Gewoon hard doorwerken

Wat een dramatische ontwikkeling voor het CDA deze week. Op dinsdagavond liepen we nog opgewekt campagne te voeren. Op woensdagavond was er alleen nog maar verbijstering. Ik had best wel verlies ingecalculeerd, maar geen 20 zetels!

Donderdag was mijn agenda gewoon weer vol en ook vandaag viel er weer genoeg te doen. Lastige dossiers, over bijvoorbeeld de vraag hoe we zorg en maatschappelijke ondersteuning die in de thuissituatie van mensen nodig is zo kunnen organiseren, dat de schotten tussen wat het rijk betaalt (AWBZ) en wat de gemeente betaalt (WMO) wegvallen. Ik wil dat er gewoon goed gekeken wordt naar wat er nodig is en dan pas naar wie dat moet gaan betalen. Dat lijkt logisch, maar zo zit ons systeem helaas niet in elkaar. Er waren ook luchtiger en zelfs feestelijke dossiers, zoals de afronding van het project “6 camperplaatsen” op de kop van de oude haven. Geen tijd dus om te kniezen, maar gewoon hard doorwerken!

Ik denk eigenlijk dat het voor onze burgers, die zorg of maatschappelijke ondersteuning nodig hebben, of voor de mensen die graag hun camper op een mooi plekje in Huizen willen neerzetten, niet zoveel uitmaakt welke politieke kleur de bestuurders hebben die zich daarvoor inzetten. Het gaat er vooral om dat we de grote en kleine problemen in onze samenleving in het oog hebben en die ook (helpen) oplossen. Daarom geloof ik ook niet zo in al die analyses, die zeggen dat politieke partijen die zich qua ideologische uitgangspunten in “het midden” bevinden in de toekomst minder kans van slagen zullen hebben dan de partijen die zich duidelijk als “links” of “rechts” profileren. Burgers kijken naar de prioriteit die we als bestuurders geven aan hun problemen, naar hoe we die problemen aanpakken en naar de resultaten daarvan. Als de problemen waar we ons als bestuurders mee bezig houden te ver af staan van de dagelijkse werkelijkheid van onze burgers, dan spreekt wat we doen hen ook minder aan. En als de resultaten niet direct in hun dagelijkse werkelijkheid worden ervaren, dan is er ook geen herkenning. 

Ik denk persoonlijk dat daar voor de komende jaren de uitdaging voor onze CDA vertegenwoordigers in de Tweede Kamer ligt: laten zien dat wij echt dicht bij mensen staan, zeker als die mensen op hulp van de overheid zijn aangewezen. Daarbij maakt het niet uit welke achtergrond mensen hebben. Ieder mens is uniek en ieder mens verdient het om menswaardig en respectvol te worden behandeld. Daar heeft altijd onze kracht gelegen! Ik hoop dan ook van harte we in elk geval niet in een kabinet met de PVV stappen! Dat zou alles waar we als CDA voor staan ongeloofwaardig maken.

We zullen mijns inziens wel meer de taal van gewone mensen moeten gaan spreken, concreter moeten worden in waar we voor staan, minder beleidsjargon gebruiken. Ik hoop dat we als CDA de komende jaren tijd nemen voor reflectie op deze dramatische verkiezingsnederlaag, om straks ook weer sterk terug te komen. Gewoon hard doorwerken dus!

 

Werkbezoek aan dialysecentrum

Het CDA Huizen diende tijdens het CDA congres een amendement in op het CDA verkiezingsprogramma over orgaandonatie. Het amendement hield in, dat het CDA opnieuw de mogelijkheden van een zogenaamd “geen bezwaarsysteem” zou onderzoeken. Het amendement haalde het echter niet. Maar dat wil niet zeggen dat het onderwerp binnen het CDA niet leeft. Integendeel! Samen met CDA Tweede Kamerlid Maarten Haverkamp (lijst 1, nr. 26) ging ik afgelopen vrijdag op bezoek bij het Dialysecentrum in Hilversum.

Ik blijf zelf echt van mening dat een ander wettelijk beslissysteem nodig is om het tekort aan orgaandonoren op te lossen, zodat mensen die tijdens hun leven niets hebben laten weten na hun overlijden in principe orgaandonor zijn. Maar dat daarvoor onvoldoende politiek draagvlak is, is een feit. Intussen overlijden mensen op de wachtlijst. Daarom is het voor de komende jaren  nuttig om als CDA met deskundigen uit de praktijk in gesprek te blijven over mogelijke andere oplossingen voor het tekort aan donoren.

Momenteel  wachten meer dan 1200 mensen op een nier. Dat is veel en ze wachten te lang meestal bijna 5 jaar en hoe langer een patiënt op de wachtlijst staat, hoe meer de situatie verslechtert en hoe kleiner de kans wordt op een succesvolle transplantatie. Nederland heeft meer orgaandonoren nodig.

Volgens de Hilversumse nefroloog mevrouw N. Mol zijn we op dit moment in de vreemde situatie terecht gekomen dat er meer gezonde mensen bij leven een nier afstaan voor donatie dan er gedoneerd wordt na overlijden. Nierpatiënten ontvangen dus vaker een nier van een levende donor, dan van een overleden donor.

Dit zet aan tot denken. Hoe kan het immers zijn dat mensen in leven wel bereid zijn om een nier af te staan en mensen na hun overlijden niet meer? De onwetendheid en de onduidelijkheid over hoe een orgaandonatie wordt uitgevoerd spelen hierbij een belangrijke rol. Daarnaast willen veel mensen niet stil staan bij hun overlijden en praten zij er maar liever niet over.

Gezien het grote tekort aan donoren is het CDA van mening dat er iets moet gebeuren en roept het CDA mensen op om een keuze te maken over wat er nu hun leven met hun organen moet gebeuren. Om de drempel iets lager te maken heeft het CDA voorgesteld dat iedere burger bij het ophalen van zijn of haar paspoort een orgaandonatieformulier ontvangt. Mensen moeten worden aangemoedigd om bewust na te denken en goed worden voorgelicht over dit belangrijke onderwerp. Volgens Maarten Haverkamp worden burgers op die manier structureel gevraagd zich op te geven als orgaandonor. Zo nemen we een stukje angst en onbekendheid bij de mensen weg.

Op dit moment loopt er in Nederland een proef bij een aantal gemeenten maar wat betreft Maarten Haverkamp wordt deze proef uitgebreid en gaan bijvoorbeeld alle gemeenten in de Gooi en Vechtstreek via hun afdeling Burgerzaken de informatie folders uitdelen. Als CDAers uit de Gooi en Vechtstreek overleggen we regelmatig in het bijzijn van Maarten Haverkamp over allerlei zaken en op het eerst volgende overleg zal zeker op de agenda staan hoe we vanuit gemeenten mensen meer bewust kunnen maken over de nut en noodzaak van donor registratie. Want, aldus Maarten Haverkamp, laten we eerlijk zijn: op het moment dat we zelf een donornier nodig hebben willen we er toch ook niet 5 jaar op wachten met het risico dat het te laat is?

 

Politiek debat

Het is echt jammer voor de mensen die niet aanwezig waren bij het politiek debat dat afgelopen woensdag door het Marokkaans platform werd georganiseerd in wijkcentrum “Holleblok”. Oud burgemeester Jos Verdier had de leiding. Vertegenwoordigers van politieke partijen waren Jessica Prins (VVD), Liesbet Tijhaar (PvdA), Gerrit Pas (Groen Links), Ron Schaap (D66) en ikzelf natuurlijk namens het CDA. Na een korte inleiding van alle aanwezige vertegenwoordigers van de politieke partijen startte na de pauze het echte debat. En ik kan u verzekeren, dat het er heel wat inhoudelijker aan toeging dan de debatten die u op TV volgt. De mensen in de zaal stelden ook pittige thema’s aan de orde en er werd stevig gediscussieerd, o.a. over de hypotheekrenteaftrek en de studiefinanciering. Ook dilemma’s als vrijheid van meningsuiting en het verbod tot discriminatie kwam aan de orde en natuurlijk ging het ook over het (gebrek aan) vertrouwen van burgers in de politiek.  De sfeer was goed en er werd ook naar elkaar geluisterd. Zo hoort het.

Hartstikke leuk dat dit enige lokale debat in Huizen zo fantastisch door het Marokkaans platform is georganiseerd!

 

Verbinden of aanpakken?

Deze week sprak ik met twee vrouwen over de gemeenteraadsverkiezingen. De eerste was Marian. Ze woont en werkt in Almere Haven en heeft één driejarige dochter. Zij was niet gaan stemmen, maar als ze was gaan stemmen, dan had ze waarschijnlijk wel PVV gestemd. Ik reageerde verbaasd: “Waarom?” Haar antwoord was: “Kom hier maar eens wonen”. En daarna volgde een opsomming van de bedreigingen door een groep Marokkaanse  jongeren, die zij en haar gezin dagelijks in hun eigen woonomgeving meemaken.

Daarna sprak ik Fatima. Zij woont en werkt in Huizen. Ze is van Marokkaanse komaf en ze heeft een gezin met opgroeiende jongens. Eén daarvan zit nog op de basisschool. De anderen op de middelbare school. “Ik heb op jou gestemd” zei ze. Ik vroeg ook aan haar: “Waarom?” Haar antwoord was: “Ik ben zo bang.”

Deze week werd Wouter Bos vervangen door Job Cohen. Alom lees ik positieve verhalen over zijn “bindende” kwaliteiten. Maar wie moeten we nu eigenlijk aan elkaar verbinden? Marian en Fatima? Daar geloof ik niets van. Marian wordt niet bedreigd door Fatima en Fatima is niet bang voor Marian. Twee culturen soms? Of twee religies? Ook daar geloof ik niet in. Nederland is altijd een land geweest waar godsdienstvrijheid en tolerantie jegens andere culturen hoog in het vaandel hebben gestaan en ik geloof echt niet dat Nederlanders daar nu opeens anders over denken. Ik geloof dat het veel platter is. Marian is bang voor jongeren die zich niet weten te gedragen in onze samenleving. Die anderen het leven zuur maken, tasjes van oude vrouwen roven, gewelddadig zijn naar andere jongeren, inbraken plegen, mensen met het mes op de keel dwingen om geld te pinnen. Daar gaat haar angst over.

En Fatima is bang voor de beeldvorming over Marokkaanse jongeren in het algemeen. Ze is bang dat die ook op haar eigen jongens gaat afstralen en dat zij daar last van gaan krijgen, in hun dagelijks leven, of bij het vinden van een baan. Ze is bang voor de haat die aan het ontstaan is ten opzichte van haar geloof en de gevolgen die dat voor hen als groep zal krijgen.

We moeten ons volgens mij helemaal niet bezig houden met het verbinden van culturen, maar we moeten diegenen aanpakken die niet willen deugen. Daar zit naar mijn stellige overtuiging het probleem.

Ik ben nog steeds van mening dat we met opvoedingsondersteuning moeten doorgaan en dat we daarmee moeten proberen om te voorkomen dat jongeren afglijden, dat ze zonder diploma de school verlaten en in de criminaliteit terecht komen.

Maar wat er in Nederland mijns inziens ontbreekt, is een adequate aanpak aan het eind van het traject, als jongeren ontspoord zijn en als niets meer helpt, ook onze strafmaatregelen niet. Omdat daar de mogelijkheden ophouden, lijkt het er nu haast op dat de betreffende jongeren de baas op straat zijn geworden.

Ruud Lubbers heeft ooit eens voorgesteld om heropvoedingskampen in te richten voor deze groep en ook in Rotterdam komen deze geluiden vanuit het CDA nu weer op. Dat klinkt heel zwaar, maar ik ben ervan overtuigd dat voor de feitelijk maar kleine groep jongeren, die het voor ons allemaal verziekt, ook zware maatregelen nodig zijn. Als we erin slagen om die jongeren te isoleren en misschien daardoor zelfs weer op het rechte pad te krijgen, dan valt de bodem weg onder het ongenuanceerde geroep van de PVV over religie en cultuur.

Campagne van start!

Vrijdag startte de campagne van het CDA Huizen tijdens de druk bezochte nieuwjaarsbijeenkomst in het Dienstencentrum. De belangrijke thema’s van het CDA Huizen werden nog eens onder de aandacht gebracht, zoals: (1) veiligheid en respect, (2)versterking locale economie en behoud van werkgelegenheid, (3) maatschappelijke ondersteuning en zorg en (4)verbeteren van sportvoorzieningen.

Zaterdagochtend was ik in het provinciehuis van den Bosch aanwezig bij een bijeenkomst voor CDA lijsttrekkers uit het hele land, waar toespraken werden gehouden door o.a. CDA minister Klink, CDA staatssecretaris Van Bijsterveldt en CDA staatssecretaris De Vries. En daar ontdekte ik dat onze locale thema’s nog steeds heel nauw samenhangen met thema’s die ook in den Haag spelen.

De economie bijvoorbeeld! Het kabinet heeft in de afgelopen periode een pakket aan maatregelen genomen, om de economie in ons land op gang te helpen. Zo is de jeugdwerkloosheid aangepakt en is fors geïnvesteerd om jongeren die niet werken in ieder geval langer op school te houden. Door ingrepen in het belastingstelsel heeft het Midden en Klein Bedrijf (MKB) een enorme impuls gekregen. Versterken van de economie is wel hand in hand gegaan met duurzaamheid. “Groen gedrag” van burgers en bedrijven wordt beloond met korting op belastingen. Via de zogenaamde “deeltijd WW” is gezorgd voor stabiliteit. Oke, het toekomstig pakket aan bezuinigingsmaatregelen is nog niet volledig ingevuld. Maar over een te bezuinigen bedrag van 30 miljard euro mag wat mij betreft dan ook wel even goed worden nagedacht. Niet zomaar iets roepen of de gemakkelijke weg kiezen (bijvoorbeeld lastenverhoging voor burgers). Ook dat vind ik de kracht van dit kabinet!

Veiligheid en respect is ook zo’n thema, waar het kabinet fors op in zet. De maatschappelijke stage is nu al een groot succes. Ruim 190.000 jongeren lopen momenteel zo’n stage, waarbij respect, waarden en normen centraal staan. Door het oprichten van de zogenaamde “veiligheidshuizen” is 30-40% minder recidive van lichte criminaliteit gerealiseerd. En dit kabinet kiest gelukkig ook voor een zorgvuldig integratiedebat, waarbij wel scherp wordt opgetreden tegen gedrag dat tegen onze rechtsstaat in gaat, maar waarbij vooral ook wordt gezocht naar de verbinding van andere culturen mét onze rechtsstaat.

Het kabinet is ook bezorgd om de effecten van de vergrijzing. Natuurlijk hebben we veel vitale ouderen, die voor veel problemen juist een oplossing kunnen bieden (vandaar ook de verhoging van de AOW leeftijd). Maar we ontkomen toch niet aan het probleem dat er over 15 jaar 400.000 mensen extra nodig zijn in de zorg, terwijl er maar 20.000 extra op de arbeidsmarkt zullen komen. Nu investeren in preventie (meer mensen aan het sporten bijvoorbeeld!) en in efficiency en innovatie in de zorg is dus hard nodig, om het huidige niveau ook over 15 jaar overeind te kunnen houden.

Moed, beleid en trouw! Dat heeft het CDA in de afgelopen jaren laten zien.  Moed, door moeilijke beslissingen te durven nemen, met het oog op de lange termijn. Beleid, door te sturen op sociale samenhang van alle maatregelen. Trouw, door het eigenbelang ter zijde te stellen als dit in het landsbelang is en dus bijvoorbeeld liever een “knieval” te doen dan Nederland in een kabinetscrisis te storten.

Voor Huizen is het enorm belangrijk dat we goede contacten hebben tussen de plaatselijke politieke partijen en de partijen in den Haag (en natuurlijk ook in de provincie). Voor mij als CDA bestuurder zijn er heel korte lijnen, zowel naar mijn CDA collegae in de provincie als ook de CDA collegae in den Haag. Daardoor kunnen zaken die in Huizen spelen goed worden afgestemd en werken we allemaal aan hetzelfde doel. Dat moet ook, omdat juist in deze economisch moeilijker tijden nauw moet worden samengewerkt om resultaten te bereiken. Op die manier kan met vereende krachten succesvol gebouwd worden aan een stabiele, veilige en respectvolle samenleving, ook in Huizen!

Base en softbalvereniging de Zuidvogels bestaat 40 jaar

Afgelopen zaterdag was ik aanwezig bij de algemene ledenvergadering van Amnesty International Nederland in de Flint in Amersfoort, waar diverse mondiale ontwikkelingen de revu passeerden. ’s Avonds was ik te gast op het spetterende “be wild” feest van de base en softbalvereniging de Zuidvogels, ter gelegenheid van hun 40 jarig bestaan. Op het feest waren niet alleen bestuursleden, spelers en vrijwilligers van nu, maar ook van de vorige generaties, die de vereniging gemaakt hebben tot wat die nu is.

Op het oog heeft dit jubileumfeest niets met mondiale ontwikkelingen te maken. Maar toch…

Op de ledenvergadering van Amnesty was Ruud Lubbers uitgenodigd als gastspreker. Hij hield een inspirerend verhaal over actuele mondiale ontwikkelingen. Hij legde daarbij uit dat de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens ontstond in een tijdperk, waarin andere thema’s dominant waren dan nu. Er was bijvoorbeeld nog geen notie van de klimaatcrisis en de acties uit die tijd waren vooral gericht op regeringen, die zich beter moesten gaan gedragen en universeel aanvaarde mensenrechten moesten respecteren. Op dit moment is de mondiale tendens dat we allemaal in hetzelfde schuitje (namelijk de aarde) zitten en dat we het met elkaar zullen moeten doen. Niet langer worden alleen regeringen verantwoordelijk gesteld, maar de maatschappij als geheel. “Civil society” organisaties (dus maatschappelijke organisaties) en bedrijfsleven spelen een belangrijke rol op tal van mondiale vraagstukken. Er is dan ook een behoefte zichtbaar om meer samen te werken en niet uitsluitend te wijzen naar wat regeringen wel of niet doen. Uit de zaal kwam een vraag, hoe te reageren op de mensen die op Wilders hebben gestemd. Het antwoord van Lubbers was: “Niet op reageren, want iedereen heeft in ons land de vrijheid om te stemmen op wie men wil”. Maar Lubbers vervolgde: “Wat we wel moeten doen, zeker op locaal niveau, is ervoor zorgen dat iedereen mee doet aan de samenleving. Burger zijn in ons land betekent dat je een bijdrage levert. Dat is niet vrijblijvend. Iedereen heeft daarin een eigen verantwoordelijkheid. Als we dat bereiken, dus als iedereen ook daadwerkelijk zijn steentje bijdraagt, dan zullen we vanzelf zien dat over een tijdje gezegd wordt: waar had die Wilders het eigenlijk over?” 

Het feest op de base en softbalvereniging was fantastisch. Heel veel vrijwilligers hebben hiervoor de handen uit de mouwen gestoken en bedrijven hebben het feest ruimhartig gesponsord. Dit is, bedacht ik mij, hoe we in Nederland graag met elkaar willen samenleven, hoe we verdriet met elkaar willen delen, maar ook hoe we vreugdevolle momenten met elkaar willen vieren.

Laten we (overheid, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties!) er toch voortdurend op attent zijn, dat iedereen de kans krijgt om aan de samenleving bij te dragen en dat we niemand uitsluiten. Oud of jong, gehandicapt of gezond, van allochtone of autochtone komaf. Ieder mens heeft eigen mogelijkheden en talenten, die voor de samenleving kunnen worden ingezet.

Botters in de Huizer haven

Een oplettende havenbezoeker heeft wellicht al gezien dat er geen twee, maar drie botters in de haven liggen. De stichting Vrienden van de Huizer botter, die erg haar best doet om bottereigenaren voor een ligplaats in Huizen te interesseren, informeerde mij vandaag over dit heugelijke feit. Roy Dixon heeft voortvarend besloten voor 2009 een ligplaats in Huizen te kiezen met de GT ( Grafhorst ) 13. Deze botter is in Kampen gebouwd als Oostwal botter en heeft tot 1960 gevist vanuit Grafhorst. De botter is in particulier eigendom van Roy Dixon, de balladezanger onder de schippers.

De verwachting is dat er de komende maanden nog twee botters bij zullen komen. Het wordt steeds mooier in onze Huizer haven!

Teleurgesteld over besluit orgaandonatie

Ik ben een grote bewonderaar van mijn partijgenoot Ab Klink, die ik ken als een kritisch denker met hoge idealen over de inrichting van onze samenleving vanuit het christen-democratische gedachtegoed. Zijn visies op de introductie van vraagsturing in de gezondheidszorg en de betekenis van maatschappelijke organisaties voor ons bestuurlijke stelsel zijn me uit het hart gegrepen. Ik was dan ook bijzonder opgetogen toen ik hoorde dat Ab Klink minister van volksgezondheid zou worden.

Deze week is dat enthousiasme wel getemperd, toen ik hoorde dat zelfs Ab Klink het niet aandurft om de wet op de orgaandonatie aan te passen, ondanks het advies dat hierover door een door hemzelf ingestelde commissie van deskundigen is gegeven.

Het alternatief dat Ab Klink nu voorstelt en dat erop neerkomt dat mensen vooral moeten worden aangesproken op hun verantwoordelijkheid om zich te laten registreren, is natuurlijk geen reëel alternatief en ik kan me niet voorstellen dat Ab Klink dit niet weet. Immers, de Nierstichting en de Nierpatiëntenvereniging proberen die gedragsbeïnvloeding al jaren te bewerkstelligen, zonder enig noemenswaardig resultaat. In mijn vorige baan als directeur van de Nierstichting ben ik nauw betrokken geweest bij de vele experimenten met voorlichtingscampagnes, zowel op locaal niveau (de intensieve campagne in Zwolle) als op nationaal niveau, met TV spots en aandacht in de diverse landelijke media. Na afloop van zo’n campagne, waar vele honderden euro’s aan werden besteed en waar de meest vooraanstaande deskundigen op het gebied van voorlichting en massacommunicatie bij werden betrokken, keken we steeds hoopvol naar de cijfers van de donorregistratie. Steeds waren die zwaar teleurstellend. Zelfs de spraakmakende donoractie van BNN leverde nauwelijks extra registraties op. Het gevolg is dat nog steeds jaarlijks tientallen mensen sterven op de wachtlijst, omdat voor hen niet tijdig een donororgaan beschikbaar was.

Het argument dat een wetswijziging niet zal werken om het probleem op te lossen is al net zo dubieus als de door hem voorgestelde alternatieven. Immers, in andere landen werkt dit systeem prima (België, Spanje etc.). Bovendien hebben we nu een wet die zeker niet werkt, dus welk risico lopen we met een wijziging daarvan?

Natuurlijk zullen artsen altijd zorgvuldig met nabestaanden blijven omgaan en hun emoties uiterst serieus nemen. Maar het is voor artsen wel veel gemakkelijker om de donatievraag aan de orde te stellen als de overledene in principe donor is. Nu is het vaak zo dat nabestaanden niet weten wat hun geliefde zou hebben gewild en wordt om die reden van orgaandonatie afgezien.

Ik kan maar niet begrijpen waar Ab Klink nu zo bang voor is. Voor een wijziging van het beslissysteem in de wet op de orgaandonatie is immers (zo blijkt uit vele onderzoeken) een breed draagvlak in de samenleving? Ook bij de eigen CDA achterban (of misschien wel juist bij de CDA achterban) uit alle denominaties is veel begrip en mededogen aanwezig voor de situatie van de mensen op de wachtlijst, voor hun leven tussen hoop en vrees en voor de wanhoop en het verdriet van hun naasten, die iedere dag moeten aanzien hoe hun geliefden er lichamelijk én psychisch op achteruit gaan. En als een wetswijziging nu niet blijkt te werken, dan lopen we toch ook geen enkel politiek risico? We kunnen dan tenminste zeggen dat we geluisterd hebben naar de betrokken maatschappelijke organisaties die voor het CDA zo belangrijk zijn en dat we er als CDA vervolgens ook echt alles voor hebben gedaan.

Ik zal zelf in ieder geval een kritisch geluid naar onze bewindslieden in Den Haag laten horen. Ik hoop van harte dat velen zich hierbij aansluiten en dat het kabinet de komende weken nog op haar schreden terugkeert!

Haagse bemoeizucht

Met stijgende verbazing en ergernis lees ik de berichtgeving in de media over de bemoeizucht van de rijksoverheid als het gaat om de nieuwe situatie in de thuiszorg, sinds gemeenten de huishoudelijke hulp zijn gaan regelen. Ik heb daar geen goed woord voor over en ik heb ook geen enkele behoefte aan deze Haagse regelzucht. Gemeenten kunnen hun taken op dit gebied zelf echt wel aan en nemen de behoeften van hun burgers uiterst serieus, zoals ook in het afgelopen jaar in onze regio duidelijk is gebleken. 

De burger ziet door alle berichten in ieder geval door de bomen het bos niet meer. Wat overblijft is het gevoel dat gemeenten het kennelijk niet goed doen en die beeldvorming is echt onterecht. Wat mij betreft zou het in de media wel eens duidelijker mogen worden, dat gemeenten op grond van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) uitsluitend de huishoudelijke hulp moeten regelen. Alle andere thuiszorg (dus verpleging, verzorging etc.) is nog steeds geregeld in de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) en daarmee de verantwoordelijkheid van het rijk. Het plaatje van de oude dame in de krant, die steeds door iemand anders gewassen wordt, gaat dus over een onderdeel van de thuiszorg waar gemeenten geen enkele zeggenschap over hebben. Nogmaals, gemeenten gaan alleen over huishoudelijke hulp. Wel jammer vind ik, want het was voor onze burgers beter geweest als er geen schotten in de thuiszorg zouden zijn, maar de rijksoverheid heeft met de invoering van de WMO nu eenmaal voor dit model gekozen. De AWBZ is echter nog volop onderwerp van discussie en ik verwacht zeker dat gemeenten in de toekomst meer regie zullen krijgen over alle hulp die mensen in de thuissituatie nodig hebben.

Liever dan zich nu met het door gemeenten gevoerde beleid te bemoeien, zou ik zien dat de rijksoverheid zich bezig gaat houden met problemen waar zij zélf verantwoordelijk voor is en waar ze ook echt iets aan zou moeten gaan doen. Er is, om maar eens wat te noemen, nog steeds in onze regio een tekort aan verpleeghuisbedden. De inhaalslag die we dit jaar gaan maken (overigens niet dankzij inmenging van het rijk, maar dankzij inmenging van gemeenten!) zal de nood tijdelijk lenigen, maar de vergrijzing in onze regio zal de komende jaren dermate toenemen, dat verdere maatregelen dringend geboden zijn. Daar hoor ik in den Haag niemand over praten. Kennelijk is het gemakkelijker om zich over verantwoordelijkheden van lagere overheden uit te laten, dan de hand in eigen boezem te steken.

Toen de rijksoverheid nog verantwoordelijk was voor de huishoudelijke hulp, rezen de kosten van de huishoudelijke hulp de pan uit. De AWBZ dreigde daardoor onbetaalbaar te worden. De rijksoverheid bedacht het plan om de huishoudelijke hulp over te hevelen naar gemeenten. Dit gebeurde overigens pas nadat eerst nog even fors werd gesnoeid in de indicatiestelling, zodat een aanzienlijk lager bedrag naar de gemeenten kon worden doorgesluisd. Hoewel er zeker inhoudelijke argumenten aan de WMO ten grondslag hebben gelegen, waar ik persoonlijk ook helemaal achter kan staan, werd de WMO door deze operatie toch door velen primair als een bezuinigingsmaatregel gezien.

Gemeenten hebben desondanks deze ogenschijnlijk ondankbare klus serieus opgepakt en hebben de uitvoering van de huishoudelijke hulp naar eer en geweten ter hand genomen. Ook in onze regio was dat het geval. Bij de openbare aanbesteding (waar mevrouw Bussemaker nu vanaf lijkt te willen, maar die voor gemeenten wel door de rijksoverheid verplicht werd gesteld) hebben kwaliteitsargumenten dan ook de overhand gekregen. De prijs speelde pas in tweede instantie een rol. Gemeenten wilden vooral kwalitatief goede hulp bieden, passend bij de behoeften van hun inwoners.

Gaandeweg het jaar 2007 werd duidelijk dat binnen gemeenten, door het zorgvuldig uitvoeren van de indicatiebesluiten, een verschuiving optrad van dure huishoudelijke hulp naar meer goedkope huishoudelijke hulp. Let wel: de mensen die het betrof kregen gewoon de hulp die geïndiceerd was en over het algemeen leidde deze verschuiving niet tot klachten bij mensen die deze hulp nodig hadden.

De thuiszorginstellingen zagen echter hun omzet schrikbarend dalen en dreigden daardoor zodanig in de problemen te komen, dat ontslagen niet te voorkomen leken te zijn. Om die reden hebben we in onze regio voor het jaar 2008 een overgangsregeling getroffen. Thuiszorginstellingen krijgen dit jaar de kans om hun bedrijfsvoering aan de nieuwe situatie aan te passen en duur betaalde krachten om te scholen naar banen in de zorg. 

Thuiszorginstellingen klagen nu kennelijk steen en been bij de rijksoverheid, die daar vervolgens ook met krokodillentranen op reageert. Maar waar was het nou eigenlijk allemaal om te doen? De rijksoverheid wilde toch dat de kosten van de AWBZ naar reële proporties zouden worden teruggebracht? Zij wilde toch dat mensen passende huishoudelijke hulp zouden krijgen en geen (duurdere) hulp waar ze zelf helemaal niet om gevraagd hebben? Zoals het zich nu laat aanzien gaan gemeenten die doelen ook realiseren. En er blijft zelfs wat financiële ruimte over, waarmee meer “hulp op maat” kan worden bekostigd en waarmee weer geinvesteerd kan worden in innovatie. Ook dat is hard nodig, want ondanks de hoge kosten hebben mensen die thuis hulp nodig hebben nauwelijks iets te kiezen.  Niks “oppotten door gemeenten” dus, maar wel een herverdeling van schaarse middelen, ten gunste van passende ondersteuning van burgers die thuis hulp nodig hebben.

Overigens hebben we in onze regio met de overgangsregeling ook al geregeld dat thuiszorginstellingen aan alphahulpen fatsoenlijke contracten kunnen gaan aanbieden. Ook daar is echt geen aanvullende Haagse regelgeving voor nodig.

Kortom: als de rijksoverheid problemen bij gemeenten over de schutting wil gooien, moet diezelfde overheid er ook op vertrouwen dat gemeenten die problemen ook adequaat aanpakken. En in onze regio hebben we laten zien dat we daar als gemeenten uitstekend toe in staat zijn.

Logische grenzen?

Deze week heb ik mij zowel binnen het College als binnen het CDA Huizen bezig gehouden met een reactie op het besluit van Gedeputeerde Staten, om de gemeente Huizen de mogelijkheid te geven om zich na twee jaar aan te sluiten bij de BEL-samenwerking.

Ik vind een voorstel tot samenvoeging van ons ambtelijk apparaat met dat van de BEL-gemeenten, zonder een bestuurlijke fusie, heel merkwaardig. Aan één kant wordt door GS de gelijkwaardigheid van de drie gemeenten, zowel qua financiën als qua inwoneraantal, als argument genoemd om de Bijvanck en de Blaricummermeent niet toe te voegen aan het grondgebied van de gemeente Huizen. Aan de andere kant speelt die gelijkwaardigheid opeens geen rol, als wordt voorgesteld om Huizen met ruim 42.000 inwoners te laten aansluiten bij de BEL-samenwerking. Het lijkt erop dat GS hinken op twee gedachten. Hopelijk zien de leden van onze Provinciale Staten in dat met dit nieuwe voorstel van GS de onduidelijkheid voor alle betrokkenen alleen maar toeneemt. 

Ook het voorstel om een deel van de woningen aan de Naarderstraat over te laten gaan naar de gemeente Naarden vind ik vreemd. Ik geloof niet dat GS zich hebben gerealiseerd dat daarmee een nieuwe situatie van onlogische grenzen wordt gecreëerd. Deze woningen zijn bovendien volledig aangesloten op de Huizer infrastructuur (denk daarbij onder andere aan de aansluiting op ons rioleringssysteem) en het leidt tot hoge kosten om daarin gedwongen allerlei onnodige aanpassingen door te voeren. Het voorstel van GS is ook op dit punt inconsequent en mijns inziens niet goed doordacht. 

De komende week zal namens het gemeentebestuur van Huizen een formele reactie naar de leden van de Provinciale Staten in Noord Holland worden gestuurd en natuurlijk gaat onze burgemeester van Gils persoonlijk weer opnieuw mondeling het standpunt van Huizen toelichten aan de leden van Provinciale Staten.

Deze week al stuurde de CDA fractie in Huizen een brief over dit onderwerp aan de CDA Statenleden, met een afschrift daarvan aan alle leden van de betreffende commissie (FEPO) die dit onderwerp op 4 februari a.s. gaat behandelen. Ik ben blij met de intensieve lobby van het Huizer CDA in de richting van de CDA Statenfractie en ik hoop dat ook andere politieke partijen in Huizen in de komende weken met betrekking tot dit voor Huizen zo belangrijke dossier dit voorbeeld zullen volgen. Huizen is bestuurskrachtig genoeg om de komende jaren zelfstandig te blijven, maar pleit wel voor logische grenzen. Het is nog niet te laat!