Het is deze week rustig op het gemeentehuis. Velen zijn al met vakantie gegaan en de papiermolen draait langzamer dan anders. Voor mij een goed moment om me wat intensiever bezig te houden met mijn promotieonderzoek. Ik onderzoek de betekenis van maatschappelijke organisaties en dan kijk ik vooral naar organisaties die zich richten op de preventie of de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting. Na observaties bij de voedselbank in Rotterdam stond deze week het Leger des Heils op de agenda. Ik mocht in drie dagen meelopen op vier locaties van het Leger des Heils in Apeldoorn. Een kindertehuis, twee buurtsteunpunten en op de laatste locatie een behandelcentrum voor verslaafden (ochtend) en een verpleeghuis voor mensen met o.a. verslavingsproblematiek (middag). Het is een wereld die zelfs voor mij tot nu toe onbekend was en ik heb diep respect gekregen voor zowel de mensen die met zoveel moeite proberen hun leven een andere wending te geven als voor de enorme betrokkenheid van de hulpverleners die om hen heen staan.  

Gaan we als overheid verstandig om met dit soort organisaties en met de wijze waarop zij hun werk doen? Of schieten we door al onze regelgeving en behoefte aan controle de plank juist volledig mis? Dat zijn zomaal een paar vragen, die me na alle observaties van deze week meer dan ooit bezig houden.

Recommended Posts