Koran verbieden?

Vandaag kreeg ik een e-mail van de familie Visser uit Musselkanaal. Ik ken deze familie al langer vanwege hun enorme betrokkenheid bij vluchtelingen en vaker word ik per mail door deze familie over het lot van individuele vluchtelingen op de hoogte gesteld. Dit keer was er echter een andere boodschap. Een handtekeningenactie onder het motto: Keer Wilders de linkerwang toe (zie ook www.keerwildersdelinkerwangtoe.nl). En omdat ik die actie van harte wil ondersteunen, wil ik u kennis laten nemen van de bijbehorende boodschap:

Geert Wilders wil in Nederland de Koran verbieden. De Koran is voor moslims even belangrijk en heilig als de Bijbel voor christenen of de Thora en Talmud voor joden. Hij wil dus moslims in Nederland de basis van hun geloof ontnemen.

Geert Wilders beweert dat hij wil opkomen voor de waarden van de joods-christelijke traditie. Maar met zijn grove uitlatingen naar moslims vertrapt hij een van de centrale waarden uit deze traditie. Dat is namelijk gastvrijheid voor vreemdelingen in ons midden. Dat staat recht tegenover angst en uitsluiting. Nederland heeft een traditie en cultuur van vrijzinnigheid en tolerantie en dat willen graag zo houden.

Als religieus geïnspireerde ‘buren’ kunnen wij daarom Wilders niet ongestoord laten aanvallen. Wij willen hem ook niet buitensluiten. Gesprek, dialoog en discussie gaat hij uit de weg, hebben we gemerkt. We respecteren zijn keuze maar schamen ons voor zijn voorstellen.

Wij kiezen daarom voor de traditie van geweldloze kracht: als hij gelovigen wil vernederen of uitdagen, laat hij zijn pijlen op ons richten. Want wie aan de religieuze inspiratiebronnen van anderen komt, komt aan de onze. Wij kiezen voor het bestaansrecht van ieder mens, met welk geloof of welke overtuiging dan ook. Dus keer Wilders de linker wang toe!

 

Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid

Afgelopen donderdag bestond de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) 35 jaar en voor die gelegenheid was ik uitgenodigd voor een plechtige bijeenkomst in de prachtige Nieuwe Kerk in den Haag. Plechtig was het vooral ook omdat onze koningin en onze minister president Balkenende daarbij aanwezig waren. En er waren vooraanstaande sprekers uit de academische wereld, die hun visie op de relatie tussen de overheid en de wetenschap verwoordden.

Tsja, zoiets maak je als eenvoudige wethouder uit het dorp Huizen niet dagelijks mee. Ik vond het een bijzondere ervaring. Maar het was ook een gebeurtenis die me weer even stil deed staan bij onze eigen werkelijkheid in het openbaar bestuur. We worden zo vaak door de waan van de dag geregeerd. De berichten in de media, verontwaardigde actiegroepen, teleurgestelde burgers … je hebt er als bestuurder allemaal mee te maken. Maar gelukkig kennen we ook organen als een WRR, wijze mensen, die ogenschijnlijk in alle rust kunnen nadenken over lange termijn ontwikkelingen in ons land en in de wereld om ons heen en die bestuurders daarover onafhankelijk van advies dienen.

Het is de kunst voor bestuurders (zowel in Huizen als in den Haag) om een open oog en een open oor te houden voor wat er dagelijks de revu passeert, maar daarbij ook met visie de lange lijnen vast te houden. Dat betekent dat we ook onze verantwoordelijkheid moeten durven nemen als dat tegen korte termijn belangen in gaat. Want beslissingen die we nu nemen, zullen in belangrijke mate ook de toekomst van ons en onze kinderen bepalen.   

Het huis van Thorbecke

Afgelopen zaterdag woonde ik in Akersloot een bijeenkomst bij van de CDA bestuurdersvereniging in Noord Holland. Leuk om uit de hele provincie CDA burgemeesters, wethouders en raadsleden en statenleden te ontmoeten en interessant om te merken hoe eigenlijk vrijwel iedere gemeente worstelt met het nadenken over schaalvergroting.

Rien Fraanje, werkzaam bij Berenschot, hield een inleiding over “het huis van Thorbecke” want de staatsinrichting zoals we die nu kennen (Rijk, provincies, gemeenten) hebben we aan deze grote man te danken. Maar is zijn staatsinrichting in de 21e eeuw nog houdbaar? Als we bedenken dat er steden in de wereld zijn, die meer inwoners hebben dan heel Nederland, zijn we dan niet erg ingewikkeld aan het doen op de kleine “postzegel” op de wereldkaart, die Nederland heet?

Diverse commissies hebben zich inmiddels over dit vraagstuk gebogen en ook wij als Noord-Hollandse bestuurders gingen hierover met elkaar in gesprek.

Niet erg verrassend was, dat eigenlijk iedereen vond dat overheidstaken zo dicht mogelijk bij de burger moeten worden uitgevoerd. Wat lokaal kan moet ook lokaal gedaan worden. Dat noemen we bij het CDA het “subsidiariteitsbeginsel” en dat is ook wel in lijn met de landelijke tendens. Steeds meer taken komen op het bordje van gemeenten terecht. Denk maar aan de Wet Werk en Bijstand, de Wet Maatschappelijke Ondersteuning en straks de omgevingsvergunning (WABO), de nieuwe wet op de ruimtelijke ordening, de archeologische monumentenwet, de grondexploitatiewet etc. “Beherende gemeenten” zijn er na de taakverzwaring straks niet meer. Dat merken we als gemeenten natuurlijk nu ook al, met als meest recent voorbeeld de invoering van de WMO. Maar kunnen gemeenten (verdere) taakverzwaring straks nog wel aan?

Verrassend genoeg vonden de meeste bestuurders dat er een bepaalde schaalgrootte onontkoombaar is om als gemeente de taakverzwaring aan te kunnen. Samenwerking tussen gemeenten kan soms een oplossing zijn, maar vaak wordt voor die samenwerking gekozen om een fusie tegen te gaan of herindeling met andere gemeenten te ontvluchten. Veel gemeenten proberen bijna alles onder te brengen in gemeenschappelijke regelingen en zijn zelfs nauwelijks nog in staat om zelfstandig taken op te pakken. De gemeente wordt dan een lege BV.

Ik vond het verrassend dat de schaalvergroting bijna een vanzelfsprekendheid was en nauwelijks tot discussie leidde, omdat het CDA landelijk zo voorzichtig is met uitspraken over schaalvergroting en als die schaalvergroting al gewenst wordt, dan moet dat volgens het officiele CDA standpunt vooral van onderop komen. Ik denk dat de verklaring is, dat bestuurders die dagelijks “met hun voeten in de modder staan” veel meer zicht hebben op de realiteit van elke dag en daarom ook wel zien dat dit landelijke standpunt geen oplossing biedt voor de bestuurlijke opgaven die er op lokaal niveau liggen.

De vraag die vervolgens aan de orde kwam was, wat er overblijft van provincies als we veel meer grotere gemeenten krijgen. “Terug naar de kerntaken” was de conclusie. Die kerntaken zijn ruimtelijke ordening, natuur en landschap, waterbeheer. Op dit moment houden provincies zich nog veel te veel bezig met ondersteuning aan kleine gemeenten, die zelf niet in staat zijn om taken uit te voeren. Ze richten bijvoorbeeld een kenniscentrum WMO in, of houden zich bezig met financiele problemen bij gemeenten, armoedevraagstukken, daklozenopvang, werkgelegenheidsproblematiek etc. Dat hoeven provincies niet te doen als gemeenten voldoende schaalgrootte hebben. Wel werd van de provincie veel meer een regierol verwacht, waar het gaat om herindelingsvraagstukken. Een standpunt, waar onze aanwezige CDA vertegenwoordiger van Provinciale Staten dan ook positief op reageerde.

In de discussie bleef de paradox tussen enerzijds de wens tot schaalvergroting en anderzijds de “menselijke maat” (overheid dicht bij de burgers) onopgelost. Wel werd uit vele voorbeelden duidelijk dat de identiteit van een gemeente of een deel van een gemeente niet afhankelijk is van de bestuurlijke organisatie van die gemeente. Schaalvergroting, met behoud van identiteit, is de uitdaging voor de komende jaren. Daar zal ook onze regio niet aan ontkomen.

Kiezen voor een CDA vrouw in de provincie!

Terug van een weekje vakantie vind ik bij mijn e-mail een persbericht van ons Huizer CDA vrouwenberaad (CDAV). Het stemt mij trots. Want waar vind je dit nog tegenwoordig, dat vrouwen zich inzetten voor een sterkere positie van vrouwen in de politiek op alle niveau’s? Nou, het CDAV in Huizen is in ieder geval op dit punt springlevend en actief.

rinske_kruisinga.jpgVooruitlopend op de verkiezingen van de provinciale staten van a.s. woensdag zijn onze CDAV vrouwen erop uit gegaan voor een interview met de enige vrouwelijke gedeputeerde in Noord Holland, CDA-er Rinske Kruisinga.

Rinske Kruisinga werd in 2003 gekozen als lid van Gedeputeerde Staten met onder andere in haar portefeuille: Zorg, Welzijn, Cultuur en Europa. Voor de komende Statenverkiezingen staat zij opnieuw op de lijst (op de tweede plaats, direct na lijsttrekker Jaap Bond).

Kruisinga vertelde de CDA vrouwen over de investeringen in cultuur in de regio, zoals onder meer een bedrag van 700.000 euro in het Singermuseum en 250.000 euro in het geologisch museum in Laren: “Goed voor cultuur, maar ook goed voor de economie”. Van het museum in Huizen heeft ze niets meer gehoord. “Ik wacht nog op een plan uit Huizen” aldus Kruisinga “maar de bodem van de schatkist is wel in zicht”.

Kruisinga investeerde ook in de zorgsector, met projecten op het gebied van wonen, welzijn en zorg. Ook stelde zij geld beschikbaar voor preventief jeugdbeleid in de Gooi en Vechtstreek en voor het meldpunt huiselijk geweld.

Kruisinga heeft de ambitie om als gedeputeerde nog vier jaar verder te gaan. De gewone dingen goed willen doen, daar gaat het bij haar om. Wachtlijsten in de jeugdzorg zijn nog niet opgelost. Daar wil ze verdere stappen in zetten. Meer geld is volgens Kruisinga niet altijd de oplossing. Zij wil vooral rust brengen in de jeugdzorg en de instanties die zich met jeugdzorg bezig houden laten investeren in kwaliteit.
Voor Kruisinga is het feit dat zij de enige vrouw is in het College van Gedeputeerde Staten geen issue. Het gaat volgens haar uiteindelijk toch om kwaliteiten van mensen. Ze heeft een hekel aan “haantjesgedrag”, aan door elkaar praten of te veel praten. Kruisinga: “Maar dat betekent niet dat je de kaas van je brood moet laten eten”.
Voor a.s. woensdag (dit is per slot van rekening toch een CDA website!) wil ik me achter onze CDA vrouwen scharen in mijn stemadvies. Stem a.s. woensdag in ieder geval op het CDA, maar bij voorkeur ook op een CDA vrouw! En dan is -ook vanuit mijn eigen ervaringen in de samenwerking- Rinske Kruisinga, ook nog eens afkomstig uit onze eigen regio Gooi en Vechtstreek, een uitstekende keuze!

CDA blijft de grootste partij

45077_stemmenaantallen-alle-distr.jpgGisteravond werd de uitslag van de verkiezingen voorgelezen in de Raadszaal van het gemeentehuis. Het CDA is in ons land de grootste partij gebleven. Ook in Huizen hebben heel veel mensen op het CDA gestemd (als dit gemeenteraadsverkiezingen geweest waren hadden we in Huizen maar liefst acht zetels gehad!). Fijn dat er zoveel steun is voor de koers van het CDA en voor onze politiek leider, Jan Peter Balkenende. Iedereen in Huizen die het CDA gesteund heeft heel hartelijk bedankt!

Stemadvies

Naast mijn dagelijkse werk ben ik als CDA wethouder natuurlijk ook actief in de campagne van het CDA voor de Tweede Kamerverkiezingen. De CDA vrouwen en het CDA bestuur organiseerden in Huizen en in de regio verkiezingsbijeenkomsten. We stonden op de markt in het hoofdwinkelcentrum en in het winkelcentrum Oostermeent. We lieten een vliegtuig met een reclameslogan voor het CDA door onze regio vliegen, we plaatsten advertenties, we plakten posters en we deelden huis aan huis kaarten van het CDA uit. Dat alles natuurlijk met als doel dat het CDA morgen de grootste partij blijft! 

Net toen ik dacht dat we nu toch echt wel klaar waren met de campagne kreeg ik een brief van Jan Peter Balkenende, met het verzoek om die door te sturen aan mensen die nog twijfelen op wie ze morgen zullen gaan stemmen. Aan dit verzoek wil ik graag voldoen, ook via mijn weblog. Daar komt ie dus:

Geachte mevrouw Bakker,

Deze verkiezingen zijn de meest enerverende die ik ooit heb meegemaakt. De resultaten van het kabinetsbeleid worden nu echt zichtbaar, en de kiezers zijn mede daardoor het CDA en mij met andere ogen gaan zien. Wat vele mensen buiten onze partij voor onmogelijk hielden, lijkt nu toch mogelijk: het CDA kan de verkiezingen winnen.

Zelf heb ik nooit getwijfeld aan de richting die het CDA in dit kabinet heeft gekozen. En gelukkig was ik daar niet de enige in. Met mij hebben velen in het CDA vastgehouden aan deze koers. Gewoon doen wat je belooft, en je niet gek laten maken door de waan van de dag. De kiezers lijken ons daar nu voor te gaan belonen. Toch is de race nog niet gelopen. De marges blijven klein. Een zeer groot deel van de kiezers zal pas in de laatste 24 uur zijn of haar keuze bepalen. Ik doe daarom een persoonlijk beroep op u: overtuig de mensen in uw omgeving om te gaan stemmen.

U zou hen dit stemadvies mee kunnen geven:

  • Gezinnen met kinderen kunnen het beste voor het CDA kiezen. In de CDA-plannen worden voor mensen met een laag inkomen alle kosten vergoed door meer kinderbijslag en een hogere kinderkorting. Dat is gericht armoedebeleid!
  • Ook mensen met een eigen huis horen thuis bij het CDA. De hypotheekrenteaftrek blijft bij ons in stand, want we willen niet dat 650.000 huishoudens (dat is 20% van de huizenbezitters) worden getroffen door plannen zoals bijvoorbeeld van de PvdA en ChristenUnie.
  • Ouderen zijn met het CDA goed af. De armoede onder ouderen is de afgelopen jaren drastisch gedaald. En met het CDA blijft de AOW in de toekomst intact en zijn de pensioenen veilig.
  • Ook mensen die op dit moment voor hun pensioen sparen, zijn bij het CDA aan het juiste adres. De pensioenen worden in de CDA-plannen niet extra belast. Ook wordt sparen voor je pensioen niet ontmoedigd. Wij bieden zekerheid!
  • Als ik jong was, zou ik op het CDA stemmen, omdat in de CDA-plannen de rekening van de vergrijzing en de staatsschuld niet naar latere generaties wordt doorgeschoven. De PvdA doet helemaal niets aan de kosten van de vergrijzing en de aflossing van de staatsschuld, zodat jongeren bij deze partij jarenlang de rentelasten met zich mee moeten blijven dragen.
  • Nog een groep: het CDA is ook de beste partij voor ondernemers. Het CDA zet zwaar in op lastenverlichting en het verminderen van onnodige regels.

Er zijn nog veel meer redenen om CDA te stemmen, bijvoorbeeld vanwege veiligheid, zorg, integratie, waarden en normen en milieu. Ik kijk de verkiezingen van morgen dan ook vol vertrouwen tegemoet, maar we zijn er nog niet. Het CDA heeft iedere stem heel hard nodig. En, u weet: een stem voor het CDA is een stem voor een Nederland met welvaart, zekerheid en respect.
Met vriendelijke groet,

Jan Peter Balkenende

Jan Peter Balkenende

Armoede in de kerk

Afgelopen zondagochtend in de Goede Herderkerk stond het thema “armoede” centraal. Een goed thema voor in de kerk vind ik, want christenen hebben een opdracht om de “armen” te ondersteunen, dichtbij en ver weg. En het is best lastig om daar in onze samenleving op een goede manier inhoud aan te geven. 

Tot mijn verbazing begon ds. Doesburg de preek echter met de mededeling dat hij diverse verkiezingsprogramma’s van politieke partijen heeft gelezen en (in mijn eigen woorden) dat hij daarin weinig oprechte bezorgdheid voor de armen in ons land terug heeft gevonden. 

Mijn verbazing groeide door een toelichting vanuit de Diaconie op een inkomensplaatje van iemand uit onze gemeente, waaruit duidelijk moest worden gemaakt dat je met een laag inkomen geen geld meer hebt voor zaken als kleding, sport of vakantie. Ik miste in dit overzicht namelijk de mogelijkheid die we als gemeente bieden voor kwijtschelding van gemeentelijke belastingen, de langdurigheidstoeslag, de regeling voor maatschappelijk verkeer, waardoor kinderen van mensen met een laag inkomen toch aan sport en cultuur kunnen deelnemen, de ruimhartige mogelijkheden voor bijzondere bijstand enz. Zou de Diaconie dit niet weten?

Ik vind het op zichzelf geen probleem dat de kerk zich kritisch opstelt ten aanzien van het inkomensbeleid van het rijk en het gemeentelijk armoedebeleid. Sterker nog, het is mijn stellige overtuiging dat overheid, kerken en maatschappelijke organisaties, als zij goed met elkaar samenwerken, tot veel meer in staat zullen zijn in de bestrijding van armoede onder kwetsbare mensen dan wanneer de overheid zich als enige partij voor deze mensen verantwoordelijk acht. De Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) biedt in dit opzicht ook veel kansen. Als (gemeentelijke) overheid zullen we in ons eentje nooit in staat zijn om het armoedeprobleem echt effectief en langdurig voor mensen op te lossen. Er zijn daarvoor ook mensen nodig die om kwetsbare mensen heen staan, die hen helpen bij het vinden van de weg in de soms lastige bureaucratie, die hen een plekje gunnen in onze samenleving en hen zelfrespect terug geven. 

Maar ik vind het wel een probleem als in de kerk over het overheidsbeleid onjuistheden worden verteld en als een beeld wordt geschetst van een falende overheid, die alleen bezig is met eigen (partij) belang en die onverschillig is voor het lot van kwetsbare mensen. Die onjuiste beeldvorming doet de mensen die onze gezamenlijke zorg nodig hebben geen goed.  

Toch ben ik maar even koffie gaan drinken na de kerkdienst, want er gaat ook een slecht signaal vanuit als de wethouder armoedebeleid na zo’n preek stilletjes de kerk zou verlaten. En gelukkig werd daarbij in het gesprek met ds. Doesburg de taal wat genuanceerder. Jammer dat die paar honderd mensen in de kerk dit niet meer hebben gehoord, maar een kerkdienst is nu eenmaal niet voor “hoor en wederhoor” geschikt. Postief is dat gelijk een afspraak met de voorzitter van de Diaconie tot stand is gekomen om eens nader kennis te maken.

Marja van Bijsterveldt

Vandaag had ik een bijzondere ontmoeting met onze landelijke partijvoorzitter Marja van Bijsterveldt. We hadden al een tijd geleden een afspraak gemaakt om nog eens van gedachten te wisselen over het asielbeleid van het kabinet Balkenende.

Vandaag constateerden we dat veel van het asielbeleid dat de afgelopen jaren is ingezet humaan is geweest en ook resultaat heeft gehad. Er zijn kortere procedures voor asielzoekers. Er is voor asielzoekers die terug moeten naar hun land van herkomst veel meer duidelijkheid geschapen. En er zijn beduidend minder asielzoekers op straat dan onder vorige paarse kabinetten. In die periode, toen nog onder staatssecretaris Cohen, werden zoveel asielzoekers op straat gezet, dat de kerken zelfs met kerkasiel begonnen, om de vele dakloze asielzoekers op te vangen.

Maar we constateerden ook dat er nog steeds mensen zijn die niet in de strakke regels onder te brengen zijn. Kinderen van asielzoekers bijvoorbeeld, die in gevangenissen worden opgesloten. Mensen met een asielverzoek op medische gronden, die ziek zijn, maar niet in de opvang mogen. Mensen die na een eerste korte procedure afgewezen zijn, maar tegen dit besluit in beroep gaan of mensen die een beslissing vragen van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens. Zij mogen de beslissing in Nederland afwachten, maar hebben geen recht op opvang of voorzieningen. En dan is er nog een grote groep van mensen, die wel willen terugkeren, maar geen uitreispapieren krijgen, omdat ze in hun land van herkomst niet (meer) welkom zijn. Ook deze mensen zwerven in Nederland op straat rond, zonder middelen van bestaan.

Wat kan het CDA hier nu aan doen, vroegen we ons af. Want bij vrijwel iedere “humane” oplossing komt gelijk weer het argument van de aanzuigende werking naar voren. Ik vind dat we daar niet zo angstig voor moeten zijn. Juist omdat we aan de poort streng zijn, opvang in de eigen regio ondersteunen en mensen die uitgeprocedeerd zijn ook daadwerkelijk uitzetten, kunnen we voor de mensen die hier zijn en echt niet weg kunnen naar oplossingen zoeken, waarbij mededogen voorop staat. Dat is onze plicht als christenen en dat hoort naar mijn overtuiging het CDA ook uit te stralen.

Ik weet niet wat hiervan straks in het nieuwe programma van het CDA wordt meegenomen. Maar er is wel aandachtig naar argumenten geluisterd. En dat is gelukkig nog steeds kenmerkend voor onze partij. Het CDA is geen partij die het accent legt op een kille uitvoering van regels, maar een partij die regels ten dienste stelt aan mensen. Omdat het bij ons om mensen gaat.