ons te kiezen uitvoeringsorganisatie van groot belang.

Daarnaast vinden wij het als gemeentebestuurders ook belangrijk dat we zorgvuldig omgaan met het door onze burgers te aan ons toevertrouwde belastinggeld en dat we dus bij de keuze van een organisatie die voor ons een wettelijke taak uitvoert ook een goede zakelijke vergelijking moeten maken van de kosten die daarmee gemoeid zijn. En dat is dus wat we het afgelopen half jaar, met medeweten van het dierenasiel Crailo hebben gedaan.

Dierenbeschermingscentrum Amersfoort

De keuze voor het dierenbeschermingscentrum Amersfoort, in combinatie met een regionaal  georganiseerde eerste opvang van zwerfdieren, is primair ingegeven door de hoge kwaliteit die door het dierenbeschermingscentrum Amersfoort kan worden geleverd. Dat heeft te maken met het feit dat daar een spiksplinternieuw gebouw is neergezet, maar ook met het feit dat de dierenbescherming in het beleid en in de dagelijkse aansturing heel nadrukkelijk een rol speelt.

Daarnaast is de keuze voor deze oplossing ingegeven door het feit dat het bedrag dat we als gemeenten per opgevangen zwerfdier betalen vele malen lager ligt dan het door het dierenasiel Crailo geoffreerde bedrag. Ook een lager bod van het dierenasiel Crailo, telefonisch en niet nader onderbouwd gedaan, hebben wij welwillend in overweging genomen, omdat we, gezien de jarenlange relatie, altijd primair hebben geprobeerd hier met het dierenasiel Crailo uit te komen. Echter ook bij dit bod lag het bedrag per dier vele malen hoger dan wat we voor dezelfde dienstverlening in Amersfoort betalen.

Schaalvoordelen

Dat de dienstverlening van het dierenasiel Crailo  duurder is, verwijten wij het dierenasiel Crailo uiteraard niet. Hun berekeningen zijn zorgvuldig tot stand gekomen en de noodzakelijke nieuwbouw van ruimtes die nodig zijn voor deze dienstverlening is kostbaar.

Niet alleen in onze regio speelt dit probleem. We zien dan ook dat niet alleen in Amersfoort, maar ook in andere delen van Nederland, een ontwikkeling van bovenregionale dierenbeschermingscentra plaatsvindt, waarmee de kosten van opvang van zwerfdieren door een groter aantal gemeenten kunnen worden gedragen en dus per dier ook omlaag kunnen. Deze ontwikkeling wordt overigens ook door de dierenbescherming ondersteund.

De zorg van het dierenasiel Crailo dat mensen hun dier niet meer ophalen als ze er verder voor moeten reizen delen wij niet. Uit onderzoek van de dierenbescherming is gebleken dat mensen beslist bereid zijn om hiervoor wat verder te reizen. Dat geldt overigens ook voor het ophalen van een dier uit een asiel.

Tenslotte

Ik ben ervan overtuigd dat we als gemeenten in de regio Gooi en Vechtstreek met de keuze voor het dierenbeschermingscentrum Amersfoort maximaal bijdragen aan het welzijn van zwerfdieren. Hoewel alle gemeenten wat meer moeten gaan betalen voor de hogere kwaliteit die -mede ook door de nieuwbouw in Amersfoort-  wordt geleverd, hebben wij uiteindelijk toch nog een scherp tarief kunnen afspreken voor de uitvoering van deze belangrijke taak.

In de relatie met het dierenasiel Crailo zijn we altijd open en transparant geweest over de budgettaire ruimte die we als gemeenten hadden. Ook waren de uitgangspunten m.b.t. dierenwelzijn altijd transparant. Bovendien hebben wij het dierenasiel Crailo ruimschoots de tijd en de gelegenheid gegeven om met alternatieve voorstellen te komen. Het is het dierenasiel Crailo helaas niet gelukt om daarin voldoende concurrerend te zijn.

Dit neemt niet weg dat het dierenasiel Crailo de eigen plannen voor nieuwbouw van het asiel gewoon kan voortzetten, zowel voor hun maatschappelijke (asiel)functie als voor de commerciële functies, zoals bijvoorbeeld het dierenpension, maar daarbij hoeven zij nu niet langer rekening te houden met nieuw te bouwen ruimtes voor de specifieke opvang van zwerfdieren.

Fatsoen en respect

Soms kost het me moeite om een onderwerp te bedenken voor mijn weblog, zeker als ik moet kiezen uit tal van thema’s die me in de week daarvoor hebben bezig gehouden. In de afgelopen week zijn er ook weer veel boeiende ontwikkelingen geweest, met name ook rond alle gesprekken die ik heb gevoerd over de ontwikkelingen in het sociale domein waar we als gemeente mee te maken krijgen.  Maar toch is er een gebeurtenis die me de hele week heeft bezig gehouden en die ik maar niet uit mijn hoofd kan krijgen. Het gaat over een uitzending van Pauw en Witteman van vorige week maandag. Pieter Heerma, ons CDA Tweede Kamerlid, was daar te gast en hij had een gloedvol betoog over zijn inspiratie voor de politiek. “Er is geen grotere politieke motivatie dan het prematuur afschrijven van jouw politieke ideologie”, aldus Heerma. En daarmee bedoelde hij de situatie van het CDA in de jaren ’90, toen we een paars kabinet hadden en het CDA passé leek, met de typische CDA focus op gezin, middeninkomens en waarden en normen. Weggehoond werden we. Maar hij bedoelde ook de situatie waarin het CDA zich momenteel bevindt, volgens velen in de marge van de politieke macht. Juist omdat anderen het CDA zo graag in die rol zien, ontstaat saamhorigheid en strijdbaarheid. En uiteindelijk zullen mensen ook zien dat die typische CDA thema’s nog altijd actueel zijn en dat ons land een middenpartij als het CDA hard nodig heeft. Dat hebben we in het verleden laten zien en dat zal ook in de toekomst zo zijn.

Kort daarna kwam cabaretier Theo Maassen aan het woord, over de kritiek op zijn show “met alle respect”. Hij vond het vooral leuk om blinde vlekken in onze eigen cultuur aan te pakken. En toen kwam een korte terugblik op een deel van zijn show, waarbij hij een kruisbeeld van Jezus in zijn armen hield en daarover grappen begon te maken, als ‘een typische hangjongere’ en ‘wat een lijf heeft die gozer’ en ‘je hebt geen idee wat er de afgelopen 2000 jaar gebeurd is he? Maar ik kan je wel even bijspijkeren’. En aan het slot, met een sneer naar moslims, nog de opmerking: ‘fijn dat wij een profeet hebben die we wel belachelijk mogen maken’.

Ik vond het misselijkmakend. Dat op een dergelijke manier de spot wordt gedreven met de persoon van Jezus Christus, die voor mij persoonlijk en voor vele andere christenen van zo grote betekenis is, deed haast fysiek pijn.

Kom op Pieter Heerma, dacht ik. Dit laat je toch niet zomaar gebeuren? Maar veel verder dan: “Ik vond het ook niet smaakvol” en “ik moest om dat specifieke stukje ook niet lachen” kwam hij niet.

Zijn we als CDA-ers al zover, dat we niet eens meer durven zeggen dat bepaalde uitingen respectloos zijn en kwetsend voor grote groepen mensen, zowel moslims als christenen als andere gelovigen, voor wie het geloof nog steeds ‘heilig’ is? Dat vrijheid van meningsuiting een groot goed is, maar dat we daarmee ook te ver kunnen gaan? 

Ik vind het stuitend dat er kennelijk vooral hard wordt geklapt als het maar grof is. Dat we met elkaar niet meer het fatsoen op kunnen brengen om met respect om te gaan met de levensovertuiging van anderen. En ik vind dat we als CDA fatsoen én respect op de agenda moeten blijven zetten, ook al levert ons dat op de korte termijn een plaats op in de marge van het politieke krachtenveld.