Afgelopen donderdag bestond de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) 35 jaar en voor die gelegenheid was ik uitgenodigd voor een plechtige bijeenkomst in de prachtige Nieuwe Kerk in den Haag. Plechtig was het vooral ook omdat onze koningin en onze minister president Balkenende daarbij aanwezig waren. En er waren vooraanstaande sprekers uit de academische wereld, die hun visie op de relatie tussen de overheid en de wetenschap verwoordden.
Tsja, zoiets maak je als eenvoudige wethouder uit het dorp Huizen niet dagelijks mee. Ik vond het een bijzondere ervaring. Maar het was ook een gebeurtenis die me weer even stil deed staan bij onze eigen werkelijkheid in het openbaar bestuur. We worden zo vaak door de waan van de dag geregeerd. De berichten in de media, verontwaardigde actiegroepen, teleurgestelde burgers … je hebt er als bestuurder allemaal mee te maken. Maar gelukkig kennen we ook organen als een WRR, wijze mensen, die ogenschijnlijk in alle rust kunnen nadenken over lange termijn ontwikkelingen in ons land en in de wereld om ons heen en die bestuurders daarover onafhankelijk van advies dienen.
Het is de kunst voor bestuurders (zowel in Huizen als in den Haag) om een open oog en een open oor te houden voor wat er dagelijks de revu passeert, maar daarbij ook met visie de lange lijnen vast te houden. Dat betekent dat we ook onze verantwoordelijkheid moeten durven nemen als dat tegen korte termijn belangen in gaat. Want beslissingen die we nu nemen, zullen in belangrijke mate ook de toekomst van ons en onze kinderen bepalen.