Deze week las ik het nieuws over de maatregel van het verplichte pubergesprek. Om pubers bekend te maken met de problemen van overgewicht moeten alle kinderen vanaf 14 jaar in het voortgezet onderwijs vanaf volgend jaar een gesprek krijgen met een arts of verpleegkundige. Niet alleen de risico’s van overgewicht, maar ook andere problemen zoals pesten of eenzaamheid kunnen aan bod komen. Ook kunnen de leerlingen informatie krijgen over veilig vrijen en de gevaren van alcohol en drugs. Het ‘pubergesprek’ is een onderdeel van een actieplan van minister Edith Schippers en staatssecretaris Marlies Veldhuijzen van Zanten (beiden Volksgezondheid).
Tsja, wat moeten we hier nu van vinden? Is dit ultieme bemoeizucht van de overheid? Of zal deze maatregel tot positieve effecten voor onze kinderen leiden?
Ik ben als wethouder gezondheidszorg al jaren een groot voorvechter van preventie van overgewicht bij kinderen. Het is bekend dat kinderen met overgewicht sneller medische klachten krijgen (zoals gewrichtsproblemen) en ook meer kans hebben op ernstige aandoeningen in de toekomst (zoals diabetes, hart- en vaatziekten etc.). Ook leidt overgewicht bij kinderen vaak tot psychische problemen. Kinderen worden gepest met hun overgewicht en hun zelfvertrouwen neemt af.
Dé oplossing bestaat niet. Het zijn vaak meerdere acties tegelijkertijd die moeten leiden tot het terugdringen van overgewicht bij kinderen. Om kinderen op een gezond gewicht te houden, promoten we als gemeenten (i.s.m. onze GGD en het Centrum voor Jeugd en Gezin en de betrokken scholen, gezondheidscentra en maatschappelijke organisaties) de zogenaamde ‘BOFT’ boodschap. Dat staat voor:
Borstvoeding heeft de voorkeur
Beweeg elke dag (kinderen en jongeren een uur per dag)
Ontbijt elke dag
Fris water uit de kraan. Laat zoete dranken staan.
TV en PC, zeg wat vaker nee.
U ziet: een combinatie van bevorderen van gezond gedrag, maar ook verbieden van ongezond gedrag. Dat heet dus ‘opvoeden’.
Dat opvoeden niet altijd gemakkelijk is, dat weten we allemaal. Daarom is het ook prettig als overheidsbeleid ondersteunend is voor ouders. Zo vind ikzelf bijvoorbeeld de boodschap: ‘tot 16 jaar geen druppel alcohol’ aan mijn 15 jarige puber heel helder en die wordt ondersteund door overheidsbeleid, dat verkoop van alcohol aan jongeren onder de 16 verbiedt. Maar als je kind dan eenmaal 16 is? Het huidige beleid geeft eigenlijk het signaal: ‘dan mag het!’. Terwijl we allemaal weten dat de hersenen van pubers dan nog volop in ontwikkeling zijn en dat alcohol daar een schadelijke invloed op heeft. De maatregel die het CDA voorstaat om de leeftijd voor het verbod op de verkoop van alcohol op te trekken tot 18 jaar zie ik dan ook als een ondersteunende maatregel voor ouders.
Ik heb me in de afgelopen week afgevraagd of het ‘verplichte pubergesprek’ nu ook zo’n ondersteunende maatregel is. Mijns inziens is dat niet het geval. In de eerste plaats moeten we het probleem van overgewicht in een veel vroeger stadium aanpakken en op jonge leeftijd investeren in gesprekken met kinderen én hun ouders over het belang van een gezond gewicht. Dat begint al bij de consultatiebureau’s. Als de kinderen al 14 jaar oud zijn, is het wel erg aan de late kant. In de tweede plaats zijn er, om deze groep op gezond gewicht te houden, op dit moment ook al veel goede initiatieven op middelbare scholen, zoals o.a. ‘de gezonde kantine’ en de aandacht voor sport en beweging. Dit soort initiatieven kunnen ouders heel goed ondersteunen bij de opvoeding. In de derde plaats ben ik van mening dat, als het gaat om voorlichting over alcohol en drugs en veilig vrijen, de leeftijd van 14 jaar erg laat is. Heus, pubers in die leeftijd weten dan inmiddels echt wel hoe het zit. Tenslotte kan een gesprek over pesten of eenzaamheid mogelijk voor de puber van toegevoegde waarde zijn, maar moet dit met een arts? Ook daarvoor hebben de meeste scholen al een beleid en een contactpersoon.
Mijn voorlopige conclusie is dat deze maatregel de samenleving veel geld kost, terwijl het beoogde resultaat gering zal zijn. Als ouder ervaar ik deze maatregel ook niet echt als ‘ondersteunend aan de opvoeding’. Ik zie er persoonlijk dus niet zoveel in, maar misschien kan iemand me van het tegendeel overtuigen?
1 Comment
Tja, ook ik vroeg me af of een puber zit te wachten op een gesprek met een jeugdarts of jeugdverpleegkundige, en vooral of daarvan een positief effect te verwachten is ten aanzien van het voorkomen van overgewicht, het alcohol gedrag, het veilig vrijen enzovoort.
Goed om een wethouder in onze regio te hebben, die het belang van preventie ten aanzien van bijvoorbeeld overgewicht in ziet, daar samen met collega’s en de GGD aandacht voor heeft en dat ook in haar blog weer eens duidelijk verwoordt. Ook met betrekking tot het alcoholgebruik bij kinderen onder de 16, zie je dat een gezamenlijke, integrale aanpak effect heeft . Landelijke overheid, gemeenten, GGD, horeca, sportkantines en anderen, overal verkondigen we dezelfde boodschap, geen alcohol onder de 16, dat heeft effect.
Draagt een verplicht pubergesprek ook bij aa n de gezondheid van jongeren? In een onderzoek bij een jongerenpanel door EenVandaag http://1vjongerenpanel.eenvandaag.nl/uitslagen/40710/uitslag_scholieren_voor_pubergesprek lees ik dat 63% van de jongeren het ‘pubergesprek’ een goede zaak vindt, dat lijkt hoopgevend. Vervolgens vindt 79% dat dit niet verplicht moet zijn, 47% denkt dat het geen doeltreffend middel is ten aanzien van overgewicht (de beste manier is volgens deze jongeren om op meer plekken gezond eten aan te bieden en ongezond eten duurder te maken!). Een kwart van de jongeren vindt zichzelf te dik, daarvan geeft 33% aan graag een gesprek met de arts of verpleegkundige te willen. Dit onderstreept toch niet echt het belang van een pubergesprek, het kan ook anders. Alternatieven worden voorgesteld in de youtube boodschap van Laurens Waling http://www.youtube.com/watch?v=N3FTuB6cCDM&sns=em Hij pleit bijvoorbeeld voorhet inzetten van online interventies.
De focus bij het voorgestelde pubergesrpek ligt op een gezonde leefstijl en gezond gedrag, prima natuurlijk, maar dat kan ook op een andere, meer selectieve manier. Want hoewel de meeste kinderen gezond en gelukkig opgroeien, is er ook een groep kinderen waar het minder goed mee gaat, met signalen als
– frequent of langdurig verzuim
– het ontwikkelen van psychiatrische problematiek
– of een CITO advies voor VWO, blijven zitten en daarna terug zakken naar VMBO.
Is het niet belangrijk om vanuit sociaal medisch oogpunt daar meer aandacht voor te hebben?
Hoe goed gaat het eigenlijk met onze pubers? Kijk eens naar een aflevering van ‘Over de streep’ . Daar krijg je messcherp in beeld welke jongeren risico’s lopen en mogelijk echt behoefte hebben aan een gesprek met de jeugdarts of jeugdverpleegkundige.
Marlien Dijkema
Manager JGZ GGD Gooi & Vechtstreek
Comments are closed for this article!