Deze weken staan voor mij in het teken van de begroting 2007. De eerste conceptbegroting is klaar en we hebben vandaag in het College op hoofdlijnen afspraken gemaakt over een aantal punten, die nog in de begroting moeten worden aangescherpt.
Uiteraard zullen we, zoals was afgesproken, een sluitende meerjarenbegroting presenteren.
Daarnaast willen we als College ook al een richting aangeven voor nieuwe accenten die in 2007 zullen worden gelegd, op basis van de gemaakte afspraken in het Collegeprogramma.
Tenslotte wil ik er dit jaar vooral ook werk van maken dat we een begroting presenteren met duidelijk beschreven doelstellingen voor 2007. “SMART” noemen we dat. Dat woord is een beetje managementjargon. Het staat voor “Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden”. Concrete doelstellingen dus, die voor iedereen begrijpelijk en toetsbaar zijn. Het is niet altijd mogelijk om de vele (vaak ambitieuze) doelen die we onszelf hebben gesteld aan alle “SMART” eisen te laten voldoen. Maar dan moeten we dat ook maar gemotiveerd aangeven. Veel vaker is het wel mogelijk.
Waarom vind ik dit zo belangrijk?
In de eerste plaats is de (programma)begroting bedoeld als “sturingsinstrument” voor de Raad. Dat betekent dat we als College heel duidelijk aan de Raad moeten kunnen laten zien welke (maatschappelijke) effecten we op de diverse beleidsterreinen in 2007 willen gaan realiseren. Dat vraagt om een heldere visie en ook om het maken van keuzes. Hoe concreter we in staat zijn dit te formuleren, des te beter de Raad ook kan beoordelen of onze voorstellen voldoende zijn, of dat het bijvoorbeeld meer, minder, of anders moet. En uiteraard hoort daar dan ook een passend prijskaartje bij.
In de tweede plaats vind ik dat we bij de jaarrekening (dus aan het einde van de rit) moeten kunnen verantwoorden wat we van de voorgenomen doelstellingen hebben gerealiseerd en wat niet. Hoe concreter (en dus meer “SMART” geformuleerd) de doelen zijn, des te transparanter kunnen we zijn in de verantwoording van het gevoerde beleid en de daadwerkelijk gerealiseerde maatschappelijke effecten daarvan.
Tenslotte helpt een kritische blik op de beschrijving van onze doelstellingen ons ook bij het afwegen of de middelen die we inzetten om onze doelen te bereiken daarvoor ook toereikend zijn en of die middelen ook (nog steeds) voldoende efficient worden ingezet.
Naar verwachting zullen we volgende week in het College tot een besluit over de concept begrotingsstukken komen.