Fietsvierdaagse

groepsfoto fietsvierdaagseIk ben eerlijk gezegd niet zo’n fietser, maar tijdens een familiebijeenkomst ontstond het idee om mee te gaan doen aan de fietsvierdaagse die in de afgelopen week in Huizen is georganiseerd. Een blik op mijn agenda leverde op, dat ik daarvoor een van de vier dagen de tijd zou hebben. De andere avonden waren al bezet. Het werd dus maandagavond en vol enthousiasme gingen we om 19.30 uur van start.

Het werd een bont gezelschap, van broer, zus, zwager en schoonzus, onze au-pair uit Georgie die nog nooit langer dan 5 minuten op een fiets had gezeten, een blinde vriendin van mijn broer, die op de tandem meeging, een teckel in een fietsmandje, mijn moeder van 74, mijn echtgenoot en de vier kinderen van 9 tot 14 jaar.

De fietstocht van zo’n 25 km. was verrassend mooi, langs plekken waar ik nog nooit ben geweest. Onderweg kwamen we zelfs herten tegen. De organisatie was heel goed en de bewegwijzering uitstekend. We konden de bordjes gewoon niet missen! Onderweg stonden er ook nog vrijwilligers met limonade en iets lekkers.

Volgend jaar ga ik absoluut proberen om meer ruimte in mijn agenda in te plannen voor dit leuke evenement. Het is gezond, je komt langs mooie plekken in het Gooi en het is ook nog eens een sociaal gebeuren! Er mag wat mij betreft ook best wat meer reclame voor gemaakt worden. Daar begin ik nu maar vast mee!

Teleurgesteld over besluit orgaandonatie

Ik ben een grote bewonderaar van mijn partijgenoot Ab Klink, die ik ken als een kritisch denker met hoge idealen over de inrichting van onze samenleving vanuit het christen-democratische gedachtegoed. Zijn visies op de introductie van vraagsturing in de gezondheidszorg en de betekenis van maatschappelijke organisaties voor ons bestuurlijke stelsel zijn me uit het hart gegrepen. Ik was dan ook bijzonder opgetogen toen ik hoorde dat Ab Klink minister van volksgezondheid zou worden.

Deze week is dat enthousiasme wel getemperd, toen ik hoorde dat zelfs Ab Klink het niet aandurft om de wet op de orgaandonatie aan te passen, ondanks het advies dat hierover door een door hemzelf ingestelde commissie van deskundigen is gegeven.

Het alternatief dat Ab Klink nu voorstelt en dat erop neerkomt dat mensen vooral moeten worden aangesproken op hun verantwoordelijkheid om zich te laten registreren, is natuurlijk geen reëel alternatief en ik kan me niet voorstellen dat Ab Klink dit niet weet. Immers, de Nierstichting en de Nierpatiëntenvereniging proberen die gedragsbeïnvloeding al jaren te bewerkstelligen, zonder enig noemenswaardig resultaat. In mijn vorige baan als directeur van de Nierstichting ben ik nauw betrokken geweest bij de vele experimenten met voorlichtingscampagnes, zowel op locaal niveau (de intensieve campagne in Zwolle) als op nationaal niveau, met TV spots en aandacht in de diverse landelijke media. Na afloop van zo’n campagne, waar vele honderden euro’s aan werden besteed en waar de meest vooraanstaande deskundigen op het gebied van voorlichting en massacommunicatie bij werden betrokken, keken we steeds hoopvol naar de cijfers van de donorregistratie. Steeds waren die zwaar teleurstellend. Zelfs de spraakmakende donoractie van BNN leverde nauwelijks extra registraties op. Het gevolg is dat nog steeds jaarlijks tientallen mensen sterven op de wachtlijst, omdat voor hen niet tijdig een donororgaan beschikbaar was.

Het argument dat een wetswijziging niet zal werken om het probleem op te lossen is al net zo dubieus als de door hem voorgestelde alternatieven. Immers, in andere landen werkt dit systeem prima (België, Spanje etc.). Bovendien hebben we nu een wet die zeker niet werkt, dus welk risico lopen we met een wijziging daarvan?

Natuurlijk zullen artsen altijd zorgvuldig met nabestaanden blijven omgaan en hun emoties uiterst serieus nemen. Maar het is voor artsen wel veel gemakkelijker om de donatievraag aan de orde te stellen als de overledene in principe donor is. Nu is het vaak zo dat nabestaanden niet weten wat hun geliefde zou hebben gewild en wordt om die reden van orgaandonatie afgezien.

Ik kan maar niet begrijpen waar Ab Klink nu zo bang voor is. Voor een wijziging van het beslissysteem in de wet op de orgaandonatie is immers (zo blijkt uit vele onderzoeken) een breed draagvlak in de samenleving? Ook bij de eigen CDA achterban (of misschien wel juist bij de CDA achterban) uit alle denominaties is veel begrip en mededogen aanwezig voor de situatie van de mensen op de wachtlijst, voor hun leven tussen hoop en vrees en voor de wanhoop en het verdriet van hun naasten, die iedere dag moeten aanzien hoe hun geliefden er lichamelijk én psychisch op achteruit gaan. En als een wetswijziging nu niet blijkt te werken, dan lopen we toch ook geen enkel politiek risico? We kunnen dan tenminste zeggen dat we geluisterd hebben naar de betrokken maatschappelijke organisaties die voor het CDA zo belangrijk zijn en dat we er als CDA vervolgens ook echt alles voor hebben gedaan.

Ik zal zelf in ieder geval een kritisch geluid naar onze bewindslieden in Den Haag laten horen. Ik hoop van harte dat velen zich hierbij aansluiten en dat het kabinet de komende weken nog op haar schreden terugkeert!

In memoriam

Deze week hebben we afscheid genomen van Roy Hesterman, wethouder in de gemeente Muiden. Ik kende Roy nog niet zo lang. Hij werd (net als ik) twee jaar geleden wethouder en ik ontmoette hem bij regionale bijeenkomsten, als het om maatschappelijke ondersteuning ging of om economische of financiele aangelegenheden. Ik wist al lange tijd dat hij ziek was, hoewel Roy daar zelf steeds laconiek over deed. Hij bleef tot op het laatste toe geloven dat hij beter zou worden.

Tijdens de eervolle herdenkingsbijeenkomst in Muiden werd mij pas duidelijk wat een bijzonder mens Roy was. Het spijt me dat ik hem slechts “zakelijk” heb leren kennen en dat ik nauwelijks tijd heb genomen om me beter in de persoon van Roy te verdiepen.

Ik zal hem in het collegiale overleg missen.

 

Kerstfeest in de Oude Kerk

Ik herinner me uit mijn jeugd de kerstzangdiensten van het HGVV in de Oude Kerk in Huizen. Het was wel een lange zit en meestal vond ik de meditaties een verplicht nummer. Maar het met honderden mensen tegelijk zingen van de oude kerstliederen, zoals “Komt allen tezamen” en “Ere zij God” bezorgde mij steeds weer kippenvel.  

Zaterdagavond was er weer zo’n kerstzangdienst georganiseerd en ik wilde graag weer eens samen met Frank en onze zoon Jorn terug in die sfeer van vroeger. De prachtige oude kerk was opnieuw vrij vol, al waren er wel wat meer lege plekken dan ik mij vanuit mijn jeugd kan herinneren. Een deel van de kerk werd opgevuld door het ruim 100 personen tellende mannenkoor “Stereo” uit Genemuiden. Bij het eerste lied (“Komt allen tezamen”) was het kippenvel weer terug en dat bleef de hele avond zo, tot en met het samen met het koor meerstemmig zingen van het slotlied (“Ere zij God”). Wat een fantastische avond, met dit geweldige koor, met de daarbij solo zingende sopraan en tenor, met piano en orgel, de mediatatie die voor ons als volwassenen nu helemaal niet saai was (helaas wel voor Jorn) en met de kinderen die het bekende kerstverhaal zo aandoenlijk voor al die honderden mensen durfden voorlezen.  Maar vooral het samen zingen van die prachtige kerstliederen blijft een enorme belevenis, die diep van binnen voelbaar is, ook (zo hoorde ik terug van Jorn) bij de nieuwe generatie.

Naarden is bekend om zijn Mattheus passion. Maar Huizen zou veel bekender mogen zijn om deze prachtige, nostalgische kerstzangdiensten in de Oude Kerk. Ik hoop dat volgend jaar de Oude Kerk (als vanouds) weer zal uitpuilen van de zingende mensen!  

 

  

Zoeken in mijn “dagboek”

Het zal de oplettende lezer van mijn weblog zijn opgevallen dat ik de teksten in mijn weblog onder nieuwe categorieen heb ondergebracht. Ik heb daarbij aansluiting gezocht bij hoofdlijnen vanuit mijn portefeuille, maar ik kwam al er indelend al snel achter dat ik ook best vaak over zaken die buiten mijn portefeuille om gaan in mijn weblog heb geschreven. Het gaat dan om gebeurtenissen in mijn persoonlijk leven, onderwerpen die meer met het CDA verband houden en soms ook zaken die met de interne organisatie van de gemeente te maken hebben of zaken die tot de portefeuilles van mij collega’s behoren. Kortom, het viel niet mee om terugkijkend op ruim 1 1/2 jaar wekelijks schrijfwerk een indeling te maken, waarop ook onderwerpen voor u als lezer gemakkelijker zijn terug te vinden. Soms is het kopje ook een beetje pragmatisch gekozen. Maar al met al denk ik dat het toch een heel eind gelukt is.

Terugkijkend naar al dat “log-werk” is het voor mijzelf best een aardig dagboek geworden, met tal van zaken die mij de afgelopen periode hebben bezig gehouden. Soms geef ik daaraan ook de categorie “politiek” mee, als het om zaken gaan die een politieke lading hebben. Als wethouder moet ik natuurlijk een beetje oppassen met al te veel politieke ontboezemingen. Toch kan ik het soms niet laten om tussen de regels door ook persoonlijke opvattingen te onthullen. Die staan niet altijd onder het kopje “politiek”, maar een goed verstaander heeft maar een half woord nodig …

Ik vind het leuk om reacties van u te krijgen. Schroom dus niet om ook via mijn weblog met mij in gesprek te gaan. Daar doe ik het voor!

 

Vreugde en verdriet

Twee gebeurtenissen hebben me deze eerste week na de vakantie zeer geraakt.

David, een Ethiopische asielzoeker die een paar maanden bij ons in huis heeft gewoond omdat hij geen recht meer had op opvang in een asielzoekerscentrum, belde mij dinsdag helemaal verrukt op om te vertellen dat hij een verblijfsvergunning heeft gekregen, dankzij het generaal pardon. Woensdag werd ik gebeld door Seva. Zij en haar moeder Elja en dochtertje Fira, wonen in een opvanghuis van Kerk en Vluchteling en ook zij hebben door het generaal pardon na vele jaren van onzekerheid nu eindelijk een verblijfsvergunning. De vreugde van deze mensen is onbeschrijfelijk. Tranen, ongeloof, blijdschap, allemaal emoties door elkaar heen. We hebben met elkaar zo’n lange periode van onzekerheid, spanning en leven tussen hoop en vrees doorgemaakt. Wat gun ik hen nu dit geluk en wat gun ik Nederland deze fantastische mensen, die nu eindelijk de kans krijgen om iets van hun leven te gaan maken.

Maar er was ook verdriet. Donderdag was het 10 jaar geleden dat drie jonge leden van de voetbalclub Zuidvogels door een tragisch busongeluk om het leven kwamen. Donderdagavond was er een herdenking van deze gebeurtenis op het terrein van Zuidvogels. Ouders, broers, zussen, andere familieleden en vrienden, zij moeten met dit verdriet verder leven. Het is een bijna onmogelijke opgave.

In mijn werk ben ik zo vaak bezig met grote, abstracte zaken. Maar uiteindelijk gaat het toch hierom. Om het geluk en het verdriet van mensen. Om een samenleving die onder gelukkige- en verdrietige omstandigheden om mensen heen blijft staan.

Als ik dan nadenk over de gebeurtenissen in de afgelopen week, voel ik me dankbaar voor onze Huizer samenleving. Voor een stichting Kerk en Vluchteling. Voor een voetbalclub Zuidvogels. Voor al die mensen die in ons dorp vanuit de kerken, verenigingen en stichtingen het leven van anderen in verdrietige dagen een beetje draagbaarder maken en die onder gelukkige omstandigheden meedelen in het geluk van anderen. Zo’n samenleving moeten we blijven koesteren!

Weer aan de slag

Na een boeiende reis door Brazilië had ik deze eerste week toch wel even moeite om de problemen in ons eigen dorp weer ter hand te nemen. Een week geleden liep ik nog rond in Sao Paulo, een stad met 20 miljoen inwoners. Er zijn wijken met enorme flatgebouwen, maar ook onafzienbare krottenwijken. De verschillen tussen arm en rijk zijn schrijnend zichtbaar. Hele basale dingen, als een dak boven het hoofd, voedsel, kleding en gezondheidszorg zijn niet voor iedereen beschikbaar. Omdat de bewoners van de krottenwijken geen aansluiting hebben op de riolering zijn er grote problemen in de drinkwatervoorziening. Ook de milieuproblemen zijn immens. Bijna 40% van de beroepsbevolking is werkloos en de criminaliteit is schrikbarend.

Bij zo’n eerste week terug in Huizen valt het dan even niet mee om weer vol energie bezig te zijn met de Huizer agenda. Maar inmiddels is de knop weer om. Er liggen weer veel nieuwe uitdagingen te wachten voor de komende periode.

Het WMO beleidsplan moet worden geschreven en de komende weken komen diverse groepen van belanghebbenden bij elkaar om de belangrijkste knelpunten, die actieve deelname aan onze samenleving belemmeren, in kaart te brengen.

De begrotingsbehandeling voor 2008 moet worden voorbereid. Inmiddels lijkt uit de juni-circulaire van het rijk dat de financiële situatie voor Huizen beter uit ziet dan de sombere voorspellingen in het voorjaar. Dat is natuurlijk goed nieuws, maar tegelijkertijd is het ook wel hinderlijk dat we de inkomsten die we als gemeente van het rijk krijgen zo moeilijk voorspelbaar zijn.

Maar ook daarnaast zijn er nog tal van dossiers die weer opgepakt moeten worden en die me de komende tijd zullen bezig houden. De visie op breedtesport, de evaluatie van het armoedebeleid, de gezondheidsnota, het beleid m.b.t. dierenwelzijn, de regionaal economische samenwerking, de nota toerisme: alles draait op volle toeren! Als ik dan zie met hoeveel deskundigheid en enthousiasme onze medewerkers op al die dossiers aan de slag zijn, dan prijs ik mijzelf echt heel gelukkig met de fantastische ambtelijke ondersteuning. Ophouden dus met relativeren. Ik heb er weer zin in!

Dilemma’s

Mijn agenda stelde me dit weekend voor dilemma’s. Vrijdagavond was er een muziekwedstrijd in het kerkje De Engel, waar mijn zoontje Jorn aan meedeed. Maar er was ook een personeelsfeest waar ik graag bij aanwezig wilde zijn. De oplossing was “splitsen“. Eerst naar de muziekwedstrijd en dan gezellig dansen op het personeelsfeest.

Zaterdag opnieuw een dilemma. Mensen met een verstandelijke beperking hadden een dag georganiseerd over “de WMO in makkelijke taal“. Maar onze eigen Kees de Kok was kandidaat voor een bestuursfunctie binnen het landelijke CDA en ik moest natuurlijk op het CDA congres wel op hem gaan stemmen! “Splitsen” dus maar weer. Eerst naar het congres en eind van de middag naar de WMO bijeenkomst.

Het is niet altijd plezierig om van het een naar het ander te moeten rennen. “Zoef, daar gaat ze weer” zeggen ze dan thuis. Maar het is soms ook onmogelijk om te kiezen tussen prive en werk of tussen partijpolitieke- en locale aangelegenheden. Zo vond ik het zaterdag erg belangrijk om naar het CDA congres te gaan. Op zo’n congres ontmoet je toch weer veel mensen met wie je dingen kunt bespreken die voor Huizen van belang zijn. Daarnaast spelen er op landelijk niveau ook lastige discussies, waar je op het CDA congres invloed op kunt uitoefenen. Maar dit keer was er natuurlijk vooral onze Kees de Kok, die in de schijnwerpers stond. Hij moest het opnemen tegen de landelijk bekende Hannie van Leeuwen en dat redde hij net niet. Maar zijn presentatie op het congres was fantastisch en het verschil was (gezien de bekendheid van Hannie) dan ook echt maar heel klein. Het Huizer CDA mag heel trots zijn op dit fractielid!

Ik moest helaas vervroegd van het CDA congres vertrekken, maar werd in Huizen bijzonder hartelijk ontvangen in het buurthuis Meentamorfose, waar mensen met een verstandelijke beperking de hele dag hard gewerkt hadden aan het vertalen van hun wensen m.b.t. maatschappelijke ondersteuning in Huizen. Er waren prachtige schilderijen gemaakt, die WMO thema’s verbeeldden. Maar er waren ook ontroerende gedichten en afbeeldingen van klei. De aanwezigen lieten weten dat ze het mooi zouden vinden als ze deze resultaten ook op het gemeentehuis tentoon zouden kunnen stellen. Daar gaan we natuurlijk een plan voor maken. Maar de uitkomsten van deze dag gaan zeker ook besproken worden in de WMO Raad, waar ook mensen met een verstandelijke beperking in vertegenwoordigd zijn.

Voorjaarsconcert Prinses Irene

Vandaag (14 april) was het een echte zomerse dag. Het was druk bij het surfstrand met badgasten en ook in het centrum was het een kleurrijke bedoening, met volle terassen. Wel jammer voor “Bolletje Rolletje”, bedacht ik me vandaag, want de kinderen van deze Huizer toneelvereniging hadden vandaag de hele dag in deze hitte hun toneeluitvoering in het Holleblok. Ik hoop voor ze dat er ondanks die hitte toch veel bezoekers zijn geweest.

Veel mensen die ik vandaag sprak waren ook bezorgd. Komt dit warme weer door de klimaatverandering? Is dit nu wel normaal, zo vroeg in het jaar? Wat zal de toekomst brengen voor onze kinderen?

Vanavond was ik, samen met mijn collega Liesbet Tijhaar, te gast bij het voorjaarsconcert van de muziekvereniging Prinses Irene. Het thema van de avond was “de tijd”. Voor de pauze gingen we een paar eeuwen in de muziek terug, met bekende klassiekers van Mozart, Verdi, enz. Na de pauze was er een modern repertoire, dat ons meenam naar de afgelopen decennia, naar o.a. Antarctica en de wereld van “the Lion King”. Het was werkelijk fantastisch hoe we in twee uur tijd door het verleden werden gesleept. Wat geweldig dat we zo’n unieke muziekvereniging in ons dorp hebben en dat zoveel jonge mensen in Huizen nog echt bevlogen zijn van muziek.

Over “tijd” gesproken…. Al die somberheid over de toekomst valt op zo’n avond toch even helemaal van me af.

Een heerlijke dag. Een heerlijke avond! Muziekvereniging Prinses Irene: bedankt!

Kerstverhaal uit Huizen

Ik ben dol op kerstverhalen. Afgelopen vrijdag was ik te gast bij de Unie KBO (Katholieke Ouderenbonden) en daar werd ook weer zo’n prachtig en ontroerend kerstverhaal voorgelezen. Kerstverhalen stemmen tot nadenken. 

Vrijdagavond werd ik thuis opgebeld. Of ik nog mensen kende in mijn omgeving, die een kerstpakket zouden kunnen gebruiken. Mensen uit Huizen hadden zelf kerstpakketten samengesteld, met behup van door henzelf gezochte sponsors. En nu zochten ze nog enkele adressen waar die pakketten afgeleverd zouden kunnen worden.

Zo’n initiatief komt niet in de krant. Mensen doen dit anoniem, vanuit een innig gevoel van verbondenheid met mensen die eenzaam zijn of financieel in de problemen zitten. Ik krijg daar een brok van in mijn keel. Het zou een prachtig kerstverhaal uit Huizen kunnen opleveren! 

Wonderlijk eigenlijk, dat je over zo’n vraag lang na moet denken. We hebben het dagelijks over armoede en eenzaamheid. Maar wat weten we eigenlijk weinig van mensen in onze naaste omgeving. Met moeite en ook pas na enig navragen kwam ik tot acht adressen van mensen die een beetje extra aandacht in deze kerstperiode wel zouden kunnen gebruiken. 

Wat zou onze samenleving er anders uit kunnen zien, bedacht ik me, als we allemaal een of twee adressen zouden weten, van mensen die een bezoekje of een beetje extra hulp zouden kunnen gebruiken. Als we allemaal niet alleen met kerst, maar ook door het jaar heen, naar die mensen om zouden zien. Dan pas zouden we echt iets van kerst hebben begrepen.

Dan nu dus toch maar een kerstverhaal voor u, niet uit Huizen (hoewel het ook hier in Huizen geweest kan zijn) maar uit een bundel van Godfried Bomans. Het heet “een witte kerst”.

Een witte kerst

Er was eens een man die het Kerstfeest grondig wilde vieren. Hij haalde een laddertje uit de schuur en spande langs het plafond de rode papieren slingers die daarvoor garant zijn. Aan de lamp hing hij een van die rode bellen, die opgevouwen weinig lijken, maar naderhand nog aardig meevallen. Toen dekte hij de tafel. Hij had hiervoor urenlang over drie winkels verdeeld in de rij gestaan, maar het zag er dan ook goed uit. Naast elk bord stak hij ten slotte een kaarsje aan, waarvan je er tien in een doos koopt, en klapte in zijn handen. Dit was het teken om binnen te komen. Zijn vrouw en kinderen, die al die tijd in de keuken elkaar met een verlegen glimlach hadden aangekeken, kwamen bedremmeld binnen. ‘Nee maar,’ zeiden ze, ‘dat had je niet moeten doen.’ Maar omdat hij het toch gedaan had gingen ze blij zitten en keken elkaar warm aan.

‘ En nu gaan we niet alleen smullen’, zei de man, ‘ we moeten ook beseffen wat er nu eigenlijk gebeurd is.’ En hij las voor hoe Maria en Jozef alle herbergen afliepen, maar nergens was er plaats. Maar het kind werd ten slotte toch geboren, zij het in een stal. En toen begonnen ze te eten, want nu mocht het, al was er dan veel ellende in de wereld. ‘ Kijk,’ zei de man ‘dat is nu Kerst vieren en zo hoort het eigenlijk’ en daarin had hij gelijk. En zij verwonderden zich over de hardvochtigheid van al die herbergiers, maar het was ook tweeduizend jaar geleden moet je denken, zo iets kwam nu niet meer voor. En op dat ogenblik werd er gebeld. De man legde de banketstaaf die hij juist aan de mond bracht, verstoord weer op zijn bord. ‘Dat is nu vervelend,’ zei hij, ‘er is ook altijd wat.’ Hij knoopte zijn servet los, sloeg de kruimels van zijn knie en slofte naar de voordeur.

Er stond een man op de stoep met een baard en heldere, lichte ogen. Hij vroeg of hij hier ook schuilen mocht, want het sneeuwde zo. Het was namelijk een Witte Kerst, dat heb ik nog vergeten te zeggen, hoe kan ik zo dom zijn. De beide mannen keken elkander een ogenblik zwijgend aan en toen werd de een door een grote drift bevangen. ‘Uitgerekend op Kerstmis,’ zei hij, ‘zijn er geen andere avonden’ en hij sloeg de deur hard achter zich dicht. Maar terug in de kamer kwam er een vreemd gevoel over hem en de tulband smaakte hem niet. ‘lk ga nog eens even kijken,’ zei hij, ‘er is iets gebeurd, maar ik weet niet wat.’ Hij liep terug naar de stoep en keek in de warrelende sneeuw. Daar zag hij de man nog juist om de hoek verdwijnen, met een jonge vrouw naast zich, die zwanger was.

Hij holde naar de hoek en tuurde de straat af, maar er was niemand meer te zien. Die twee leken wel in de sneeuw te zijn opgelost. Want het was, zoals gezegd, een witte Kerst. Toen hij weer in de kamer kwam zag hij bleek en er stonden tranen in zijn ogen. ‘Zeg maar even niets,’ zei hij, ‘die wind is wat schraal, het gaat wel weer over.’ En dat was ook zo, men moet zich over die dingen kunnen heen zetten. Het werd nog een heel prettig Kerstfeest, het was in jaren niet zo echt geweest. Het bleef sneeuwen, de hele nacht door en zelfs het kind werd opnieuw in een schuur geboren.