In de afgelopen week was ik deelnemer aan een ronde tafelgesprek over de WMO. Aan tafel zaten leden van diverse WMO Raden, belangenorganisaties en enkele wethouders. Er werd uitgebreid gediscussieerd over ‘de kanteling’. Dit is een begrip dat voor ingewijden heel gewoon is, maar voor gewone mensen natuurlijk onbegrijpelijk. Kern van het begrip is dat we als gemeenten anders (dus gekanteld) moeten gaan denken als het gaat om de toepassing van regels. Er is in complexe situaties van mensen vaak veel aan de hand waardoor mensen niet (meer) volwaardig in de maatschappij kunnen deelnemen. Gebrek aan sociale contacten, een problematische gezondheid, werkloosheid, geldproblemen, gebrek aan zingeving, dit alles kan leiden tot een versmalling van het bestaan van mensen en uiteindelijk tot een sociaal isolement. Met ‘de kanteling’ willen we bevorderen dat de problemen waarmee mensen worstelen integraal worden aangepakt en dat het uiteindelijke resultaat is, dat mensen weer gewoon op eigen kracht (of met hulp van hun eigen sociale netwerk) aan de samenleving kunnen meedoen. Binnen gemeenten staan op dit moment de regels, maar vooral ook de organisatiecultuur, een passende oplossing voor mensen helaas vaak nog in de weg. Daar moeten we iets aan veranderen. Immers, geen enkel mens is gelijk en geen enkele situatie is gelijk. Het resultaat dat we samen met kwetsbare burgers kunnen bereiken moet dan ook niet gehinderd worden door regels die voortkomen uit een in onze samenleving niet langer realistisch gelijkheidsdenken of angst voor willekeur. Om die reden heeft de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) een ‘gekantelde verordening’ voorgesteld. De nieuwe WMO verordening die we als gemeenten allemaal moeten hebben zal in Huizen echter verder gaan dan het model. Wij streven naar een verordening die nauwelijks nog regels gaat bevatten! Onze visie is, dat we vooral goed moeten luisteren naar mensen die ondersteunng nodig hebben, om vervolgens samen te zoeken naar passende oplossingen. Niet alles hoeft door de overheid te worden geregeld. Wat mensen op eigen kracht (nog) kunnen moet weer centraal komen te staan. Dat is het vertrekpunt. Maar als daar aanvullend (professionele) hulp nodig is, dan moeten we er als overheid wel zijn!
Als overheid kunnen we niet alle problemen van mensen oplossen. We hebben daarbij een betrokken samenleving nodig, waarin mensen ook naar elkaar omzien. Gelukkig heb ik deze week weer veel voorbeelden gezien waarbij professionele hulp én de inzet van vrijwilligers samen leidt tot het voorkomen van een sociaal isolement. Zo werd vandaag (donderdag 21 april) door professionals én vrijwilligers van de Marke en vrijwilligers van de Zonnebloem en de Rikistichting, samen met de kinderen en de meester van klas 7 van de Eben Haëzerschool in Huizen een feestelijke ochtend verzorgd voor de ouderen van de Marke. Bij de opening van deze bijeenkomst heb ik daar ook mijn waardering voor uitgesproken: Als overheid kunnen we veel doen voor de ouderenzorg, maar we kunnen de aandacht die mensen voor elkaar hebben niet regelen. Het is fantastisch om te zien met hoeveel motivatie mensen écht vanuit hun hart voor anderen zorgen. Juist ook ouderen lopen een groter risico om sociaal geïsoleerd te raken. Het is fijn dat daar in Huizen zoveel aandacht voor is. En de jeugd van nu, zijn hopelijk de vrijwilligers van straks!
Deze week weer werd ik helaas ook weer geconfronteerd met casuïstiek waaruit de noodzaak van een integrale aanpak van mensen of gezinnen in probleemsituaties duidelijk naar voren kwam. Soms zijn we onvoldoende op de hoogte van de problemen van mensen. En als die dan bij ons bekend worden, is het vaak echt crisis. We zijn in Huizen op de goede weg om in dit soort crisissituaties doortastend op te treden, maar er zijn ook nog wel belemmeringen om dit te doen. Ook in Huizen zijn we er wat ‘de kanteling’ betreft nog niet. Er liggen dus nog genoeg uitdagingen!