Hartstilstand in Huizen

In de afgelopen week heb ik mij vanuit mijn portefeuille gezondheidszorg o.a. bezig gehouden met de vraag, of we als gemeente een taak hebben bij de aanschaf van de zogenaamde AED’s (Automatische Externe Defibrillator). Dat is een apparaat waarmee het hart van mensen kort na een hartstilstand weer aan de gang kan worden geholpen. Reanimeren is een ander woord voor dat weer op gang helpen van het hart. En defibrilleren is eigenlijk een moeilijk woord voor het geven van een stroomstoot, waardoor het hart weer gewoon gaat pompen.
Het landelijke beleid inzake het gebruik van de AED is gebaseerd op de wetenschap dat bij hartstilstand de beste kansen op overleven worden geboden als direct met reanimatie kan worden begonnen en ook binnen 6 minuten een elektrische defibrillatie kan worden toegepast. (zie ook informatie van de Hartstichting op www.zesminuten.nl). De verplichte aanrij tijd van de ambulance is 13 minuten. Dat betekent dus, dat de ambulancediensten erbij gebaat zijn als vast met reanimatie is begonnen en bij voorkeur dus ook vast gedefibrilleerd is binnen die 6 minuten.
 
Aangezien het voor ons als gemeente zeer kostbaar is om overal AED’s aan te laten brengen en het dan bovendien ook nog maar afwachten is of die ook adequaat bediend kunnen worden, heeft uitsluitend een actie tot het aanschaffen van AED’s weinig zin.
Wel zouden we -samen met de Ambulancedienst- kunnen meedoen aan het project “AED alert”. Dit project is al op diverse plaatsen in Nederland succesvol tot uitvoering gebracht, maar nog niet in onze regio. De ambulancedienst wil dan ook graag in Huizen met een pilot starten.
 
Het project houdt in, dat vanuit de gemeente wordt geinventariseerd waar we in Huizen allemaal AED’s hebben en of bedrijven/verenigingen die die apparaten hebben ook bereid zijn om die in geval van een calamiteit uit te lenen. De inschatting is dat veel bedrijven en veel verenigingen in Huizen al over een AED beschikken.
Daarnaast moet worden geinventariseerd welke “burgerhulpverleners” beschikbaar zijn, die een AED kunnen bedienen. Zo weten we bijvoorbeeld dat sommige bedrijven mensen in dienst hebben die dit kunnen, maar ook de brandweer, de jachthaven, de reddingsbrigade en diverse andere clubs hebben deze mensen opgeleid.
 
De ambulancedienst heeft alle “hardware” voor het project beschikbaar, dus de hardware voor de inventarisatie, een oproepsysteem dat door de meldkamer van de ambulancedienst kan worden gebruikt en voorlichtingsmateriaal, zoals website, powerpoint presentatie etc. Voor het alertsysteem is ook subsidie verleend door de zorgverzekeraar en er zijn eventueel ook nog provinciale subsidiemogelijkheden.
 
Wat van onze gemeente wordt verwacht is dat we iemand inzetten om de inventarisatie te doen (vooral menskracht dus) en de afstemming met “het veld” daarbij ook te bewaken (projectcoordinatie).
 
Het zou kunnen, dat we -n.a.v. deze inventarisatie- het advies van de ambulancedienst krijgen om op bepaalde plaatsen voor een AED te zorgen. De kosten daarvan zijn (inclusief onderhoud) ca. 1800 euro per AED. Maar de verwachting is dat dit zeer beperkt zal zijn, omdat bij een calamiteit zowel mensen worden opgeroepen die de hartmassage kunnen starten, als mensen die de dichtsbijzijnste AED gaan ophalen.
 
Ik vind, vanuit mijn verantwoordelijkheid voor het gezondheidsbeleid in Huizen, dat we deze inspanning vanuit de gemeente zouden moeten verrichten, omdat we hiermee regie nemen om bestaande mogelijkheden van AED’s en vrijwilligers beter te benutten en daarmee de kansen van ons ambulancepersoneel om levensreddend te werken aanzienlijk vergroten.  
Zaterdag werd dat door een “kenner” die aanwezig was bij de huldiging van onze brandweermensen ook bevestigd. We kunnen met het tijdig gebruik van een AED in 75% van de gevallen levensreddend werken. Ieder mensenleven is er een en dat lijkt mij de investering dan ook meer dan waard.

Nog meer kunstgras?

In de afgelopen week kreeg ik bezoek van het bestuur van de voetbalvereniging HSV de Zuidvogels. De bestuursleden lieten mij weten dat ze een derde kunstgrasveld nodig hebben, om alle trainingen en wedstrijden goed te kunnen laten verlopen en geen ledenstop af te hoeven kondigen. Cijfers die door de vereniging konden worden overlegd wezen uit, dat er een forse groei van het aantal spelende teams heeft plaatsgevonden bij de Zuidvogels. Volgens het bestuur kwam dat door de toename van het aantal jeugdleden, maar ook door het aantal ouderen dat (weer) gaat voetballen (NB: met ouderen bedoelde men 45+, ahum…) en door een toename van het vrouwenvoetbal.

“Ik dacht dat ik de komende jaren met jullie klaar was” grapte ik.

“Vind u het erg vervelend?” vroeg de voorzitter mij daarop.

Natuurlijk vind ik dit niet vervelend, integendeel. Ik vind het als wethouder sport fantastisch als sportverenigingen groeien en als steeds meer inwoners van Huizen gaan sporten. Ik vind het ook fantastisch dat dit niet alleen jongeren betreft, maar ook ouderen. Vanuit mijn portefeuille gezondheidszorg wordt meer bewegen door ouderen aangemoedigd en vanuit de optiek van de zo vaak bepleite versterking van de sociale cohesie en het aanleren van waarden en normen ben ik ook heel blij met een toename van sportdeelname in verenigingsverband door de Huizer jeugd. En juist omdat dit allemaal zo belangrijk is, moeten de sportvoorzieningen in Huizen mijns inziens goed op orde zijn.

Voor het in aanmerking komen voor een gemeentelijke bijdrage aan kunstgras hanteren wij in onze sportnota objectieve normen en daar voldoet de voetbalvereniging HSV de Zuidvogels door de groei van het aantal spelende teams in ieder geval aan. Maar een gemeentelijke bijdrage moet -gezien de meerjarenbegroting- ook wel mogelijk zijn.

Het wordt dus weer puzzelen in de begroting. Dat is niet vervelend, maar wel moeilijk. We staan nu eenmaal aan de vooravond van een forse bezuiniging vanuit het Rijk die op ons als gemeente afkomt. Ik verwacht hierover dus tijdens de behandeling van de voorjaarsnota (in juni) wel een forse discussie in de gemeenteraad.

Campagne van start!

Vrijdag startte de campagne van het CDA Huizen tijdens de druk bezochte nieuwjaarsbijeenkomst in het Dienstencentrum. De belangrijke thema’s van het CDA Huizen werden nog eens onder de aandacht gebracht, zoals: (1) veiligheid en respect, (2)versterking locale economie en behoud van werkgelegenheid, (3) maatschappelijke ondersteuning en zorg en (4)verbeteren van sportvoorzieningen.

Zaterdagochtend was ik in het provinciehuis van den Bosch aanwezig bij een bijeenkomst voor CDA lijsttrekkers uit het hele land, waar toespraken werden gehouden door o.a. CDA minister Klink, CDA staatssecretaris Van Bijsterveldt en CDA staatssecretaris De Vries. En daar ontdekte ik dat onze locale thema’s nog steeds heel nauw samenhangen met thema’s die ook in den Haag spelen.

De economie bijvoorbeeld! Het kabinet heeft in de afgelopen periode een pakket aan maatregelen genomen, om de economie in ons land op gang te helpen. Zo is de jeugdwerkloosheid aangepakt en is fors geïnvesteerd om jongeren die niet werken in ieder geval langer op school te houden. Door ingrepen in het belastingstelsel heeft het Midden en Klein Bedrijf (MKB) een enorme impuls gekregen. Versterken van de economie is wel hand in hand gegaan met duurzaamheid. “Groen gedrag” van burgers en bedrijven wordt beloond met korting op belastingen. Via de zogenaamde “deeltijd WW” is gezorgd voor stabiliteit. Oke, het toekomstig pakket aan bezuinigingsmaatregelen is nog niet volledig ingevuld. Maar over een te bezuinigen bedrag van 30 miljard euro mag wat mij betreft dan ook wel even goed worden nagedacht. Niet zomaar iets roepen of de gemakkelijke weg kiezen (bijvoorbeeld lastenverhoging voor burgers). Ook dat vind ik de kracht van dit kabinet!

Veiligheid en respect is ook zo’n thema, waar het kabinet fors op in zet. De maatschappelijke stage is nu al een groot succes. Ruim 190.000 jongeren lopen momenteel zo’n stage, waarbij respect, waarden en normen centraal staan. Door het oprichten van de zogenaamde “veiligheidshuizen” is 30-40% minder recidive van lichte criminaliteit gerealiseerd. En dit kabinet kiest gelukkig ook voor een zorgvuldig integratiedebat, waarbij wel scherp wordt opgetreden tegen gedrag dat tegen onze rechtsstaat in gaat, maar waarbij vooral ook wordt gezocht naar de verbinding van andere culturen mét onze rechtsstaat.

Het kabinet is ook bezorgd om de effecten van de vergrijzing. Natuurlijk hebben we veel vitale ouderen, die voor veel problemen juist een oplossing kunnen bieden (vandaar ook de verhoging van de AOW leeftijd). Maar we ontkomen toch niet aan het probleem dat er over 15 jaar 400.000 mensen extra nodig zijn in de zorg, terwijl er maar 20.000 extra op de arbeidsmarkt zullen komen. Nu investeren in preventie (meer mensen aan het sporten bijvoorbeeld!) en in efficiency en innovatie in de zorg is dus hard nodig, om het huidige niveau ook over 15 jaar overeind te kunnen houden.

Moed, beleid en trouw! Dat heeft het CDA in de afgelopen jaren laten zien.  Moed, door moeilijke beslissingen te durven nemen, met het oog op de lange termijn. Beleid, door te sturen op sociale samenhang van alle maatregelen. Trouw, door het eigenbelang ter zijde te stellen als dit in het landsbelang is en dus bijvoorbeeld liever een “knieval” te doen dan Nederland in een kabinetscrisis te storten.

Voor Huizen is het enorm belangrijk dat we goede contacten hebben tussen de plaatselijke politieke partijen en de partijen in den Haag (en natuurlijk ook in de provincie). Voor mij als CDA bestuurder zijn er heel korte lijnen, zowel naar mijn CDA collegae in de provincie als ook de CDA collegae in den Haag. Daardoor kunnen zaken die in Huizen spelen goed worden afgestemd en werken we allemaal aan hetzelfde doel. Dat moet ook, omdat juist in deze economisch moeilijker tijden nauw moet worden samengewerkt om resultaten te bereiken. Op die manier kan met vereende krachten succesvol gebouwd worden aan een stabiele, veilige en respectvolle samenleving, ook in Huizen!

WMO Raad

Vandaag had ik een afspraak met een vertegenwoordiging van Zorgbelang Noord-Holland (een vereniging van ongeveer 100 patiëntenverenigingen, organisaties van mensen met een lichamelijke, psychische of verstandelijke beperking, familieorganisaties en ouderenbonden in Noord Holland) en de voorzitter van onze plaatselijke Wmo Raad over het functioneren van onze Wmo Raad. (Wmo komt van Wet maatschappelijke onderteuning). Het was een boeiend gesprek, waarin we ook wel gedwongen werden tot zelfreflectie. Hoe doet onze Wmo Raad het eigenlijk? En hoe ervaart de Wmo Raad de samenwerking met de gemeente?

Wat duidelijk werd in het gesprek is dat de Wmo Raad zich kritisch opstelt, maar niet per definitie het conflict of de tegenstelling opzoekt. Dat is ook niet nodig, want gemeente en Wmo Raad streven beiden naar hetzelfde doel en de opvattingen van de Wmo Raad worden door de gemeente niet alleen serieus genomen, maar ook als richtinggevend beschouwd. Juist omdat er sprake is van een gedeelde visie tussen gemeente en Wmo Raad over de richting van het Wmo beleid (gebaseerd op vraagsturing, keuzevrijheid en eigen kracht van burgers) is de discussie over de wijze waarop dit beleid zou moeten worden uitgevoerd eigenlijk vrijwel altijd  constructief. De goede ondersteuning van de Wmo Raad (zowel de eigen onafhankelijke ondersteuning als de ondersteuning vanuit de ambtenaren) draagt daar in belangrijke mate aan bij.

Het antwoord op de vraag wat er verder verbeterd zou kunnen worden werd vooral gezocht in de samenhang binnen de Wmo Raad. Op dit moment wordt nog te vaak vanuit de eigen specifieke achterban een inbreng geleverd. De kunst zal zijn om nog meer vanuit die diversiteit tot breed gedragen adviezen aan het gemeentebestuur te komen.   

Op de vraag waar de Wmo Raad trots op is bleef het even stil. Het is opmerkelijk hoe snel we geneigd zijn om wel aan te geven wat (nog) niet goed gaat, maar bescheiden te zijn over wat juist heel goed gaat. Uiteindelijk was toch de conclusie dat de Wmo Raad er trots op is dat de gemeente Huizen voorop loopt in de brede aanpak van het Wmo beleid en als enige Noord-Hollandse gemeente deelneemt aan het landelijke project “de Kanteling”. Dat is alleen mogelijk geworden door als gemeente en Wmo Raad een gezamenlijke visie te delen op de wijze waarop maatschappelijke ondersteuning aan kwetsbare mensen nu en in de toekomst zal moeten worden georganiseerd en daar vervolgens ook echt samen, ieder vanuit een eigen verantwoordelijkheid, voor te gaan.

De conclusie was dat het in Huizen eigenlijk allemaal redelijk harmonieus verloopt. Maar blijft dat in de toekomst ook zo? Of zal dat veranderen als er minder geld beschikbaar komt en de gemeente misschien keuzes moet gaan maken waar de Wmo Raad zich absoluut niet in kan vinden?

Ik maak me daar persoonlijk niet zoveel zorgen over. Tot nu toe blijkt uit maatregelen die we genomen hebben, waarbij vraagsturing en keuzevrijheid voorop stond, dat de kosten eerder afnemen dan toenemen. Het blijkt steeds weer dat mensen voor zichzelf een bepaalde vorm van ondersteuning wensen, die niet alleen beter bij hen past dan het standaard aanbod, maar die vaak ook goedkoper is. Toen we bijvoorbeeld de regeling verruimden voor aangepaste sportvoorzieningen voor gehandicapten (voorheen kon alleen een sportrolstoel worden verstrekt en nu alle noodzakelijke aangepaste sportvoorzieningen) konden mensen zelf kiezen welke sport zij wilden beoefenen. En een aangepast tennisracket is veel goedkoper dan een aangepaste rolstoel. Het is mijns inziens dan ook echt een onterechte angst dat mensen alleen maar meer zullen vragen. Maar als dat dan al zo is, dan werkt onze methode van individuele ondersteuning zo, dat we ook echt kunnen beoordelen dat de ondersteuning in deze individuele situatie nodig is. En als dat zo is, dan moeten mensen toch gewoon geholpen worden? 

Natuurlijk, als er minder geld is, zullen ook andere afwegingen gemaakt moeten worden. Het College zal toch altijd de belangen van Wmo doelgroepen ten opzichte van het algemeen belang moet afwegen. Maar juist dan is een kritische Wmo Raad een groot goed. Het (wellicht negatieve) beargumenteerde advies van de Wmo Raad kan in die situaties naast het voorstel van het College aan de gemeenteraad worden voorgelegd. Dat draagt bij aan een goed publiek debat.

We zijn er natuurlijk nog lang niet, maar onze Wmo Raad mag met recht trots zijn op wat al is bereikt. En ik ben trots op onze kritische Wmo Raad.

    

 

Monument voor Huizer vissers?

In de afgelopen week vond het jaarlijkse congres van de VNG (Vereniging Nederlandse Gemeenten) plaats in Flevoland. Onderdeel van het programma was een bezoek aan Urk, waar ik samen met mijn collega Petra van Hartskamp deelnam aan een zogenaamde “stegentocht”. Tijdens de rondwandeling door Urk kwamen we ook langs een indrukwekkend monument voor de vele verdronken Urker vissers.

“Waarom hebben we dit niet voor onze Huizer vissers, die in de woelige jaren waarin zij met hun botters de Zuiderzee op gingen verdronken zijn?” vroegen we ons af. En sindsdien laat die gedachte me niet meer los.

In een gesprek met Jady Snel hierover begreep ik dat de namen van de Huizer vissers die verdronken zijn allemaal wel bekend zijn. Maar zit iemand hier nog wel op te wachten? Of is het allemaal al te lang geleden?

Vandaag hoorde ik van mijn eigen moeder dat zij een familielid heeft gehad die verdronken is in de buurt van Hoorn. Hij was met zijn eigen botter op zee en kwam om in een storm. Zijn zoon moest hem daar gaan identificeren. Hij had twee knikkers in zijn zak en hij had eerder al tegen zijn zoon gezegd: “als ik ooit verdrink en gevonden word, dan kan je me hieraan herkennen”. Hij werd begraven in Hoorn, want het geld om hem naar Huizen te laten overbrengen was er niet.  

Uit dit persoonlijke verhaal is mij duidelijk geworden dat er nog steeds wel mensen zijn die herinneringen koesteren aan onze Huizer vissers, die vaak door de bittere armoede gedreven werden om met gevaar voor eigen leven toch steeds weer de zee op te gaan om te vissen. Het risico om dit met de dood te moeten bekopen calculeerden zij in, omdat er nu eenmaal brood op de plank moest komen voor hun gezin. Het is bijna heldenmoed en daar mag wat mij betreft -postuum- toch wel met respect op worden teruggezien. 

De komende week ga ik dit idee voor een monument voor verdronken Huizer vissers toch eens bespreken met de betrokken ambtenaren.

 

 

Koninginnedag

Vanochtend leek alles nog zo mooi. Op TV volgde ik de wandeling van de koninklijke familie door het park in Apeldoorn. Daarna per fiets naar het gemeentehuis, waar het Wilhelmus werd gezongen. De gedecoreerden (ook veel van gisteren!) waren daarbij aanwezig en samen dronken we in goede sfeer een glaasje oranjebitter. Buiten stralende zon en een gezellige drukte op de vrijmarkt.

En dan het bericht uit Apeldoorn dat een auto dwars door een mensenmassa heen weet te komen, met gruwelijke gevolgen. Zoveel gewonden, zoveel schrik en verbijstering. Dat dit in Nederland gebeurt is ongelofelijk. De beelden zullen de hele wereld overgaan. Wat een mooi feest moest worden eindigt in totale ontzetting.

Provincie stemt in met voorstel OV taxi

In de afgelopen week heeft een constructief gesprek plaatsgevonden tussen een delegatie van de wethouders WMO van het gewest Gooi en Vechtstreek en gedeputeerde Mooij van de provincie. Het gesprek ging over de OV taxi. Gemeenten zijn niet tevreden over het functioneren van de OV taxi voor WMO doelgroepen en de provincie is niet tevreden over het voortdurend klagen van gemeenten daarover. Alle reden dus om er samen de schouders onder te zetten.

Wij hebben voorgesteld aan de provincie om het huidige contract met Connexxion voor de OV taxi in ieder geval nog een jaar te verlengen. Intussen willen we dan als gemeenten enkele proefprojecten doen, waarbij gekeken wordt hoe het WMO vervoer in het algemeen kan worden verbeterd. Onze indruk is namelijk dat teveel soorten WMO vervoer gelijk worden behandeld, terwijl er wel degelijk verschillen zijn. Rolstoelvervoer of vervoer voor mensen met psychiatrische problematiek is nu eenmaal heel anders dan vervoer van ouderen die slecht ter been zijn.

De provincie heeft gemerkt dat mensen die van de OV taxi gebruik maken zich niet altijd realiseren dat het geen openbaar vervoer is (met lijndiensten op vaste tijden) en ook geen taxi (daarvoor is het ook veel te goedkoop). De verwachtingen van mensen zijn volgens de provincie dan ook soms wat hooggespannen. De provincie beschikt bovendien over stiptheidscijfers die een veel gunstiger beeld geven dan de cijfers die we als gemeenten vanuit het Mobycon onderzoek hebben gekregen. Overigens zijn ook de vele wegopbrekingen volgens de provincie oorzaak van verminderde stiptheid. Daar kan niemand iets aan doen, maar mensen ondervinden er wel veel hinder van. Natuurlijk zou meer geld een oplossing kunnen betekenen, maar provinciale Staten is volgens de gedeputeerde in ieder geval niet van plan om meer geld in de OV taxi te steken.

De gemeenten herkennen de argumenten van de provincie, maar zijn van mening dat er toch wel meer aan de hand is dan alleen dat. Die opvattingen worden mede gevoed door de vele signalen die wij van mensen krijgen die van het WMO vervoer afhankelijk zijn. Ook de klankbordgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van belanghebbenden in onze regio, heedt een niet mis te verstaan signaal afgegeven dat het echt niet goed gaat met de OV taxi.

Gelukkig werd er geen welles-nietes discussie gevoerd, maar hebben we besloten er gewoon samen tegenaan te gaan. De provincie is akkoord met het voorstel van de gemeenten en gaat dit bespreken met Connexxion. Huizen en Wijdemeren zullen in eerste instantie proefgemeenten zijn en de provincie wordt hier nauw bij betrokken. En als er meer geld bij moet om het vervoer voor WMO doelgroepen te verbeteren, dan zeggen gemeenten in ieder geval niet op voorhand nee.

 

Nieuwe media

Afgelopen week heb ik mijn wethouderscursus afgerond. Ik mag me nu een volleerd wethouder noemen. De laatste module ging vooral over omgaan met de media. Dat journalisten ook gewoon maar mensen zijn vermoedde ik al, maar al oefenend het blijkt toch wel lastig om in hun huid te kruipen en te begrijpen dat ze eigenlijk alleen maar zo snel mogelijk nieuws willen horen, zonder al te veel inhoudelijke verhalen en achtergronden eromheen, die we nu juist als wethouders vaak zo belangrijk vinden. 

Ik heb ook kennis gemaakt met nieuwe media, waar ik wel eens van gehoord had, maar waarvan ik eigenlijk geen idee had hoe ik die zou kunnen gebruiken om wat ik dagelijks uitspook nog beter onder het voetlicht van onze Huizer samenleving te brengen. Maar inmiddels weet ik daar meer van en ben ik nu dus ook te vinden op hyves, twitter en linked-in.

 

Huizer botter tijdelijk in bezit van Amsterdam

Vrijdag 3 april heb ik aan de Javakade in Amsterdam een van onze Huizer botters (tijdelijk!!!) overgedragen aan het Amsterdamse gemeentebestuur. Na toespraken door Henk Dessens, directeur Scheepvaart Museum, Annelie Verstraeten, marketing m anager Westland Kaasspecialiteiten, e n Ruud Nederveen, raadslid stad Amsterdam, mocht ik symbolisch de sleutel van de Janus Kok overdragen aan Ruud Nederveen, die mij plechtig beloofde dat Amsterdam goed voor de botter zal zorgen.

De HZ 108 is geadopteerd door Amsterdam voor de tocht naar het Henry Hudson 400 platbodem evenement in september a.s. in New Amsterdam ( New York ).
Na het overhandigen van de sleutel heb ik samen met Ruud Nederveen het zeil gehesen, waar nu in prachtige letters “Old Amsterdam” op te lezen is. De botter is nu helemaal klaar voor het event: “Old Amsterdam meets New Amsterdam!”

Ik ben trots op ons fantastische Huizer kaasbedrijf Westland en ook op de subsponsor achter het Bestevaerfonds die dit alles financieel mogelijk maken. Maar de drijvende kracht achter dit evenement zijn toch de bestuurders van de stichting vrienden van de Huizer botters. Dankzij deze vrijwilligers zetten we straks zelfs in New York onze Huizer botters op de kaart.

Huizen in het nieuws

In de afgelopen weken hadden we nauwelijks iets te melden in ons wekelijkse gesprek met de pers, maar deze week was er in Huizen opeens van alles aan de hand. 

De week begon met het bericht over de vernielingen die waren aangericht in het clubhuis van onze surfclub. Ik las daar maandagochtend over in de Gooi en Eemlander en ben gelijk gaan kijken. Ik trof niemand meer aan, maar kon wel zien hoe grof de beschadigingen waren. Ik weet door contacten met de surfclub over eerdere vernielingen hoe diep dit het bestuur en de leden van de surfclub raakt. Juist vanwege alle inspanningen die de surfclub heeft gedaan om dit soort zinloos geweld te voorkomen is het enorm frustrerend dat dit nu toch weer is gebeurd. Het is mijns inziens heel goed dat de politie, de burgemeester en de surfclub zelf nu in gezamenlijkheid dit probleem oppakken en dat dit -na alle vernielingen die er geweest zijn- nu niet meer alleen als een probleem van de surfclub wordt gezien.

Maandag werden we als college ook geinformeerd over het feit dat in een van de te renoveren scholen in het Holleblokcomplex asbest is aangetroffen en dat de werkzaamheden daardoor tijdelijk zijn stopgezet. De school staat leeg, omdat de renovatie al aan de gang was, maar deze vondst -en al het vervolgonderzoek dat daardoor vanuit de noodzakelijke zorgvuldigheid moet worden gedaan- levert natuurlijk wel vertraging op.  

Tenslotte was er de brief van het bestuur van de kinderboerderij, die niet helemaal een juiste beschrijving van de werkelijkheid geeft, maar die de gemoederen in de afgelopen week toch aardig bezig heeft gehouden. Met deze brief liet het bestuur van de kinderboerderij o.a. weten het niet eens te zijn met de opzegging van het beheerscontract tussen gemeente en kinderboerderij, per 1-7 2009. Ik vind het persoonlijk erg jammer dat de kinderboerderij op deze wijze reageert. De formele opzegging is namelijk nodig, om per die datum met een nieuw bestuur en met nieuwe beheersafspraken verder te kunnen gaan. De kinderboerderij zou vanaf die datum ook de educatieve activiteiten in het gebouw “de Ruif” kunnen uitvoeren, iets wat momenteel niet mogelijk is vanwege een conflict tussen de stichting Energiebesparing Huizen (die een beheerder voor de Ruif heeft aangesteld) en de Kinderboerderij (die zelf ook een beheerster in dienst heeft). In de afgelopen maanden is door beide besturen veel tijd en energie gestoken in het vinden van een mogelijkheid om dit conflict te doorbreken. En we zijn er nu echt bijna! Er is overeenstemming over  de keuze voor de stichting Kinderboerderij als stichting die straks de activiteiten gaat uitvoeren, over de aangepaste doelstelling van deze stichting en over samenstelling van het nieuwe bestuur. Er is alleen nog geen overeenstemming over de uitvoering en over de positie van beide beheerders daarin. Ik hoop van harte dat de brief het inmiddels voorzichtig opgebouwde onderlinge vertrouwen niet al te negatief zal beinvloeden en dat beide besturen in staat zullen zijn om in de komende maanden met elkaar oplossingen te vinden. Ik zal me daarvoor in ieder geval blijven inzetten.