Wat veilig is moet veilig blijven

Huizen is volgens de cijfers een betrekkelijk veilig dorp en in die zin natuurlijk niet te vergelijken met de grote steden om ons heen. Toch vindt CDA Tweede Kamerlid Coskun Cörüz dat het aantal politieagenten in plaatsen als Huizen niet omlaag moet ten gunste van de grote steden. “Wat veilig is, moet ook veilig blijven”, betoogde Cörüz gisteren tijdens de CDA ledenvergadering in ’t Visnet in Huizen.

Cörüz is een groot voorvechter voor nationale politie, waarbij de beheersmatige activiteiten landelijk worden geregeld, maar de ‘locale driehoek’ wordt versterkt. Dit is volgens hem absoluut niet schadelijk voor de locale zeggenschap over wat de politie doet. Integendeel. In de toekomst krijgt de burgemeester, maar ook de Raad, zelfs veel meer zeggenschap dan in de huidige situatie en wordt dat ook formeel geregeld. De nationale politieorganisatie met 10 (i.p.v. 26!) regionale korpsen moet ook de enorme bureaucratie bij de politie gaan terugdringen. De leden van de Huizer CDA fractie, die in de afgelopen weken in het weekend met de politie op pad zijn geweest, kunnen dat beamen. Bert Rebel heeft nog meer respect gekregen voor de agenten en de manier waarop zij optreden. Maar hij noemt het ook echt te zot voor woorden wat de politie allemaal moet opschrijven, handmatig en soms zelfs drie keer hetzelfde. Daardoor komt de politie veel minder toe aan de taken waar ze eigenlijk voor staan. Hij vraagt of er niet eens geïnvesteerd kan worden in fatsoenlijke automatisering. Cörüz antwoordt dat hier momenteel volop aan wordt gewerkt. De CDA fractie in de Tweede Kamer is hier voortrekker in. Op korte termijn zullen door de CDA fractie ook een aantal concrete ‘ontbureaucratiseringsvoorstellen’ worden gedaan, die meteen kunnen worden ingevoerd.

Veiligheid raakt volgens Cörüz alle haarvaten van de samenleving. Als je je niet veilig voelt, ga je ’s avonds niet meer alleen naar je sportclub of vrijwilligerswerk doen. Veiligheid heeft dus een enorme impact op het dagelijks functioneren. Cörüz benadrukte dat veiligheid thuis begint. De ouders zijn primair verantwoordelijk voor de opvoeding van hun kinderen. Zij moeten kinderen normen en waarden bijbrengen en grenzen stellen. Volgens Cörüz verdienen we elke euro die we investeren in de ondersteuning bij de opvoeding aan jonge kinderen later 7x terug.

Veiligheid in de buurt volgt daarna. Als er meer sociale cohesie in een buurt of wijk is en mensen bereid zijn om een oogje in het zeil te houden, dan gaat ook daar een normerende werking van uit. Jongeren, maar ook volwassenen, worden dan weer openlijk aangesproken op hun gedrag. Dat alleen al levert een enorme impuls op voor de veiligheid.

Preventie is dan ook volgens Cörüz veel effectiever dan bestrijden van crimineel gedrag.  Maar als er eenmaal sprake is van crimineel gedrag, dan moeten we ook weer niet blijven ‘polderen’, maar duidelijk grenzen stellen.  

Cörüz is momenteel bezig met een initiatiefwetvoorstel, waarbij ouders kunnen worden aangesproken voor de schade die moedwillig door hun minderjarige kinderen wordt aangericht in de openbare ruimte. Op dit moment is dat niet goed geregeld en draait de samenleving als geheel voor die schade op. Jongeren die bijvoorbeeld na een avondje uit een hele rij auto’s vernielen door de buitenspiegels er af te schoppen realiseren zich niet dat dit gemiddeld meer dan 500 euro per spiegel kost. Een een kapot bushokje is al snel 1500 tot 2000 euro schade. De slachtoffers (particulieren, bedrijven of overheid) kunnen die schade momenteel nergens verhalen. Soms dekt een verzekering dit, maar dan gaat het ook om gemeenschapsgeld. Cörüz vindt dat verantwoordelijkheid van ouders twee kanten heeft. Het kan niet zo zijn dat ouders alleen maar geld krijgen voor de opvoeding van hun kinderen (zoals bijv. kinderbijslag en toeslagen), maar dat zij niets zouden moeten betalen als kinderen zich moedwillig misdragen.

In het algemeen ziet Cörüz een tendens om slachtoffers van criminaliteit en geweld beter te beschermen. Hij vindt dit een goede ontwikkeling. Ook het uiteindelijk isoleren van veelplegers (o.a. in de campementen waar jongeren én hun ouders heropgevoed worden) is soms nodig. Maar uiteindelijk is een normerende ouder toch altijd nog vele malen beter dan een normerende overheid. En dat is waar het CDA vooral op wil inzetten.

Voorzitter Wim Zwanenburg bedankt Coskun Cörüz voor de inspirerende avond. En dat was het zeker!

Samenwerking in de regio

Vandaag hebben we als negen regiogemeenten (raadsleden, wethouders, burgemeesters en ambtenaren) uitvoerig gediscussieerd over de gewenste regionale samenwerking.

Aan deze discussie is een uitvoerig proces vooraf gegaan, waarin -onder leiding van Ben Hammer (oud wethouder van Hilversum en oud DB lid van het Gewest)- een rapport is opgesteld met concrete aanbevelingen voor regionale samenwerking. Sommige politieke partijen, waaronder ook het CDA, hebben hier regionale bijeenkomsten voor georganiseerd, om te bezien in hoeverre op partijniveau een eenduidig standpunt over de noodzakelijke c.q. gewenste regionale samenwerking kon worden gevonden.

regionale CDA bijeenkomst ter voorbereiding van 20 mei
Vandaag was het dan zover. Een echte “Gooise landdag”, om in termen van Hans Hillen te blijven. Wat opviel was de goede sfeer, waarin de onderlinge discussie plaats vond. Diverse thema’s passeerden de revu.
Hoewel het lastig is om nu al conclusies te trekken uit wat er allemaal is gewisseld vandaag, vielen een paar zaken wel op.
a. Er is bij alle partijen een gevoel van urgentie voor regionale samenwerking. Bij kleinere gemeenten is dit overigens wel meer dan bij (middel)grote gemeenten, zeker met het oog op de overheveling van nieuwe taken vanuit het rijk naar gemeenten;
b. De bestaande uitvoerende diensten van het Gewest (GAD, GGD, RAV) worden zeer gewaardeerd en staan dus ook niet ter discussie;
c. Voor overige beleidsterreinen is er behoefte aan een duidelijke regionale agenda, waar gemeenteraden ‘kaderstellend’ in zijn;
d. Er is behoefte aan een betere ‘democratische legitimatie’ van de besluitvorming in het Gewest.  Het huidige AB voorziet daar onvoldoende in.
e. Communicatie blijft een sleutelwoord. Hoe communiceren we als Gewestelijke organisatie met de gemeenten en hoe ontvankelijk zijn die gemeenten voor communicatie vanuit het Gewest.

Bestuurlijk trekker van dit dossier (wethouder Jan Rensen uit Hilversum) gaf bij het afsluiten van de bijeenkomst aan dat het Dagelijks Bestuur van het Gewest op basis van het rapport én alles wat daarover vandaag is gewisseld op korte termijn met nadere voorstellen zal komen. Ik ben van mening dat er veel kansen liggen voor gemeenten om een aantal zaken die op regionaal niveau spelen ook écht goed met elkaar te organiseren.  

Maatschappelijk innoveren tussen wens en werkelijkheid

Voor wie dit nog niet wisten: ik heb in Utrecht Nederlands recht gestudeerd (daar heb ik mijn mr. titel aan te danken) en daarna heb ik ook  weer in Utrecht bestuurskunde (of precies gezegd: recht, bestuur en management) gestudeerd (en daar heb ik mijn drs. titel aan te danken). Een paar weken geleden kreeg ik als oud-student een uitnodiging voor een lustrumviering van de faculteit Rechtsgeleerdheid, Economie en Bestuur en Organisatiewetenschap in Utrecht. Ik wist niet wat ik zag. Kennelijk is dit nu al vijf jaar één faculteit. Dat was me helemaal ontgaan en dat was in ‘mijn tijd’ echt ondenkbaar. Het programma van de viering zag er interessant uit, met als thema “Maatschappelijk innoveren tussen wens en werkelijkheid”. Ik besloot daarom om op deze uitnodiging in te gaan. Zo kwam ik afgelopen zaterdag dus terecht in een bomvol academiegebouw in Utrecht.

Voor mij weer even nostalgie, want het was best weer even geleden dat ik hier mijn bul kreeg. Dit keer was ik te gast bij een bijzonder inspirerende bijeenkomst, met sprekers als Jolande Sap, Sadik Harchaoui, Herman Wijffels, Agnes Jongerius, Paul Schnabel, Wouter Koolmees, Hanke Bruins Slot en vele anderen. De middag deed me beseffen hoe belangrijk het is dat in ons land -naast de politieke waan van de dag- ook door universiteiten wordt meegedacht over hoe het met onze samenleving verder moet. Ik wil u een paar inspirerende woorden van sprekers niet onthouden.

Sadik Harchaoui bijvoorbeeld, voorzitter van de Raad van Bestuur van Forum, maakte zich zorgen over het gebrek aan lange termijnperspectieven bij het immigratievraagstuk. Door de discussie over immigratie, zoals die nu in ons land gevoerd wordt, is er bij buitenlandse ondernemingen een kentering aan het ontstaan in het beeld van een tolerant Nederland. Nederland is grimmiger geworden ten opzichte van allochtonen en minder open minded. Dat beeld naar buitenlandse investeerders is ronduit slecht voor onze economie en volgens Sadik Harchaoui in tal van opzichten schadelijk voor de toekomst van ons land. Met een rekensommetje over de bevolkingssamenstelling in de Randstad legde hij haarscherp vast, dat nu al 17,7% van de bevolking bestaat uit niet-westerse allochtonen. Kijken we naar het totaal aantal allochtonen in de Randstad, dan komen we al gauw op ruim 40%. We weten bovendien, dat we in 2040 een enorm tekort zullen hebben aan hoog opgeleiden. Ook weten we dat veel allochtone jongeren aansluiting bij de maatschappij dreigen te missen. Allochtonen met gelijke startkwalificaties als autochtonen (dus met dezelfde vooropleiding) komen toch minder gemakkelijk aan een baan.  Op dit moment is 24 tot 28 % van de allochtone jongeren werkloos. Dit is zorgelijk, want als we het economisch goed willen blijven doen, hebben we deze jongeren straks keihard nodig. Sadik Harchaoui pleitte dan ook voor het maximaal benutten van de talenten van (tweede- en derde generatie) autochtone jongeren én vrouwen. Niet afkomst moet centraal staan, maar toekomst.

Jolande Sap sprak over twee paradoxen, die ik ook in mijn dagelijkse praktijk als wethouder wel herken. Mondige burgers willen hun eigen leven bepalen, zonder bemoeizucht door de overheid. Maar diezelfde overheid moet wel ingrijpen als de buren zich misdragen. Dan moet de overheid opeens alles oplossen en de overheid reageert daarop met ‘incidentenpolitiek’. De tweede paradox is dat de overheid zegt dat er meer ruimte moet komen voor professionals. Maar diezelfde overheid gaat regelmatig op de stoel van professionals zitten en belemmert op die manier innovatie vanuit professionals. Die spiraal van enerzijds opgeklopte verwachtingen bij burgers en anderzijds toenemend wantrouwen in professionals maakt dat echte innovatie in de pulbieke sector niet van de grond komt.  Zij pleit voor een politiek die gaat over visies en idealen (en dus niet over incidenten) en voor een andere stijl van politiek bedrijven. Nu is degene die het hardste schreeuwt vaak de winnaar, niet degene met de beste ideeën. De verantwoordelijkheid voor de publieke zaak zou veel minder bij de overheid en veel meer bij de burger zelf én de professionals neergelegd moeten worden.

En dan Herman Wijffels. Ik kan het niet helpen, maar altijd als ik die man hoor spreken hoop ik dat hij de nieuwe leider van het CDA wil worden of dat we iemand zoals hij daarvoor vinden. Wat een visie! Wat een charisma! Dit keer hield hij een betoog over duurzaamheid, mede omdat hij in Utrecht ook hoogleraar duurzaamheid en maatschappelijke verandering is geworden. Hij begon met de vraag: ‘waarom maken we ons druk om duurzaamheid’. Het antwoord daarop was: ‘hetzelfde als de vraag naar leiderschap. Er is tekort aan!’ Hij ging vervolgens in op twee problemen: het ecologisch probleem (overshoot) en het sociaal-organisatorisch probleem (een mismatch tussen mensen en vraagstukken van nu en onze huidige maatschappelijke orde en instituties). Voor wat betreft die overshoot (= meer ge- en verbruiken van natuurlijke hulpbronnen dan op duurzame basis mogelijk is) legde hij haarfijn uit wat er aan de hand is. Al op dit moment, met zo’n 7 miljard wereldburgers, is het meer-gebruik meer dan 50%, waarbij het zwaartepunt bij de westerse wereld ligt. Als we dat afzetten tegen de groei van de wereldbevoling van 6 miljard in 2000 naar 9 miljard mensen in 2050, komt er als we niets doen een verdrievoudiging van het consumptieniveau, dat nu dus al veel te hoog ligt.  We leven alsof onze planeet geen limiet kent, maar dat is helaas niet zo. Onze houding zal dus fundamenteel moeten veranderen. In onze westerse wereld is bijvoorbeeld van alles wat we kopen  na drie maanden 99% afval  geworden. We zullen echt veel zorgvuldiger met grondstoffen om moeten gaan.

Het tweede deel van de probleemstelling ging over de organisaties. Door opleiding en emancipatie past de klassieke piramidale organisatievorm niet meer bij de mensen van nu. Daardoor worden competenties en creativiteit van mensen ook onderbenut en dat tast ook zingeving aan die mensen in arbeid ervaren. Vraagstukken van deze tijd vragen om een andere organisatie. Wijffels noemt m.b.t. die vraagstukken voorbeelden als:

* sociale zekerheid en sociaal beleid van organisaties * de wijze waarop onze democratie functioneert * mondiale vraagstukken t.o.v. de huidige natie-staten * mededingingsrecht en intellectuele eigendom * organisatie van bestuur en governance.

In het industriële tijdperk konden we volstaan met eendimentionaal denken. Het draaide om groei en om winst. Nu zijn meer afwegingen nodig. De cultuur is echter nog niet veranderd. Die is atomisch, egocentrisch van aard. Je gaat voor je eigen belang. Maar hier kunnen we niet mee verder, gezien de problemen waar we voor staan. In tal van opzichten is onze maatschappelijke orde niet meer aan de maat voor deze tijd.

Wijffels schetst een paar contouren, ontwikkelingsrichtinen, voor oplossingen.

In de eerste plaatst ethisch. Willen we in deze wereld,  die één samenhangend leefsysteem is, overleven, dan moet er een uitgebreide, relationele ethiek komen. Het moet weer gaan om de vraag hoe we ons tot elkaar verhouden. Elke beslissing die we nemen (dus ook bijvoorbeeld in ons aankoopgedrag) heeft een morele component. Wij moeten met elkaar (burgers, professionals en overheid) veel meer verantwoordelijkheid nemen voor gemeenschappelijke vraagstukken. En daar moeten dus ook instituties op worden aangepast.

In de tweede plaats het terugdringen van de overshoot, zowel in beleid, als in hoe we individueel acteren. En dan niet alleen terugdringen, maar ook ruimte maken voor nieuwe mensen op deze planeet. Processen uit de industriële tijd kunnen we ons niet meer permitteren. Voorraden (grondstoffen) raken op en de negatieve effecten van het verbruik zijn enorm. We zullen dus veel meer cyclisch met grondstoffen om moeten gaan, voortdurend hergebruiken, weg met de wegwerpmaatschappij. Dat vraagt onder andere om een bio-based economy, meer gebruik maken van bio-massa, óók in de chemische sector en in de life sciences.

In de derde plaats moet de wijze waarop de financiële sector zich verhoudt tot de reële economie op de schop. De reële economie wordt nu geexploiteerd door de financiële sector, in plaats van dat deze sector dienend is aan de  reële economie. Die dienende rol moet weer terug komen.

Het grote probleem in Nederland is volgens Wijffels dat we momenteel sterk in een nostalgisch politiek-maatschappelijke sfeer zitten. We willen het liefst terug naar het oude en politieke partijen die dit voorstaan krijgen veel stemmen. Maar we kunnen niet terug naar het oude. We moeten écht vernieuwen. We zullen onszelf moeten overstijgen in het eigen belang, door rekening te houden met het algemeen belang. En dat is ook wat natie-staten zullen moeten doen, op basis van het subsidiariteitsbeginsel. Dat betekent dus het intensiveren van relaties op alle niveau’s.  Maar ook afstappen van de huidige regels m.b.t. intellectueel eigendom. Kennis hoort open source te zijn, eigendom van de mensheid en niet van individuele actoren.

Wijffels pleit ervoor om op alle niveau’s een overgang te maken van het één dimensionaal denken naar het meer dimensionaal denken. Van het in de juiste orde zetten van doelen en middelen. Op dit moment is het doel en het middel vaak van plaats gewisseld. Winst is bijvoorbeeld een doel geworden, in de zin van aandeelhouderswaarde. Maar winst mag nooit een primair doel zijn, maar moet slechts een middel zijn om diensten te kunnen blijven leveren. Organisaties moeten zich zo ontwikkelen, dat mensen zich er weer in kunnen herkennen, waarin ieder naar zijn vermogen mede-verantwoordelijkheid kan nemen. Van human resource naar human development dus. Nu gaan mensen naar hun werk, terwijl ze het beste van zichzelf thuis laten. De sociale zekerheid moet van zorg-gericht naar ontwikkelingsgericht. Potenties van mensen ontwikkelen en structuren maken waarin mensen weer tot hun recht kunnen komen. De democratie moet van een partijendemocratie opschuiven naar een burgerdemocratie.

Deze omslag vraagt om leiderschap. Wijffels omschrijft leiderschap in een tegenstelling tot management, wat het runnen van de bestaande orde is. Leiderschap is mensen meenemen naar een nieuwe orde. Daar is visie én moed voor nodig. 

Ik hoop dat deze drie sprekers u net zo inspireren en aan het denken zetten als zij mij hebben gedaan. Er zijn meer vragen dan oplossingen. Maar één ding is wat mij betreft zeker: er rust een grote verantwoordelijkheid op ons aller schouders!

NL Doet!

Sinds de lijstverbinding bij de gemeenteraadsverkiezingen was het er nog niet van gekomen, maar vandaag sloegen CDA, Christen Unie en SGP in Huizen de handen ineen en knapten we gezamenlijk de tuin op bij de twee woningen van Philadelphia voor verstandelijk gehandicapten aan de Haar in Huizen. Ook de bewoners zelf werkten hard mee. Zelfs de steeg achter de woningen werd onkruidvrij gemaakt. Goede sfeer, prachtig weer en een heel mooi resultaat.

Met dank aan tuinbedrijf Alexander Westland voor het lenen van de verticuteermachine (dat scheelde echt heel veel!) en aan tuinbedrijf Klein Groenvoorziening voor het sponsoren van het graszaad.

Verder niet veel tekst vandaag, want mijn vingers doen pijn van dit soort werk, dat ik dus ook echt helemaal niet gewend ben. Wel een paar foto’s voor een impressie van de dag:

Minder regels voor minima

Afgelopen donderdag waren de CDA-afdelingen uit de regio Gooi en Vechtstreek in het gemeentehuis in Hilversum bij elkaar in het kader van wat wij het ‘verticale overleg’ noemen. Dat betekent dus dat we als plaatselijke afdelingen overleg hebben met onze vertegenwoordigers in de provincie en bij het Rijk. Een goed initiatief vind ik, zeker als dit ook leidt tot een gezamenlijke inzet voor een beter beleid.

Dat was donderdag dus ook aan de orde. We spraken met elkaar over een wat ons betreft noodzakelijke vereenvoudiging van inkomensafhankelijke regels. Op dit moment bestaan er alleen al op het landelijke niveau méér dan honderd inkomensafhankelijke wetten of uitvoeringsregels. Die regels stellen ook nog eens allemaal verschillende voorwaarden. De bureaucratie rond de uitvoering van de regels is mede daardoor enorm groot.  Gevolg is dat de mensen voor wie de ondersteuning bedoeld is door de bomen het bos niet meer zien.

Het CDA is van mening dat kwetsbare groepen in de samenleving, die langdurig met een laag inkomen moeten rondkomen, een groot risico lopen om sociaal en maatschappelijk geïsoleerd te raken. Dit zou niet nodig hoeven zijn, als deze mensen ook daadwerkelijk gebruik zouden kunnen maken van regelingen die voor hen bestemd zijn. Het hele systeem is echter zo complex geworden, dat de beschikbare financiële middelen vaak niet of niet tijdig terecht komen bij de mensen die dit echt nodig hebben.

Een bijkomend probleem is dat gemeenten gedwongen worden om bij iedere aanvraag om financiële ondersteuning uitgebreid onderzoek te doen, ook als de financiële situatie van de persoon die de aanvraag indient al bij de gemeente bekend is. De kosten van al dit onderzoek zijn zo hoog, dat bijna de helft van het geld dat bedoeld is voor inkomensondersteuning terecht komt bij de uitvoeringsorganisatie. In Huizen hebben we wel een paar maatregelen genomen om zaken maximaal te vereenvoudigen, maar ook wij zijn gebonden aan landelijke regelgeving.

Het CDA in de regio Gooi en Vechtstreek vindt dan ook dat het hoog tijd wordt om regels te harmoniseren en systemen te vereenvoudigen. De regio heeft daarom het verzoek aan het aanwezige Tweede Kamerlid Maarten Haverkamp gedaan, om zich namens de regio Gooi en Vechtstreek in de Tweede Kamer fractie van het CDA sterk te maken voor steun aan een resolutie van de regionale partijgenoot mevrouw DéDé Siemons, die hierover op 2 april a.s. op het CDA partijcongres in den Haag in stemming zal worden gebracht. We rekenen op een positief advies vanuit de Tweede Kamerfractie en daarmee ook op een groot draagvlak voor vereenvoudiging van het beleid vanuit den Haag.  Ik ga daar in ieder geval persoonlijk op 2 april voor stemmen, dat moge duidelijk zijn.

Provinciale statenverkiezingen

In de vorige collegeperiode heb ik vier jaar als gewestgedelegeerde economie en werk nauw samengewerkt met CDA gedeputeerde Jaap Bond. Hij is nu ook weer lijsttrekker van het CDA in Noord Holland. Misschien kent u hem nog van onderstaande foto, waar hij als eerste Volendammer persoonlijk “Vriend van de Huizer botters” werd.

Foto: Met Jaap Bond

U voelt hem al aankomen, ik ga gewoon een stemadvies geven voor de provinciale statenverkiezingen in de komende week! Natuurlijk is dit advies niet bedoeld voor mensen die hun keuze al lang hebben gemaakt. Het gaat juist om mensen zoals u, die dit nog niet hebben gedaan, misschien omdat de verkiezingen van de provinciale staten voor uw gevoel wat ver van u af staan. Misschien was u zelfs niet van plan om te gaan stemmen de komende week. Dat zou echt heel jammer zijn, want de provincie is voor ons allemaal van belang. Daarom wil ik een oproep doen om vooral tóch te gaan stemmen. En met een stem op Jaap Bond weet u in ieder geval zeker dat uw stem gaat naar iemand die zich met hart en ziel ingezet heeft én zich in zal blijven zetten voor een duurzame economische groei in onze regio Gooi en Vechtstreek. Dat heeft Jaap Bond namelijk echt bewezen!

Ik zal proberen om in een paar zinnen uit te leggen wat Jaap Bond voor Huizen en voor de Gooi en Vechtstreek heeft betekend.

Het programma ‘Innovatieve Verbindingen’ leverde in de Gooi- en Vechtstreek een belangrijke bijdrage aan versterking van de regionale economie. Naast extra persoonlijke aandacht van Jaap Bond regelde hij ook voldoende geld (ruim 2 miljoen euro vanuit de provincie!)  voor dit programma. 

Een eerste speerpunt in het programma was de versterking van de economische kant van de zorgsector (o.a. ontwikkeling van innovatieve methoden om de vergrijzing op te vangen met minder arbeidskrachten in de zorg). Een tweede speerpunt was het toerisme. Jaap Bond gaf tal van nieuwe impulsen in de voor onze regio zo belangrijke toeristische sector. Belangrijk daarin is ook de infrastructuur, zoals de fiets- wandel- en kanoroutes. Ook in onze regio hebben wij dankzij de provincie een aansluiting op het landelijk dekkende fietsknooppuntennetwerk. Goed voor een verbinding tussen onze mooie Gooise dorpskernen. En Huizen is zelfs eindpunt (én beginpunt) geworden van het Noord-Hollandpad, een lange afstandswandeling door de hele provincie. Het spreekt voor zich dat wandelaars en fietsers zeer gewaardeerde gasten zijn in onze gemeente.  Het derde speerpunt is de verdere innovatie in de mediasector. Dit lijkt misschien een “Hilversumse aangelegenheid”, maar laten we niet vergeten hoeveel Huizer inwoners ook in de mediasector werkzaam zijn. Speciaal wil ik hier ook het project ‘Dutch Media Hub’ melden. Jaap Bond heeft zich enorm ingespannen om dit project naar onze regio te krijgen en dat is gelukt! Zoals de haven van Rotterdam dé toegangspoort is voor goederen naar Europa, zo zal onze regio straks dankzij deze inspanning dé digitale toegangspoort naar Europa worden. Bij verdere uitwerking van dit project zal een omzetstijging tussen 100 en 500 miljoen euro behaald worden, waar het bedrijfsleven in onze regio uiteraard ook fors van mee zal profiteren. Ook voor Huizen betekent dit alles uiteraard veel nieuwe werkgelegenheid!

Mijn advies is dus: Stem op Jaap Bond (CDA)

Stemt u liever op een vrouw?

Dan heeft het CDA Noord Holland ook zeker een goede kandidaat voor u. Het Huizer CDA vrouwenberaad hoopt dat Ciel Stevens (de nummer 3 op de CDA kandidatenlijst) héél veel stemmen uit Huizen zal gaan krijgen. Via een e-mail actie proberen de Huizer CDA vrouwen kiezers voor haar te interesseren. Ik doe daar ook heel graag aan mee, zeker nu ik haar ook persoonlijk heb leren kennen als een bijzonder belangstellend en hartelijk persoon, die haar oren en ogen goed te kost geeft en ook graag daadkracht toont.

Foto: Ciel Stevens (op de foto rechts) op werkbezoek in Huizen

Ciel Stevens-Meewis is 38 jaar, getrouwd en moeder van 4 kinderen. Een vrouw zoals u en ik. Met twee benen in de maatschappij, maar ook actief in haar gezin en in het vrijwilligerswerk. Ciel werkt bij de Nederlandse Vereniging van Participatiemaatschappijen als plaatsvervangend directeur. Daarnaast is zij voorzitter van de Stichting Openluchtscholen met 2 basisscholen in Amsterdam-Zuid.  Ciel zet zich in onze provincie in voor een veilige en gezonde omgeving voor toekomstige generaties. Kernpunten waar ze voor staat: de economische ontwikkeling in Noord-Holland moet doorgaan, de bereikbaarheid moet verbeterd worden, de woningbouw moet aansluiten bij de mensen die er gebruik van maken en kinderen moeten in hun eigen omgeving onbezorgd buiten kunnen spelen.

Een stem op het CDA (of u nu een man of een vrouw kiest) is in ieder geval altijd een stem voor:

  • Betere bereikbaarheid
  • Economische groei
  • Duurzaamheid én
  • Respect in de samenleving

Wij hebben als CDA,  juist in deze politiek complexe tijden, uw steun meer dan ooit hard nodig, óók in de provincie. Ik hoop u met bovenstaande twee fantastische kandidaten enthousiast te hebben gemaakt om in ieder geval te gaan stemmen.

Verslag bezoek staatssecretaris

Op zaterdag 12 februari bracht de staatssecretaris van volksgezondheid Marlies Veldhuijzen van Zanten (CDA) een werkbezoek aan Huizen. Doel van het bezoek was om vanuit de praktijk van iedere dag informatie te verkrijgen over de ouderenzorg. De staatssecretaris wil deze informatie betrekken bij haar beleid vanuit den Haag. Ook Ciel Stevens, kandidaat voor het CDA bij de provinciale verkiezingen op 2 maart a.s., kwam meeluisteren. Hoewel door de provincie taken op het gebied van welzijn en zorg zijn teruggedrongen, was zij met name geïnteresseerd in de mogelijkheden voor het ‘passend wonen’ voor ouderen. De provincie speelt namelijk wel een belangrijke rol bij de Ruimtelijke Ordening en zo ook bij planologie en bouwbesluiten van zorgprojecten.

 

V.l.n.r: ikzelf, Marlies Veldhuijzen van Zanten, Ciel Stevens, Janet Zwanenburg, Relinde Weil

 

Van denken in producten naar denken vanuit de vraag

Tijdens het werkbezoek stond de omslag van denken vanuit producten (wat hebben we voor ouderen in de aanbieding) naar denken vanuit de vraag (wat hebben ouderen nodig) centraal. Na drie korte presentaties door achtereenvolgens mijzelf als wethouder WMO, Janet Zwanenburg-Hoogendijk (directeur Amaris Voor Anker) en Relinde Weil (regiodirecteur bij Vivium voor o.a. de locaties De Bolder en De Ruijterstraat) vond een indringend gesprek plaats over wat er goed gaat in de ouderenzorg en wat er verbeterd dient te worden. Het kabinet is van plan om in de komende jaren de verantwoordelijkheid van begeleiding voor o.a. ouderen over te dragen aan gemeenten. Ik ben enthousiast over dit voornemen, maar ook bezorgd over het overhevelen van (nieuwe) taken vanuit het rijk, zonder dat gemeenten daarbij ook vrijheid krijgen om die taken naar eigen inzicht uit te voeren. Vanuit mijn ervaringen met de invoering van de WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning) in Huizen weet ik dat gemeenten alleen in staat zullen zijn om ondersteuning van burgers goed te regelen, als zij daarbij ook écht uit mogen gaan van de behoeften van de burgers zelf. Opgelegde verplichtingen en stricte regels vanuit het rijk passen daar niet bij. De staatssecretaris toonde begrip voor dit standpunt en gaf ook aan de Huizer aanpak, die uitgaat van de behoefte van burgers, te ondersteunen.

Scheiden van wonen en zorg

Vanuit Amaris én Vivium werd het probleem van het scheiden van wonen en zorg naar voren gebracht. Op dit moment is er nog geen sprake van een scheiding tussen wonen en zorg in de verpleeg- en verzorgingshuizen. Alles wordt vanuit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) betaald. Dit maakt het lastig om passend wonen voor ouderen te realiseren. Zo is bijvoorbeeld het scheiden van wonen en zorg in het project van De Ruyterstraat in Huizen niet gelukt, omdat daarvoor onvoldoende geld beschikbaar is. Ook Amaris heeft last van ogenschijnlijk tegenstrijdige regels van het ministerie van Volksgezondheid en van het ministerie van Volkshuisvesting, waardoor het aanpassen van woningen voor ouderen aan de eisen van deze tijd onbetaalbaar dreigt te worden. De staatssecretaris liet weten dat zij in de komende week diverse overleggen heeft over dit onderwerp. Zij gaat de knelpunten die vanuit Huizen zijn ingebracht daarbij ook aan de orde stellen.

Opgestaan, plaats vergaan

Als een inwoner van een verzorgingshuis of van een verpleeghuis voor langer dan 2 weken in het ziekenhuis wordt opgenomen, dan stopt de bekostiging voor het verzorgingshuis of verpleeghuis. Feitelijk betekent dit dat de woning dan door een ander in gebruik zou moeten worden genomen. Bij Vivium en Amaris wil men dit niet, omdat de woningen helemaal naar de wens van de bewoner zijn ingericht en mensen het erg onplezierig vinden als zomaar een ander daar dan (tijdelijk) in gaat wonen. Dit probleem werd door de heer Kievit, voorzitter van de cliëntenraad van Amaris Voor Anker, bij de staatssecretaris onder de aandacht gebracht. Ook de staatssecretaris begrijpt dat deze situatie onwenselijk is. Zij liet weten dat dit een resultaat is van onderhandelingen tussen de verzekeraar en de belangenorganisaties, maar dat naar haar mening wel creatiever gekeken had kunnen worden naar alternatieve oplossingen. Zo zou bijvoorbeeld de ‘wooncomponent’ gewoon bekostigd kunnen blijven, terwijl de ‘zorgcomponent’ overgaat naar het ziekenhuis. Zij beloofde hier op korte termijn aandacht aan te besteden.

 ‘Het is zoals het is’

Na het bezichtigen van de nieuwe afdeling in Voor Anker en het kleinschalig woonproject aan De Ruijterstraat, waarbij veel handen van ouderen door de staatssecretaris werden geschud, kwam een eind aan het werkbezoek.

In gesprek met een bewoner van Voor Anker

De staatssecretaris liet weten dit bezoek als zeer inspirerend te hebben ervaren. Dat gold zeker ook voor de overige aanwezigen. Als afscheidscadeau werd het boek van Nel Hoogmoed “Het is zoals het is” aan de staatssecretaris overhandigd, samen met een pak echte Huizer speculaas. De staatssecretaris reageerde enthousiast op beide cadeau’s. Vooral de titel van het boek van Nel Hoogmoed sprak haar erg aan, mede vanuit haar eigen ervaringen in het verleden als verpleeghuisarts. Ik gaf zelf een toelichting op de inhoud van het boek, dat vooral praktische informatie geeft over het dagelijks leven van mensen met de ziekte van Alzheimer en de gevolgen van deze ziekte voor de relatie met hun vrienden en familie. De staatssecretaris beloofde dit boek zeker te zullen gaan lezen.

Aanbieden van het boek: “Het is zoals het is” van Nel Hoogmoed

De staatssecretaris prees de aanpak door Amaris in Voor Anker en Vivium in De Ruijterstraat als ‘best practices’, die model mogen staan elders in ons land.

CDA staatssecretaris komt naar Huizen

A.s. zaterdag komt opnieuw een staatssecretaris van volksgezondheid naar Huizen. Na het formele werkbezoek van de vorige staatssecretaris Jet Bussemaker komt nu onze eigen CDA staatssecretaris Marlies Veldhuijzen van Zanten met Huizen kennis maken. Het is een CDA aangelegenheid, dus geen officieel bezoek aan onze gemeente. Maar natuurlijk zal ook het gemeentelijk WMO beleid onderwerp van gesprek zijn.

Ik ontmoette Marlies Veldhuijzen van Zanten al eerder tijdens de nieuwjaarsbijeenkomst van het CDA in Lelystad en ik voel me zeer vereerd dat zij Huizen komt bezoeken. De staatssecretaris komt niet alleen luisteren naar hoe we in Huizen omgaan met WMO en ouderenbeleid, ze komt ook kijken naar concrete voorbeelden hiervan. Vandaar de keuze voor Amaris Voor Anker, waar morgen een nieuwe afdeling voor verpleeghuiszorg wordt geopend en waar een innovatief beleid is m.b.t. het betrekken van de sociale omgeving van de ouderen (mantelzorgers, familie, vrienden, bekenden en vrijwilligers) bij hun zorg en welzijn. Ook brengt zij een bezoek aan het kleinschalig woonproject aan de Ruijterstraat, van de Vivium Zorggroep. Door dit project wordt heel concreet inhoud gegeven aan het inspelen op de wens van veel mensen om zo lang mogelijk thuis te wonen en -als dit niet meer gaat- in een bij hun leefstijl passende omgeving oud te mogen worden.  

Als cadeau willen wij de staatssecretaris heel graag het mooie boek van Nel Hoogmoed aanbieden: “Het is zoals het is”. Dat boek gaat over mensen met Alzheimer en hun naaste omgeving en past heel goed bij het inhoudelijke thema dat wij tijdens dit werkbezoek naar voren willen brengen: “Van denken in producten naar denken vanuit de vraag”.

Ook de provincie (en destijds met name de CDA gedeputeerde Rinske Kruisinga) heeft zich erg voor de voorziening op de Ruijterstraat ingezet en hoewel de provincie de komende jaren zorg en welzijn niet echt als speerpunt meer heeft, hopen wij toch op steun vanuit de provincie bij het voortzetten van de vraaggestuurde werkwijze in Huizen.

Ik vind het dan ook erg nuttig dat Ciel Stevens Meewis (de eerste CDA vrouw op de kandidatenlijst voor de provinciale verkiezingen) bij dit werkbezoek aanwezig zal zijn. Als CDA vrouwen voeren wij actie in Huizen, om zoveel mogelijk vrouwen in de provinciale staten te krijgen. Ciel is een vrouw die met twee benen op de grond staat. Naast een drukke baan heeft zij ook nog jonge kinderen en doet zij vrijwilligerswerk. Ciel heeft veel ambities voor onze regio. We hopen daarom dat velen op Ciel zullen stemmen.

 

Ik zie erg uit naar dit bezoek en ik hoop dat dit zowel voor ons in Huizen als voor Ciel Stevens in Haarlem én onze staatssecretaris in den Haag inspirerend zal zijn.

Nieuwjaarsbijeenkomst CDA regio

Afgelopen zaterdag was er een inspirerende bijeenkomst van alle CDA afdelingen in onze regio Gooi en Vechtstreek. Wim Zwanenburg, onze voorzitter in Huizen, is nu ook regiovoorzitter geworden. Hij was tijdens deze bijeenkomst een prikkelende middagvoorzitter. Als sprekers waren uitgenodigd onze eigen Hans Hillen (minister van defensie, maar nog net zo ‘gewoon’ en eigenzinnig als altijd) en natuurlijk ook onze provinciale lijsttrekker Jaap Bond.

Hoewel Hans Hillen een inspirerend betoog hield, wil ik me hier toch beperken tot Jaap Bond. De verkiezingen voor de provinciale staten staan immers bijna voor de deur! 

Ik ben in de afgelopen 4 jaar als gewestgedeleerde verantwoordelijk geweest voor economie en werk. Dat was ook de portefeuile van Jaap Bond in de provincie, dus we kwamen elkaar zeer geregeld tegen. Jaap Bond heeft op economisch gebied heel veel voor onze regio betekend. Ik ben dan ook oprecht van mening dat hij het verdient om na de provinciale statenverkiezingen in maart door te gaan als geledeputeerde economie en werk! En dat is niet alleen omdat hij een CDA-er is. Hij is een doordouwer pur sang, ook als het lastig is. Het bedrijfsleven in de regio Gooi en Vechtstreek heeft veel aan hem te danken en heeft hem ook echt nog een poosje nodig!

Ik noem een paar voorbeelden uit mijn eigen praktijk als gewestgedelegeerde:

Herstructurering van bedrijventerreinen

De provincie Noord-Holland is koploper in herstructurering van bedrijventerreinen. 1776 hectare is inmiddels aangepakt, met een ruimtewinst van 224 hectare op bestaande bedrijventerreinen. Het doel is meer gebruik te maken van bestaande bedrijventerreinen door ruimtewinst en duurzaamheidwinst te boeken. Dankzij de inzet en de constructieve houding van Jaap Bond konden we in Huizen het Lucentterrein ontwikkelen zoals dat nu in gang is gezet.

‘Innovatieve Verbindingen’

Het programma ‘Innovatieve Verbindingen’ leverde in de regio Gooi- en Vechtstreek een belangrijke bijdrage aan versterking van de regionale samenwerking en economie. Naast extra aandacht én geld (ruim 500.0oo euro per jaar co-financiering door de provincie Noord Holland!) voor zorgeconomie, toerisme en innovatieve media mag hier ook het project ‘Dutch Media Hub’ niet ontbreken. Bij verdere uitwerking van dit project zal een omzetstijging tussen 100 en 500 miljoen euro behaald worden; de provincie Noord-Holland zal dankzij de gezamenlijke inzet van Jaap Bond en wethouder Rensen uit Hilversum de digitale toegangspoort naar Europa worden. Dit gaat onze regio enorm veel banen opleveren!

 Fietsinfrastructuur

De provincie Noord-Holland heeft een dekkend fietsknooppunten- en wandelpadennetwerk. In onze regio kregen we een fietsknooppuntennetwerk en Huizen kreeg een centrale plek aan het eind (of aan het begin?) van het Noord Holland pad.

‘Water als Economische drager’

Het programma ‘Water als Economische drager’ heeft de koppositie van de provincie Noord-Holland als grootste watersportprovincie versterkt. Meer ligplaatsen, nieuwe jachthavens, aanlegsteigers voor riviercruisevaart, elektrisch varen in natuurgebieden en bevordering van het goederenvervoer over water horen bij Noord-Holland. De verhoging van de geboden kwaliteit rondom het water en de duurzaamheidwinst maken dit een succesvol programma. Huizen kan hier volop van profiteren.

Breednet

Het project ‘Breednet’ heeft als doel de hele provincie Noord-Holland te voorzien van een glasvezelnetwerk. In de Randstad en regio Gooi- en Vechtstreek is dit al  in een ver stadium. Ook Huizen profiteert straks volop mee van de infrastructuur die hier is gerealiseerd.

Zomaar een paar voorbeelden, maar ze laten wel zien dat Jaap Bond gaat voor onze regionale economie. Voor de regio Gooi en Vechtstreek is hij dan ook van grote betekenis geweest in de afgelopen periode. En ook voor Huizen maakte hij zich zeer verdienstelijk. Recent nog heeft hij zich sterk gemaakt voor het behoud van een provinciale subsidie voor een oeververbinding (pontje) over de oude haven van Huizen, zodat fietsers een mooie route kunnen fietsen langs de Gooiemeerkust, door het nautisch havenkwartier. Jaap is ook zeer betrokken bij de ontwikkeling van het nautisch kwartier. Hij zorgde voor diverse subsidies, o.a. voor de bouw van de botterwerf. En natuurlijk is hij ook (als enige Volendammer!) vriend van de Huizer botters geworden.

Peptalk? Natuurlijk niet. Ik zou dit niet op mijn weblog vermelden als ik niet gewoon eerlijk zou mogen vertellen hoe het in werkelijkheid is gegaan. Soms vergeten we wel eens om iemand de eer te geven die hem toekomt. Maar ik vind dat ik dit Jaap Bond echt verplicht ben voor al zijn steun aan onze regio in de afgelopen jaren! 

Misschien heeft u niet zoveel met het CDA. Maar als de economische en de toeristische ontwikkeling van Huizen (en de werkgelegenheid in onze hele regio) u aan het hart gaat, stem dan in maart gewoon op Jaap Bond! U zult er geen spijt van krijgen!

 

Gelukkig nieuwjaar

Morgen en overmorgen zal er worden teruggeblikt op het jaar 2010. Voor velen een bewogen jaar, zakelijk, sportief, politiek of privé.

Met de viering van de jaarwisseling staan we stil bij alle gebeurtenissen in het afgelopen jaar, zowel bij de mooie als bij de verdrietige gebeurtenissen. Maar we kijken ook vol verwachting vooruit naar alles wat het jaar 2011 ons brengen zal.

Ik hoop u persoonlijk te mogen ontmoeten tijdens de nieuwjaarsreceptie van de gemeente Huizen (6 januari) of de nieuwjaarsbijeenkomst van het CDA Huizen (7 januari) of op een van de vele andere nieuwjaarsbijeenkomsten die we de komende weken zullen hebben.

Maar ik wil u en allen die om u heen staan nu al vast een heel gelukkig, gezond en voorspoedig 2011 toewensen. 

Janny Bakker