In de afgelopen week werd ik door een psychiater gewezen op een wel heel vreemde passage uit het regeerakkoord VVD-CDA.
“De eigen bijdragen in de eerste lijn-ggz worden verhoogd en voor de tweede lijn-ggz wordt een eigen bijdrage ingevoerd”.
Om eerlijk te zijn heb ik daar bij de totstandkoming van het regeerakkoord echt overheen gelezen. Ik heb mijn twijfels bij het eigen bijdragesysteem voor kostenbeheersing in de zorg, omdat de kosten in de zorg mijns inziens niet stijgen door de vraag, maar door een ongebreideld uitbreiden van het aanbod, ook als daar bij de betrokkenen helemaal geen behoefte aan is.
Ik ben wel een voorstander van inkomensafhankelijke eigen bijdragen. Dat sluit aan bij mijn overtuiging dat mensen in principe zelf verantwoordelijk zijn voor hun gezondheid en hun welzijn en dus ook –voor zover dat in hun vermogen ligt- daar zelf financieel in voorzien. Pas als dat niet mogelijk is, komt hulp vanuit de overheid in beeld. “Gespreide verantwoordelijkheid waar het kan, solidariteit waar het moet” noemen we dat.
Het bijzondere hier is echter, dat de eigen bijdrage alleen in de GGZ wordt toegepast. Er wordt dus een verschil gemaakt tussen mensen met een aandoening van de hersenfuncties en mensen met een aandoening in andere lichamelijke functies. De minister zou volgens de betreffende psychiater het beleid hebben verdedigd met een uitspraak dat “mensen eerst meer moeten zoeken naar hulp in de eigen omgeving”. In het algemeen kan ik deze mening delen, maar dit argument schiet om meerdere redenen tekort voor mensen met een psychiatrische aandoening.
Ten eerste, de problematiek die psychiaters in de regel behandelen zijn geen kleine klachten, maar ernstige depressies, manisch depressiviteit, schizofrenie, dan wel andere ernstige verstoringen in hersenfuncties die zich uiten in stoornissen in denken, voelen of gedrag. Deze stoornissen zijn niet op te lossen met ‘praten’ met de buurman of buurvrouw.
Ten tweede leert de ervaring dat de drempel om naar een psychiater te gaan erg hoog is. Immers, als bekend is dat je onder behandeling van een psychiater bent (geweest), verlaagt dat toch de kansen op een baan en zelfs op vriendschappen. Er is nu eenmaal helaas nog veel onbegrip en negatieve beeldvorming rond mensen met een psychiatrische aandoening in onze maatschappij.
Ten derde is een gevolg van een ernstige psychiatrische aandoening vaak ook dat mensen maatschappelijk minder goed functioneren. In veel gevallen uit zich dit onder meer in een laag inkomen of in schuldenproblematiek. Daarbij opgeteld dat deze mensen ook niet altijd een goed beeld hebben van de ernst van de eigen aandoening, is de kans groot dat men zich vanwege de kosten gaat afsluiten voor behandeling. Los van de gevolgen die dit voor de betrokkene heeft, vergroten we hiermee overigens ook een bredere maatschappelijke problematiek, met alle kosten (voor o.a. gemeenten en politie) die dat weer met zich meebrengt.
Ik vind het dan ook echt heel erg fout dat nu juist de mensen met een psychiatrische aandoening kennelijk minder serieus worden genomen dan mensen met een ‘aantoonbaar’ lichamelijk defect. Natuurlijk is dit onkunde, maar ik vind het ook een respectloze opvatting die volstrekt haaks staat op de ernst en de omvang van het lijden van deze mensen en dat van hun naasten. Het ventileren van deze opvatting door nota bene onze eigen overheid is overigens ook -vanuit een maatschappelijke context gezien, waar we nu juist proberen om betrokkenheid bij deelname van GGZ cliënten aan de samenleving te vergroten- niet zonder risico’s.
Ik heb de betreffende psychiater dan ook beloofd om in mijn netwerk duidelijk maken dat deze eenzijdige maatregel voor mensen met psychiatrische aandoeningen écht onverstandig is en ook zeker niet past bij ons christen democratisch uitgangspunt dat we er als overheid moeten zijn voor alle burgers die op eigen kracht hun deelname aan de samenleving niet kunnen organiseren, ongeacht de (medische) reden daarvan.
Eigen bijdragen in de zorg zijn goed te onderbouwen, maar dan inkomensafhankelijk en zeker niet alleen ten koste van een doelgroep waarvan we nu al weten dat zij zich toch niet zullen verweren!
4 Comments
uit het hart gegrepen! gek eigenlijk dat cda’ers over die passage in het regeerakkoord heen hebben gelezen!!! er zijn toch genoeg partijgenotebn die niet de waan van de dag volgen?
in jouw reactie staat trouwens een interessante uitspraak, nl. dat niet de vraag, maar het aanbod in de zorg de kosten opdrijft. achter die uitspraak moet een interessante levensvisie zitten. ga je daar ook nog eens een weblog over schrijven?
Janny, dank voor deze bijdrage. Inderdaad schept aanbod de vraag: ‘we’ kunnen steeds meer, en natuurlijk willen ‘wij’ daar allen van profiteren.
Kosten in de zorg beteugelen vraagt dus om moedige keuzes. De ’trechter van Dunning’ biedt een aardig instrument om deze keuzes te maken.
De vraag is waarom dit niet gebeurd.
Ja het is inderdaad fijn dat je er bent! Heel goed bezig interessant! Ik volg je verder Janny.
gr Jan
Vlak na mijn afstuderen als (medisch) socioloog, nu meer dan 45 jaar geleden, konden wij al kennis maken met de wetmatigheid dat vergroting van het aanbod, de behoeften, en ook de vraag, doet toenemen. M.a.w. er is een hoge correlatie tussen aanbod en behoeften.
In welke literatuur dat na te vinden is, ben ik vergeten.
Comments are closed for this article!