Sinds de afgelopen week mag ik een nieuw beleidsveld aan mijn portefeuille toevoegen: dierenwelzijn. Dit onderwerp kwam door een initiatiefvoorstel van de PvdA op de politieke agenda. Alle collegeleden hebben via hun eigen portefeuille wel een of meer raakvlakken met dierenwelzijn. Vandaar dat we als college hebben bedacht dat er een coordinerend wethouder zou moeten zijn en dat ben ik dus geworden. Met plezier, mag ik wel zeggen, want dierenwelzijn vind ik een belangrijk onderwerp, waar ik ook vanuit mijn CDA achtergrond (daar noemen we het “rentmeesterschap”) wel ideeen over heb. Voor een belangrijk deel is dierenwelzijnsbeleid rijksbeleid (of zou het dat moeten zijn!) maar we kunnen zeker plaatselijk ook bijdragen aan het welzijn van dieren.
Ik ben zelf opgegroeid tussen de dieren. Thuis hadden we konijnen, kippen, duiven, cavia’s, een kat en later ook een hond. Die hond was via de dierenbescherming bij ons in huis gekomen en is in haar daarna nog 17 jarige leven ook helemaal vergroeid geraakt met ons gezin. Alle “kleindieren” bij de familie waren vooral hobby van mijn vader (en later ook mijn broers) en via hen kom ik nog steeds wel eens bij de vereniging “Sport en Genoegen”. Het afgelopen jaar heb ik daar als wethouder sport en recreatie een tentoonstelling geopend. Ik kreeg tijdens die bijeenkomst, die een hoog “Ot en Sien” karakter had, een wit pauwstaartje in mijn handen. Of dit soort “doorfokken” van duiven nu werkelijk in het belang van deze dieren is geweest, staat wat mij betreft wel ter discussie. Dat geldt ook voor sommige konijnensoorten of honden- of kattenrassen. Maar het belangrijkste is wel dat de huidige eigenaren veel van hun dieren houden en er ook verantwoordelijkheid voor dragen.
De komende weken ga ik mij orienteren op de mogelijkheden voor onze gemeente om een dierenwelzijnsbeleid te ontwikkelen. Ik ga in ieder geval daarover vast praten met dierenbeschermingsorganisaties en instanties uit onze regio die gewonde of zieke dieren opvangen, zoals het vogelasiel en de egelopvang. Ik hoop mijzelf dan een goed beeld te kunnen vormen van de mogelijke knelpunten die er m.b.t. dierenwelzijn in onze gemeente zijn.