Op 3 december vond op initiatief van staatssecretaris Aboutaleb in de prachtige Nicolaikerk in Utrecht een bestuurlijke conferentie plaats met als titel: “Voedselbanken en gemeenten: samen aan tafel”.
Namens de gemeente Huizen was ik ook aanwezig bij deze conferentie en bij mij aan tafel zaten ook de vertegenwoordigers van de voedselbank Gooi en Vechtstreek.
Ik ben van mening dat dit een heel goed initiatief is van dhr. Aboutaleb. Jarenlang hebben we immers alleen maar gehoord dat voedselbanken de smet zijn op het blazoen van ons sociale zekerheidsstelsel en dat we ervoor moeten zorgen dat voedselbanken zo snel mogelijk weer verdwenen zijn.
Tijdens deze conferentie werd duidelijk dat er weliswaar voor 99% door gemeenten kan worden voorzien in een sluitende aanpak van financiele armoede, maar dat er altijd mensen zullen zijn die tussen de wal en het schip vallen. Soms is dat een eigen keuze van die mensen zelf en soms is er zelfs sprake van “eigen schuld”, maar dat maakt de situatie voor betrokkenen er uiteindelijk niet minder schrijnend op.
Mijns inziens moeten we gewoon erkennen dat we als overheid wel veel, maar niet alles kunnen overzien en dat we ook niet voor alle situaties een pasklare oplossing hebben.
Daarom is het goed dat er bevlogen mensen zijn die zich inzetten voor noodhulp aan juist die mensen, die anders nog dieper in de problemen zouden wegzakken. De mensen die dit werk doen, van inpakken en vervoeren tot verstrekken van voedselpakketten en al het werk dat daarmee verband houdt, doen dit geheel vrijwillig. Aboutaleb vertelde dat hij zich schaamde voor de voedselbank in Amsterdam. Ik ben juist trots op onze voedselbank en ik heb diep respect voor al die vrijwilligers die daarin hun maatschappelijke betrokkenheid tonen.
Dat neemt niet weg dat het van groot belang is dat de voedselbank op haar beurt weer stimuleert dat klanten van de voedselbank ook (weer) van gemeentelijke voorzieningen gebruik maken.  Juist om die reden subsidieert de gemeente sinds afgelopen jaar de intakes voor de voedselbank, die in Huizen met name door het christelijk maatschappelijk werk worden gedaan, met daarbij de indringende vraag om daarbij ook waar mogelijk voor een “warme overdracht” naar gemeentelijke sociale voorzieningen zorg te dragen.
Aan het eind van de conferentie tekenden voedselbanken en gemeenten een intentieverklaring. Kern daarvan was de samenwerking tussen gemeenten en voedselbanken in de strijd tegen armoede, ieder vanuit haar eigen verantwoordelijkheid.
IntentieverklaringIk deel de inhoud van de intentieverklaring van harte. Laten we toch vooral stoppen met het bestrijden van voedselbanken, maar er samen met de voedselbanken aan werken dat mensen duurzaam uit de armoede worden geholpen en weer perspectief krijgen op een volwaardige deelname aan onze samenleving.

Recommended Posts

1 Comment

  1. dag janny: verwijzing door het christelijk maatschappelijk werk alleen is niet voldoende. niet alle mensen die ondersteuning nodig hebben weten het CMW te vinden en als zij het al weten te vinden zullen zij denken dat het niet voor hen bedoeld is. uit dde cijfers van de voedselbank blijkt dat veel mensen geen gebruik maken van gemeentelijke regelingen!! volgens mij moet de gemeente actiever op zoek.


Comments are closed for this article!