Amnesty waakt?

Het was afgelopen zondag weer 10 december: dag van de mensenrechten. Voor mij al jarenlang een dag die ik in mijn agenda markeer. Meestal organiseert de Amnesty groep in Huizen rond 10 december activiteiten om daarmee geduldig, jaar in jaar uit, de mensenrechtenschendingen in onze wereld weer op de agenda te zetten. Ook dit jaar dus weer en natuurlijk ook in Huizen.

Vrijdagavond was er een fakkelwake. We stonden met een groep van hooguit 15 mensen voor de HEMA in niet al te best weer. De fakkels waren met moeite brandende te houden. De spandoeken moesten we vanwege de wind met een voet op de grond houden. De voorbijgangers bekeken ons wat meewarig of zelfs helemaal niet. Snel boodschappen doen en dan weer lekker voor de kachel. “Amnesty waakt” stond er op de spandoeken. Nou, daar stonden we dan.

FakkelwakeHeeft zo’n actie wel effect? Moeten we het nog wel blijven doen, zo’n fakkelwake?“, vroegen sommige trouwe Amnesty leden zich af? Ik vind van wel. Net zoals Amnesty moet blijven schrijven voor gewetensgevangenen, tegen marteling, tegen kindsoldaten, tegen vrouwenmishandeling, tegen discriminatie en tegen de doodstraf. Het effect ervan lijkt soms nauwelijks zichtbaar. Maar nog steeds worden er na iedere actie van Amnesty gewetensgevangenen vrijgelaten. Het effect van een fakkelwake is nog minder zichtbaar. Maar toch zijn er mensen die zien dat “Amnesty waakt” en die zich daardoor zullen realiseren dat het helaas nog nodig is dat in onze wereld gewaakt wordt over fundamentele mensenrechten.

Woensdag a.s. is er in het kader van de dag van de mensenrechten vanaf 19.00 uur een bruisende Amnesty activiteit op het gemeentehuis, waar heel veel jonge kinderen van de basisschoolleeftijd aan meedoen. Het effect van wat deze kinderen doen lijkt eveneens ver weg. Maar voor ons volwassenen is het toch een teken van hoop dat kinderen zich anno 2006 nog steeds bezig houden met mensenrechten. Dat ze erover schrijven en dichten. Dat de gesprekken op school erover gaan. Dat er een nieuwe generatie aankomt, die een betere samenleving nastreeft en idealistisch genoeg is om daarin te geloven en zich daarvoor in te zetten.

Hoe was je dag vandaag?

Ouders van jonge kinderen zullen het misschien herkennen. Ze komen thuis van school. Je vraagt belangstellend: “Hoe was je dag vandaag?” En dan volgt een nietszeggend antwoord, zoals : “Ik weet het niet meer” (met andere woorden: laat me nou maar lekker gaan spelen, ik heb nu even geen zin om over mijn belevenissen te vertellen). Dat overkomt mij als moeder van een negenjarige zoon dan ook regelmatig. Deze week hadden we weer zo’n “interessant” gesprek. “Jammer hoor” zei ik “dat je niet even gezellig vertelt over hoe je dag was vandaag”. En toen kwam de verrassende reactie: “Hoe was jouw dag dan vandaag?”

“Nou”, was mijn reactie, “Ik heb vandaag een vergadering gehad over hoe mensen in hun eigen huis kunnen blijven wonen als ze ouder worden. Daarna heb ik lekker taart gegeten bij mensen die 50 jaar getrouwd waren. En ik heb een stuk grond verkocht van de gemeente. De mensen die het kochten waren er heel blij mee, want die kunnen daar zelf een huis gaan bouwen”.

Het is even stil. Dan zegt hij: “Je hebt eigenlijk best een leuke baan he mam?”

Vrijheid

Vandaag zijn we gezond en wel teruggekeerd uit Vietnam. Een prachtig land, met vriendelijke en ondernemende mensen. Er wordt, ondanks de warmte, hard gewerkt in Vietnam. Sinds enige jaren is het communistische regime milder geworden en krijgen de mensen in Vietnam ook meer mogelijkheden en bewegingsvrijheid. De mensenrechtensituatie in Vietnam is ook iets verbeterd, maar toch nog verre van ideaal. Het land is overal in een hoog tempo bezig met een “wederopbouw”.

Wie even verder kijkt in dit voor het oog zo vrolijke en kleurrijke land, ziet ook het drama van de gruwelijke oorlog die zich hier nog maar 30 jaar geleden heeft afgespeeld en die miljoenen mensen het leven kostte. En ook nu zijn er nog gevolgen van de oorlog waar mensen dagelijks mee moeten leven. Het Amerikaanse leger strooide dioxine boven de oerwouden, om die te ontbladeren. Er overlijden nu door de dioxinevergiftiging veel mensen vroegtijdig aan kanker en nog steeds worden ten gevolge van de hoge concentraties aan dioxine veel ernstig verminkte kinderen geboren. 

In Hue (midden Vietnam) worden we door een jonge man met een fietstaxi rondgeleid, langs de resten die er nog over zijn van de voorheen schitterende keizerlijke Citadel. Het merendeel van dit culturele erfgoed is in de oorlog weggebombardeerd. Hij vertelt dat zijn vader in de oorlog is gesneuveld. Hij was toen 11 jaar oud. Hij herinnert zich vooral nog de angst die hij als kleine jongen had voor de Napalm bommen. We zien even later een man van zijn leeftijd, die door die Napalm zijn handen, gezicht en oren heeft verbrand. Hij is verschrikkelijk verminkt. 

Mijn zoontje van 9 jaar zit naast me in de fietstaxi. Hij is zichtbaar aangedaan door beelden die hij nooit eerder heeft gezien. Hij vraagt me waarom we niet een muur om Huizen heenbouwen, met maar 1 ingang, waardoor iedereen die binnenkomt kan worden gecontroleerd. En dan moet er natuurlijk ook luchtafweergeschut zijn. Want dan zijn we ook veilig voor aanvallen vanuit de lucht.

Ik stel hem gerust. In Huizen hebben we geen oorlogsdreiging. Wij leven in vrijheid. Iedereen kan bij ons binnenkomen.

Reizend door Vietnam zijn de gruwelijkheden van een oorlog nog heel zichtbaar. Veel ernstig verminkte slachtoffers van de oorlog zijn daarvan nog het levende bewijs. Hun verhalen doen je beseffen hoe kostbaar ons leven in vrijheid is. Maar tegelijkertijd ook dat dit geen vanzelfsprekendheid is. Ook voor onze vrijheid is duur betaald.

Vakantie

Zaterdag ga ik voor drie weken met vakantie naar Vietnam, dus dat betekent even geen nieuwe informatie op het weblog.

Ik had me voorgenomen om voor de zomervakantie op al mijn dossiers ingewerkt te zijn en dat is aardig gelukt. In deze laatste week voor de vakantie heb ik me in het laatste onderwerp (grondbeleid) verdiept en nu  heb ik dan ook alle onderdelen uit mijn portefeuille goed in beeld. 

Het verrast me hoe snel het allemaal is gegaan. We zijn als College eigenlijk nog maar net gestart en we hebben ons niet alleen op alle dossiers ingewerkt, maar we hebben ook op belangrijke dossiers besluiten kunnen nemen. Deze week bijvoorbeeld, hebben we een knoop doorgehakt over de renovatie van het Holleblokcomplex. De week daarvoor over de BOA’s (extra toezichthouders in de wijken). En de week daarvoor werd de verordening voor de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) vrijgegeven voor inspraak en werd de Europese aanbesteding voor huishoudelijke verzorging gestart. Ook zijn nu al veel zaken in gang gezet, waarover in het najaar besluitvorming kan plaatsvinden. Zelf zal ik na mijn vakantie een groot aantal werkbezoeken gaan brengen aan maatschappelijke organisaties die een rol spelen (of kunnen spelen) bij schuldhulpverlening.

Het is hard werken geweest en het is een goed vooruitzicht om drie weken in een totaal andere omgeving te zijn. Ik wens een ieder die nog met vakantie gaat een fijne tijd toe en vooral ook een veilige thuiskomst.

Janny Bakker

Kerk en Vluchteling

Morgen is er weer een bestuursvergadering van de stichting Kerk en Vluchteling. Maar voor het eerst sinds ruim 6 jaar ben ik daar niet meer bij. Per 1 juli jl. ben ik afgetreden als voorzitter van Kerk en Vluchteling en heeft Jo Beltman de voorzittershamer van mij overgenomen. De stichting Kerk en Vluchteling heeft een financiele relatie met de gemeente Huizen en hoewel het afscheid me best  moeite kost, vind ik dat het  voorzitterschap van Kerk en Vluchteling om die reden toch niet verenigbaar is met mijn functie als wethouder.  

De Stichting Kerk en Vluchteling verleent in Huizen noodhulp aan dakloze asielzoekers, die legaal in ons land zijn, maar geen recht hebben op opvang. Ook wordt tijdelijk onderdak gegeven aan uitgeprocedeerde asielzoekers die hulp vragen bij terugkeer naar het land van herkomst of doormigratie naar een ander veilig land. Kerk en Vluchteling ontvangt voor het dagelijks levensonderhoud van deze mensen giften van kerken en particulieren uit de hele regio. De gemeente Huizen verstrekt een subsidie voor de huur van de opvanghuizen. Mijn besluit om uit het bestuur van Kerk en Vluchteling te gaan is gebaseerd op die subsidierelatie tot de gemeente Huizen. Ik wil de schijn van belangenverstrengeling vermijden.
Mijn aftreden als voorzitter van Kerk en Vluchteling betekent niet dat ik me als CDA-er  niet zal blijven inzetten voor een rechtvaardig én humaan asielbeleid. Asielzoekers die veilig naar hun eigen land kunnen terugkeren moeten daarbij geholpen worden. Maar zolang zij in ons midden zijn, hebben ze recht op een fatsoenlijke behandeling. Asielzoekers die hier nog in een procedure zijn, horen niet op straat te leven. Zeker geen oude mensen, gezinnen met jonge kinderen of mensen met bijvoorbeeld ernstige diabetes of een ernstige psychische stoornis. Zolang we al die mensen in Huizen nog noodopvang moeten verlenen, zal ik in den Haag aan de bel blijven trekken. Dat ik dat niet als voorzitter van Kerk en Vluchteling doe, maar uitsluitend als bezorgd CDA lid, is misschien zelfs nog effectiever.
 
In Jo Beltman zie ik een waardig opvolger. Jo heeft onder meer als CDA raadslid en fractievoorzitter, maar ook kerkelijk, als bestuurder van de R.K. parochie Huizen Blaricum/Bijvanck veel bestuurlijke ervaring opgedaan en is ook al langere tijd als vrijwilliger betrokken bij een gezin dat bij Kerk en Vluchteling onderdak heeft gevonden. Hij kent de materie goed en heeft een groot netwerk. 

Afscheid Nierstichting

Vandaag ben ik voor het laatst aan het werk bij de Nierstichting. Ik eet een boterham mee in de kantine. Het is een raar idee dat het nu de laatste keer is dat ik hier met mijn Nierstichting collega’s zit. Ik maak mijn bureau leeg, loop de inhoud van de kasten nog na en schrijf een overdrachtsdossier voor Tom Oostrom, mijn opvolger. Het is echt definitief als ik om 15.30 uur de deur achter me dicht trek.

Om 16.00 uur word ik met Frank en Jorn verwacht op de Loosdrechtsedijk. Voor een barbecue, wordt me gezegd. Maar dan blijkt er een heel programma te zijn, waaraan alle collega’s hun aandeel hebben. Ik word geprezen en geplaagd, met gedichten, kadootjes, zelfgemaakte kunstwerken, woordspelingen en zelfs een rap. En dan komt er ook nog een lied, met Paul Beerkens achter de piano en het managementteam als achtergrondkoortje, waarbij in het refrein met lange uithalen door iedereen “Janny, we houden van jou” wordt gezongen. Het doet me meer dan ik had verwacht. Al die mensen die om mij heen zitten, zijn me zo dierbaar geworden in die zeven jaar dat ik bij de Nierstichting heb gewerkt. Veel van hen heb ik zien groeien in hun persoonlijke en professionele ontwikkeling. Samen hebben we de Nierstichting gemaakt tot wat het nu is: een krachtige maatschappelijke organisatie, die noden van nierpatienten kent en daar ook met veel succes wat aan doet. Die sprankelende organisatie, met bevlogen mensen, die midden in de samenleving staat, zal ik dit ooit ook in Huizen bereiken? 

Er is nauwelijks tijd voor mijmeringen, want om 20.00 uur word ik in de commissie WMO en Financien verwacht. Daar bespreken we de stand van zaken met betrekking tot de invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning en ook de voorjaarsnota staat op de agenda. Naast me en tegenover me zitten ambtenaren die zich op de afdelingen Welzijn en Sociale Zaken met maatschappelijke ondersteuning bezig houden en ambtenaren die op de afdeling Financien werken. Zij presenteren met veel enthousiasme de plannen tot nu toe. Ze weten op iedere vraag een antwoord. Ze knikken me vanaf de zijlijn bemoedigend toe als ik op de wat meer politieke vragen reageer. Wauw, ik ben trots op deze mensen! Dit is nu mijn nieuwe omgeving. Hier ga ik verder.

De eerste raadsvergadering

Donderdag 1 juni was de eerste echte Raadsvergadering in mijn nieuwe rol als wethouder. Het voelde wel een beetje onwennig om op deze stoel te zitten. Maar na afloop hoorde ik van diverse raadsleden dat het ons als nieuw college voor zo’n eerste keer goed af ging. Dat is toch wel kenmerkend voor de sfeer in onze Raad, dat zoiets dan ook gewoon tegen je gezegd wordt. Kritiek is in de regel gemakkelijker uitgesproken, zeker in een politieke omgeving. Maar dat dit ook kan, dat vind ik klasse.

Het was ook de vergadering waarin veel steunfractieleden werden beëdigd. Opvallend veel jonge mensen, die zich geheel vrijwillig willen inzetten voor het gemeentebestuur. Daar voelde ik me ook wel een beetje trots door. Hier in de gemeente, aan de basis van onze samenleving, gebeurt het toch maar mooi allemaal. En daar willen gelukkig steeds meer mensen een rol in spelen. Dat is fantastisch om te zien. Hoezo is politiek saai?

Mijn eerste ervaringen als wethouder

Sinds drie weken ben ik aan het werk als wethouder en ik heb nog nauwelijks tijd gehad om alle indrukken te verwerken.
Als compleet nieuw college hebben we de afgelopen weken korte presentaties gehad van de diverse diensten. Dat is een heel plezierige en snelle manier om een indruk te krijgen van alles wat op het gemeentehuis gebeurt. Ik moet eerlijk bekennen dat ik daar als raadslid eigenlijk geen notie van had. Het is indrukwekkend hoeveel producten en diensten er vanuit het gemeenthuis worden geleverd. Daarvan zijn de dossiers die de politiek bereiken echt maar een topje van de ijsberg.
Ik word dagelijks nog verrast door de behulpzaamheid van ambtenaren. Ik hoef maar om iets te vragen of het ligt er. En veel ambtenaren stellen zich ook pro-actief adviserend op. Het is werkelijk een genot om met deze gemotiveerde mensen samen te werken.
Ik ben de eerste weken onder andere bezig geweest met het inwerken op het dossier WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning). De komende tijd komt dit dossier in een stroomversnelling en als we als gemeente Huizen nog invloed willen uitoefenen op diverse (regionale) ontwikkelingen, dan moet ik daar nu veel prioriteit aan geven. Ik vind het erg belangrijk dat rond dit dossier de participatie van belanghebbenden in ons eigen dorp op een goede manier wordt vormgegeven. Tot nu toe is hiervoor nog niets concreets georganiseerd, dus dat moet op korte termijn gebeuren.
Maar ik ben niet alleen bezig met mijn eigen “portefeuille”, hoewel ik als wethouder financiën bij bijna ieder dossier wel zijdelings betrokken ben. Samen met Petra van Hartskamp (VVD), Liesbet Tijhaar (PvdA) en burgemeester Frans Willem van Gils proberen we vorm te geven aan een collegiaal bestuur, waarbij we vragen rond diverse lastige dossiers met elkaar delen. Een voorbeeld daarvan is het dossier “Lucent terrein”, waar we ons inmiddels allemaal in verdiept hebben. Het is de bedoeling om hier op korte termijn met de commissie over te spreken.
Het collegeprogramma is ambitieus en er is geen extra geld om alle ambities waar te kunnen maken. Dat betekent dat we de komende jaren heel creatief moeten zijn.

In de afgelopen week zijn we als college, samen met het Management Team, in “retraite” gegaan, om vanuit het collegeprogramma een aantal lijnen voor de toekomst uit te zetten. De onderlinge samenwerking binnen het college ervaar ik tot dusver als heel plezierig. We zijn allemaal ambitieus en we houden ook allemaal van een zakelijke en planmatige aanpak van de vraagstukken waar we voor staan.
Kortom: Ik heb er zin in!