Vandaag volgde ik samen met mijn zoon delen van het debat over de regeringsverklaring. Mijn zoon spitste zijn oren bij een opmerking van Marianne Thieme van de Partij voor de Dieren in de richting van het CDA, die zich nooit zou hebben verzet tegen het onverdoofd ritueel slachten. “Is het CDA het daarmee eens dan?” vroeg hij me verontwaardigd.
Ik weet eigenlijk niet goed wat onze partij in den Haag hierover als standpunt heeft. Dierenwelzijn is (helaas) nooit erg prominent op de agenda van het CDA te vinden geweest. Lokaal is dat gelukkig anders, want inmiddels heb ik al vele CDA collega wethouders ontmoet, die zich juist vanuit de grondbeginselen van het CDA inzetten voor dierenwelzijn.
Jaren geleden sprak professor Jonker in de Oude Kerk van Huizen over het bijbelverhaal van Jona, die teleurgesteld was over het feit dat God de stad Ninevé niet verwoestte, ondanks de onheilsboodschap die Jona hierover in die stad had moeten brengen. God reageert in dit verhaal verbaasd op de teleurstelling van Jona en Hij vraagt aan Jona: “Waarom zou Ik geen medelijden voelen met een grote stad als Ninevé, waarin alleen al meer dan 120.000 kinderen wonen en ook nog veel vee aanwezig is?” (Jona 4:11)
Dat verhaal heeft indruk op mij gemaakt. Kennelijk maakt God zich óók druk om het vee. Hij voelt er medelijden mee. Er is dan ook juist voor mensen die vanuit een christelijke levensovertuiging politiek bedrijven helemaal niets mis mee om hetzelfde te doen. Ons zorgen maken om het vee, om de dieren, om hun welzijn. Wat mij betreft zou het CDA er dan ook mee in moeten stemmen als er een wetsvoorstel komt om het onverdoofd slachten van dieren te verbieden. Andere landen, zoals Zwitserland, Noorwegen, Zweden, Finland en IJsland zijn ons hierin al voorgegaan.
In een richtlijn van de Europese Unie is vastgelegd dat bij het slachten of doden van dieren elke vermijdbare pijn, opwinding of elk vermijdbaar lijden moet worden voorkomen. Daarom worden dieren voorafgaand aan het slachten verdoofd. Maar volgens sommige religieuze overtuigingen (islam en jodendom) moeten dieren ritueel worden geslacht, dat wil zeggen zonder verdoving. Hier is sprake van een dilemma, met dierenwelzijn aan de ene kant en religieuze overtuigingen aan de andere kant. Daar moeten we, juist ook als CDA-ers, zeker niet lichtvaardig over denken, maar daarover moeten we wel het gesprek aan willen gaan. Zo lijken er in Nieuw-Zeeland bijvoorbeeld mogelijkheden te zijn gevonden om de belangen van dierenwelzijn en de verschillende religieuze overtuigingen met elkaar in evenwicht te brengen, door bij het slachten van dieren gebruik te maken van elektrische bedwelming, die niet in strijd wordt geacht met de voorschriften van bepaalde religies. Ik kan mij niet voorstellen dat we in Nederland -met de huidige technologische kennis én met het voor ons land gelukkig ook nog steeds kenmerkende respect voor religieuze overtuigingen- niet tot dit soort oplossingen zouden kunnen komen.