Zuinige gemeenten willen compensatie voor schatkistbankieren

Op 4 april a.s. heeft de Vaste Commissie voor Financiën in de Tweede Kamer een overleg met de minister van financiën over het verplicht schatkistbankieren voor decentrale overheden. Materieel zal deze wet de meeste gemeenten niet raken. Maar voor enkele gemeenten, waaronder Huizen, die in het verleden een prudent financieel beleid hebben gevoerd, gaan juist wel vol de gevolgen van dit wetsvoorstel ondervinden.

Wij hebben eerder al principiële bezwaren tegen deze wet ingediend, maar beseffen dat dit de invoering hoogstwaarschijnlijk niet zal tegenhouden. Daarom vragen wij nu in een brief aan de Vaste Commissie voor Financiën van de Tweede Kamer om de invoering zorgvuldig te doen.

Eén van hoofdpunten waar wij ons zorgen over maken, is de naleving van artikel 2 Financiële verhoudingswet. Door het verplicht schatkistbankieren gaan wij – de kleine groep van ca. 15 gemeenten die geen netto schulden heeft – op onze liquide middelen een rendementsverlies leiden van ca. 2%. Dat heeft voor gemeenten van onze omvang behoorlijke gevolgen voor de begroting. Zo vervalt bijvoorbeeld bij de gemeente Huizen door de maatregel de dekking van reguliere begrotingsuitgaven ter grootte van 2% van het begrotingstotaal. Afzien van een vergoeding door het rijk voor deze inkomstenderving betekent voor de gemeente Huizen 1,46 miljoen euro aan extra bezuinigingen bovenop de andere forse kortingen op overdrachten van het rijk aan gemeenten. Soortgelijke effecten doen zich voor bij alle onderstaande gemeenten.

Dat zou lijken op een straf voor ons als kleine groep gemeenten vanwege het zuinig gedrag en behoedzaam begroten, terwijl dat juist tot voorbeeld zou moeten dienen.  

Wij zien in de Memorie van Toelichting geen passage waarin staat dat deze derving aan inkomsten, die het gevolg is van een wijziging van het rijksbeleid, aan ons wordt vergoed. Ondanks dat het lagere rendement wel door het kabinet wordt erkend. En ook de Raad van State heeft gewezen op het vergoeden van de gederfde inkomsten aan decentrale overheden als gevolg van deze wet. De VNG heeft berekend dat het totale verlies voor onze gemeenten op termijn structureel 25 miljoen euro bedraagt. Wij vragen in onze brief aan de Tweede Kamerleden om er bij de minister op aan te dringen deze derving aan inkomsten in kaart te brengen en aan de gemeenten die het betreft, te vergoeden. Dekking kan worden gevonden door de door het kabinet zelf op pag. 9 van de Memorie van Toelichting aangegeven extra inkomsten die het kabinet krijgt doordat een lagere rente hoeft te worden betaald op door het kabinet aangegane leningen.

De brief is woendag verzonden vanuit de gemeente Huizen. Mede ondertekenaars van deze brief zijn de wethouders financiën van de gemeenten:

Beek, Brielle, Ermelo, Giessenlanden, Haaren, Leusden, Maasgouw, Ouder-Amstel, Ouderkerk, Rozendaal, Staphorst en Vlagtwedde

 

 

 

 

 

 

 

Minder comazuipers in Gooi en Vechtstreek

Vandaag kreeg ik via de GGD een persbericht doorgestuurd van de kinderafdeling van Tergooiziekenhuizen, waar ik mijn lezers ook graag deelgenoot van wil maken, al was het maar omdat u misschien zelf ook (groot)ouder van een puber bent. Er is namelijk eens een keer goed nieuws te melden!

Uit cijfers van Tergooiziekenhuizen blijkt dat  er in 2012 aanzienlijk minder jongeren (namelijk 28 jongeren) uit de regio met een alcoholvergiftiging opgenomen zijn dan in 2011 (toen namelijk 51 jongeren). De leeftijd van deze jongeren varieerde van 13 tot 17 jaar. Jongeren die in het ziekenhuis terecht komen zijn vaak verminderd bij bewustzijn of in coma. Voor de ouders is het enorm schokkend om te zien hoe hun kind met uitgelopen mascara in eigen braaksel en urine ligt. Als de coma heel diep is, wordt de ademhaling bedreigd en is opname op de intensive care noodzakelijk. De jongeren die door overmatig alcoholgebruik in Tergooiziekenhuizen terecht komen, zijn veelal probleemloze pubers; doorsnee kinderen eigenlijk. Het zijn even vaak jongens als meisjes , zowel VMBO leerlingen als VWO leerlingen.  

Al jaren werken gemeenten in onze regio in het kader van het GGD programma ‘Samen aan de slag tegen riskant alcoholgebruik jeugd’ samen met ouders, alcoholverstrekkers, sportverenigingen, scholen en andere betrokkenen om problematisch alcoholgebruik onder onze jeugd terug te dringen. Vanuit Huizen stuurt mijn collega Liesbet Tijhaar dit programma aan en gelukkig dus nu ook duidelijk met succes. Het laatste jaar heeft de GGD, samen met andere partijen, extra aandacht besteed aan het schadelijk fenomeen van ‘sweet sixteen feestjes’ en het risico van comazuipen. Op diverse manieren zijn ouders gewezen op het belang van het stellen van regels over alcoholgebruik, ook als jongeren 16 jaar zijn.  Ook hebben Tergooiziekenhuizen en Jellinek een vervolgprogramma opgezet voor comazuipers en hun ouders om herhaling te voorkomen. GGD Gooi & Vechtstreek is dus ook tevreden met de afname van het aantal comazuipers in onze regio. Zeker gezien de landelijke cijfers waaruit blijkt dat het totaal aantal comazuipers gestegen is.

Toch denken de GGD en de kinderartsen van Tergooiziekenhuizen dat we niet te vroeg moeten juichen. Het is belangrijk om door te gaan op de ingeslagen weg. Er komen immers steeds nieuwe jongeren en ouders. Bovendien vormen de comazuipers het topje van de ijsberg van riskant drinkende jongeren. Uit cijfers van de GGD uit 2010, bleek dat bijna 40% van de 15 jarigen en 55% van de 16 jarigen de laatste maand minstens éénmaal 5 of meer glazen alcohol op één avond heeft gedronken. In 2014 komt de GGD met nieuwe cijfers. Pas dan kunnen we zien of niet alleen het topje gereduceerd is, maar ook de totale omvang van het riskante alcoholgebruik van jongeren.

Persoonlijk vind ik het heel goed dat de leeftijd waarop alcohol verstrekt mag worden aan jongeren straks naar 18 jaar gaat. Het helpt ouders in ieder geval bij het stellen van regels. Maar als we het daarbij laten, zal het onvoldoende verhinderen dat jongeren onder de 18 te veel alcohol drinken, met alle negatieve gevolgen voor hun gezondheid en hun verdere ontwikkeling vandien. Aandacht, voorlichting én handhaving rond dit onderwerp zullen mijns inziens constant nodig blijven.

Eindelijk AED burgerhulpverlening in Huizen

In Nederland krijgt 1 op de 1000 mensen per jaar te maken met een hartstilstand. Voor Huizen gaat het dus om 42 mensen per jaar. Niet iedereen wordt op tijd gevonden. Landelijk wordt gemiddeld 40%  niet gereanimeerd. In Huizen zijn er volgens RAV cijfers jaarlijks zo’n 25 reanimaties.
Nadat bekend werd dat de kans dat deze mensen de hartstilstand overleven enorm toeneemt als een de reanimatie (liefst mét AED) binnen 6 minuten gestart is, werd door de Hartstichting, maar ook door onze eigen Regionale Ambulancevoorziening (RAV)  aan de bel getrokken bij gemeenten om zogenaamde 6-minutenzones te organiseren. In de zomer van 2010 bracht de RAV dit ter sprake in het overleg met alle wethouders gezondheidszorg in onze regio. Huizen ging direct aan de slag en de gevraagde inventarisatie werd in Huizen afgerond in november 2010. Conclusie was: er zijn voldoende AED’s aanwezig in Huizen voor een dekkend netwerk. De gemeente zal wel moeten zorgen dat minimaal 18 AED’s dag en nacht bereikbaar zijn. Daarvoor zijn dus 18 buitenkasten nodig, inclusief bijbehorende pincode, verwarming, ventilatie en elektriciteit.  Kosten ca. € 700,– per buitenkast. Naast die eenmalige investering van zo’n € 20.000,– vergoedt de gemeente de kosten voor verzekering van de AED’s in de buitenkasten tegen diefstal en vandalisme en worden de kosten voor vervanging van elektrodes en batterijen na een inzet van de AED aan de eigenaar vergoed. Dit vergt dus ook jaarlijks nog een beperkt bedrag. In Huizen waren zo’n 180 mensen nodig met een reanimatiediploma. Uit de inventarisatie bleek dat die er ook zijn. De kosten voor opleiding van vrijwilligers en het onderhoud daarvan vergoedt de gemeente dan ook niet. Overigens worden die kosten (ca. 30 euro per opleiding) vaak wel door de zorgverzekeraars vergoedt.
Huizen was er klaar voor en wilde snel van start.

Na de eerste inventarisatie en de besluitvorming in het college van B&W moest Huizen helaas op de rem trappen, omdat de RAV minimaal de helft van het aantal inwoners in de regio nodig had om de kosten van de aanschaf van een regionaal systeem door de RAV te kunnen dekken.
Sindsdien was het dus lobbyen om ook andere gemeenten in de regio Gooi en Vechtstreek een inventarisatie te laten doen. Dat heeft lang geduurd, maar inmiddels zijn nu ook Hilversum, Bussum en Weesp daarmee gestart.

Goed nieuws kwam in de zomer van 2012, toen bleek dat de RAV tóch in staat was om het benodigde systeem aan te schaffen en al vast in Huizen te beginnen. Toen bleek echter dat er nog enorm veel werk verzet moest worden om van de fase van inventarisatie de slag te maken naar de daadwerkelijke uitvoering van het project. We hadden in Huizen het geluk dat we Linda Broeze als beleidsmedewerker konden aantrekken, die zich als een terriër op dit project stortte. Samen met Angeli Blankers van de RAV zijn tal van zaken geregeld, zoals de registratie van vrijwilligers en  de contracten die gesloten moesten worden met eigenaren van AED’s om die in de buitenkasten te mogen ophangen en tal van zaken die daarbij komen kijken.
AED2

Er werd een werkgroep gevormd, met daarin o.a. ook de afdeling Huizen van de Koninklijke EHBO vereniging, de Reanimatiestichting Huizen en het Rode Kruis en ook politie en brandweer dachten actief mee, met name over de vraag hoe we vrijwilligers met een reanimatiediploma zover zouden kunnen krijgen om zich als burgerhulpverlener voor het AED project aan te melden.
Maar deze week was het dan eindelijk zover en kon het project AED burgerhulpverlening in Huizen van start gaan.
Het netwerk van AED’s is bijna dekkend voor Huizen. Nog slechts een paar buitenkasten moeten worden geregeld. Er hebben zich al 90 vrijwilligers gemeld, maar dat moeten er dus nog wel minimaal 180 worden.
Aanmelden kan via www.hartslagnu.nl.

In de gemeente Hoorn wordt al 2 jaar met AED burgerhulpverleners gewerkt. Bij de start van ons Huizer project werd een aangrijpende film vertoond, van jonge mensen uit Hoorn, die hun leven aan de AED burgerhulpverlening te danken hebben. Daar word je warm van, want daarvoor doen we dit met ons allen!
Ik ben daarom heel blij dat we in Huizen nu eindelijk zijn gestart en ik ben ervan overtuigd dat we, net als destijds in Hoorn, de komende maanden nog wel 90 vrijwilligers zullen vinden.

 

 

Bouw sporthal kan van start

Op dinsdag 29 januari heb ik namens de gemeente Huizen het contract mogen tekenen voor de nieuwbouw van de sporthal op de Wolfskamer en de verenigingsaccommodatie voor voetbalvereniging s.v. Huizen. Namens bouwbedrijf Vaessen ondertekende de directeur, de heer Tom Haagmans. Naast mij op de foto zit Liesbeth Schoppen, projectleider van de gemeente Huizen. Naast Tom Haagmans zit Hans de Bruijn, teamleider afdeling financiën.

  

Niet te zien op de foto, maar wel aanwezig, waren de andere leden van het projectteam (behalve Bram Veerman, die vanwege vakantie afwezig was), die dit mooie project helemaal hebben voorbereid. 

Het complete projectteam bestond uit: Bram Veerman (coördinatie bouwteam), Harry Loman (civiele ondersteuning, aanleg parkeerplaatsen),  Frans Elbers (aanleg velden en coördinatie van tal van uitvoerende zaken met de verenigingen), Hans de Bruijn (financiën), Theo Vijfhuize (namens het sportplatform) en Koos Drooger (namens SV Huizen).

Het projectteam werd tijdens de bijeenkomst door mij geprezen voor de bijzonder goede en enthousiaste wijze waarop tot nu toe is samengewerkt. Ieder lid van het projectteam heeft zijn eigen expertise maximaal ingezet in het projectteam. Dit is vooral de verdienste van Liesbeth Schoppen, die als projectleider voortdurend heeft gezorgd voor een goede communicatie tussen alle betrokkenen. Liesbeth werd met raad en daad terzijde gestaan door Piet de Koning, die als extern adviseur alle noodzakelijke specialistische kennis kon inbrengen.  

Ook de rol van Piet de Groot, directeur RO, verdient een groot compliment. In de politieke keuzes die gemaakt moesten worden rond de situering van de nieuwe sporthal op de plaats van de accommodatie van SV Huizen heeft hij een cruciale rol gespeeld tussen bestuur en ambtelijke organisatie en hij heeft vervolgens ook regelmatig de onderhandelingen met betrokken partijen vlot getrokken. Daarmee heeft hij de vaart in het proces weten te houden.

SV Huizen was vertegenwoordigd door Koos Drooger en Wim Boor, die de technische ondersteuning doet. Hoewel de periode tot aan de nieuwbouw van de leden van SV Huizen behoorlijk wat creativiteit zal vergen, is de stemming bij de vereniging over de nieuwbouw over het algemeen erg positief. Men ziet uit naar de realisatie van een mooie nieuwe accommodatie.  

Theo Vijfhuize was aangeschoven namens de sportverenigingen. De sporthal zal vooral gebruikt worden door de basketbalvereniging en de hockeyclub (hoofdgebruikers) en overdag door de Mulock Houwerschool, maar door de komst van de sporthal ontstaat ook heel veel ruimte voor verenigingen die nu in de knel zitten, zoals de volleybalvereniging (zij krijgen door het vertrek van de basketballers meer ruimte in de Huizermaat) en de korfbalvereniging (zij krijgen door de ruimte van de volleybalvereniging in de Huizermaat weer wat meer ruimte in de Meent). Al die verenigingen, inclusief de beide betrokken voetbalverenigingen en de skiclub Wolfskamer, hebben allemaal verschillende belangen bij de bouw van de sporthal. En hoewel natuurlijk nooit iedereen alles kan krijgen, heeft Theo vanuit het sportplatform al die belangen uitstekend gediend.

Naast directeur Tom Haagmans waren namens Vaassen ook de projectdirecteur John van Meel en de projectleider Ronald de Bruijn aanwezig. Tom Haagmans merkte op dat dit het derde project voor Vaassen wordt in Huizen, na de bouw van de sporthal de Meent en de renovatie van zwembad Sijsjesberg. Dit project vond hij extra leuk, omdat het bedrijf ook het ontwerp heeft mogen maken. Het bedrijf is nu helemaal klaar voor de start van de bouw.

Na de ondertekening werd een toast uitgebracht op de bouw van de sporthal en de verenigingsaccommodatie. Een feestelijk moment, met blije gezichten. Nu gaat het échte werk beginnen. De sporthal wordt gebouwd op de plek van de huidige kantine en kleedkamers van voetbalclub s.v. Huizen. De huidige accommodatie van SV Huizen wordt dus gesloopt, maar daarvoor zal natuurlijk wel een tijdelijke accommodatie in de plaats komen. In mei start de nieuwbouw. Het is de bedoeling dat de sporthal uiterlijk augustus 2014 wordt opgeleverd.

 

Huizen niet akkoord met financieel onderhandelingsresultaat VNG

In de afgelopen week hebben we als College van Huizen besloten om niet akkoord te gaan met het bereikte onderhandelaarsakkoord tussen VNG, IPO en de Unie van Waterschappen met een kabinetsdelegatie van de ministers Dijsselbloem, Plasterk en staatssecretaris Weekers. In het navolgende citeer ik uit de argumentatie hiervoor in het collegevoorstel. 

Voor gemeenten, provincies en waterschappen spelen momenteel drie financiële dossiers welke stuk voor stuk van grote invloed zijn op de (financiële) huishouding van genoemde medeoverheden. Het gaat hierbij om de wet houdbare overheidsfinanciën het schatkistbankieren  en het BTW compensatiefonds.

Tussen vertegenwoordigers van de rijksoverheid en de genoemde medeoverheden is nu een onderhandelaarsakkoord  bereikt. De VNG spreekt over een akkoord  over de financiën van de decentrale overheden in deze kabinetsperiode.  Belangrijke kanttekening hierbij is dat nu gaat om een pakketafspraak op de drie genoemde dossiers en b.v. niet om de effecten van de decentralisaties en de doorwerking van de rijksbezuinigingen naar de algemene uitkering.

Wet Houdbare Overheidsfinanciën

In Europees verband heeft de Nederlandse overheid afspraken gemaakt over de ontwikkeling (lees beperking) van het Emu-tekort en de schuld van de overheid. Een gevolg van deze afspraken is dat ook van de mede-overheden een bijdrage wordt verwacht in het terugdringen van het emu-tekort; deze bijdrage zou dan gelijkwaardig moeten zijn. Hier wringt dan gelijk de schoen omdat voor het rijk het kasstelsel wordt gehanteerd voor bepaling van de begrotingspositie en voor de gemeenten het stelsel van lasten en baten. Zo kan een gemeente zijn financiën keurig op orde hebben en toch worden aangesproken op een landelijk tekort. De oorzaak hiervoor ligt dan in gedane investeringen, volgens het kasstelsel zijn dit eenmalige uitgaven die een gemeente dan in de rode cijfers doen belanden  en volgens het stelsel van baten en lasten worden de lasten gespreid over de gebruiksduur van de gepleegde investering zonder dat een begroting hierdoor wordt ontwricht.

Voor Huizen ligt de zaak nog gecompliceerder omdat wij omvangrijke vrije (bestemmings) reserves  hebben klaarstaan voor de realisatie van reeds geoormerkte voorzieningen. Dat deze reserves zijn gevormd uit overschotten uit het verleden en dus feitelijk geen tekorten veroorzaken valt met de rekenmethoden welke binnen de  wet Hof worden gehanteerd helaas niet te beargumenteren. 

Het overleg heeft er niet toe geleid dat de kern van de wet HOF is gewijzigd. Wel zijn er enkele kleinere tegemoetkomingen gedaan; zo is er wat meer investeringsruimte voor de periode tot en met 2017 en zullen de sancties gedurende deze kabinetsperiode niet worden toegepast alhoewel de mogelijkheid daartoe wel in de wet blijft staan.

 Schatkistbankieren

 Het regeerakkoord verplicht gemeenten hun middelen onder te brengen bij het rijk; hiermee wordt het zogenaamde schatkistbankieren feitelijk afgedwongen. Volgens de huidige wet  Fido (financiering decentrale overheden ) kunnen de gemeenten zelf bepalen waar zij hun overtollige middelen stallen. Na de “ice-safe” affaire zijn aan deze beleggingen zodanig zware voorwaarden verbonden dat gesproken kan worden van veilige beleggingen. Dat er nu toch een maatregel komt waarbij de gemeentelijke autonomie op dit terrein wordt geschonden heeft dan ook minder te maken met risico’s wegnemen dan wel het op een makkelijke manier verkleinen van de rijksschuld door hier de gemeentelijke middelen rekenkundig op in mindering te brengen. Voor gemeenten is de uitkomst dat zij hun marktconforme rentevergoeding verliezen en genoegen moeten nemen met zeer bescheiden rijksvergoedingen. Het nadeel voor onze gemeente is eerder berekend op structureel € 1.500.000,- per jaar.

Resultaat van het overleg is dat de huidige wet intact blijft, met een tweetal toevoegingen. Allereerst zal het gemeenten mogelijk worden gemaakt aan andere overheden overtollige middelen uit te lenen; de betekenis hiervan is weliswaar positief doch qua betekenis beperkt in verhouding tot het becijferde nadeel van schatkistbankieren in zijn totaliteit. Verder wordt er een zogenaamde doelmatigheidsdrempel ingevoerd voor overtollige middelen welke dan niet onder het schatkistbankieren vallen; de omvang van deze drempel is  in wezen symbolisch van omvang  zodat we hier eigenlijk kunnen spreken van klein wisselgeld.

 BTW compensatiefonds 

 Het BTW compensatiefonds zoals wij dat nu kennen dateert van 2003. De invoering ervan is destijds niet zonder slag of stoot verlopen omdat het nut er van  niet door iedereen werd onderkend. Het  argumenten van toen behelsden vooral  dat er een betere afweging zou ontstaan tussen zelf doen en uitbesteden omdat de typische overheidsuitgaven niet onder de fiscale btw vielen. Het BCF kende overigens ook weer tal van uitzonderingen en de ondernemerstaken van de gemeente vielen dan weer wel onder de fiscale btw.  Sinds de invoering is eigenlijk steeds discussie blijven bestaan over het bestaansrecht van het fonds. Inmiddels is het BCF overigens wel goed ingeburgerd in die zin dat de bedrijfsvoering, de administratieve organisatie en de diverse constructies afgestemd zijn op de huidige regelgeving.

Dat het BCF nu in discussie komt heeft wellicht een heel andere reden en wel het begrotingstekort van de rijksoverheid. De afschaffing van het BCF zou gepaard gaan met een overheveling van de middelen van dat fonds naar het gemeente- en provinciefonds met een gelijktijdige korting van € 550 miljoen.

Nu het BCF niet wordt afgeschaft  blijft de korting op het gemeentefonds evenwel gehandhaafd en wordt ook de omvang van het BCF gemaximeerd. Dit alles doet toch vermoeden dat de beweegredenen op dit dossier vooral financieel van aard zijn. Voor Huizen betekent een en ander dat ook via deze route een korting op ons af komt van rond € 1 miljoen structureel.

 Conclusie:

 De kern van de oorspronkelijke voorstellen op de drie besproken dossiers is onverkort overeind gebleven, terwijl het eindresultaat niet onderhandelbaar is.

De bezwaren tegen de voorstellen zijn allereerst principieel; de gemeentelijke autonomie wordt fors aangetast op onderdelen als financieel beheer en investeringsvrijheid, ook als je de financiën wel op orde hebt. Daarnaast is er nu al sprake van forse budgettaire effecten, terwijl decentralisatie-effecten en kortingen op het gemeentefonds hier nog bij opgeteld moeten worden.

De onderhandelingen hebben zich beperkt tot slechts een deel van de problematiek en hadden b.v geen betrekking op efficiencykortingen bij decentralisaties binnen het sociale domein. Een integraal beeld van alle effecten ontbreekt en van een totaal akkoord is dus ook geen sprake.

Omdat verder de concessies welke verkregen zijn via de onderhandelingen als marginaal zijn aan te merken in verhouding tot wat de impact is van de maatregelen tot nu toe, heeft het college van Huizen besloten om niet in te stemmen met het onderhandelaarsakkoord. De resultaten van de onderhandelingen worden door de VNG momenteel in de vorm van een ledenraadpleging aan de gemeenten voorgelegd. Wij hebben de VNG inmiddels van ons standpunt op de hoogte gesteld.

Opvang van zwerfdieren

 

Op basis van berichten in de media hebben mij meerdere signalen bereikt van mensen die niet begrijpen waarom we de overeenkomst voor het opvangen van zwerfdieren met het dierenasiel Crailo niet gaan voortzetten. Veel mensen denken dat het over het asiel Crailo als geheel gaat, maar dat is dus niet aan de orde. 

Dierenasiel

Een dierenasiel is belangrijk, omdat mensen hier hun dieren kunnen brengen als zij de verzorging van hun huisdier niet meer aan kunnen of het dier om andere redenen willen afstaan. Door de concentratie van afstandsdieren op één plek, in een dierenasiel, is het voor andere mensen, die graag een huisdier willen aanschaffen, juist weer gemakkelijker om ervoor te kiezen om dit huisdier bij een asiel op te halen.

Het dierenasiel Crailo vervult hiermee dus een hele nuttige maatschappelijke functie voor onze regio. De keren dat ik op bezoek ben geweest in het dierenasiel Crailo heb ik dan ook steeds mijn waardering uitgesproken voor het feit dat zoveel vrijwilligers zich met zoveel liefde voor de dieren in het dierenasiel Crailo inzetten.

Als gemeente hebben wij geen wettelijke verplichting om een dierenasiel te hebben of in stand te houden, maar juist vanwege onze waardering voor de vrijwillige inzet in het dierenasiel betalen sommige gemeenten, waaronder ook de gemeente Huizen, toch jaarlijks een (waarderings)subsidie aan het dierenasiel Crailo en dat zal de komende tijd ook niet anders worden.

Opvang van zwerfdieren

Het gaat hier echter om een hele specifieke wettelijke taak van gemeenten, namelijk de opvang van zwerfdieren. Dat kunnen dieren zijn die zijn weggelopen en die later door een eigenaar worden opgehaald (in dat geval betaalt de eigenaar uiteraard ook de kosten van de tijdelijke opvang), maar vaak gaat het ook om dieren die geen eigenaar meer hebben. In onze regio worden de meeste honden gelukkig binnen drie dagen weer opgehaald en gaat het dus vooral om katten.

Als we als gemeenten een wettelijke taak uitvoeren, willen we ook dat de uitvoering van die taak tenminste voldoet aan alle wettelijke eisen. Omdat de huidige onderkomens van het dierenasiel Crailo voor de uitvoering van deze taak niet meer aan de wet- en regelgeving voldoen, is nieuwbouw noodzakelijk. Samen met de directie en het bestuur van het dierenasiel Crailo is gekeken wat de kosten van nieuwbouw voor gemeenten zouden betekenen. De kosten van de noodzakelijke nieuwbouw zijn door het Dierenasiel Crailo geraamd op een investering van 4,2 miljoen (in eerste instantie ruim 6 miljoen), grotendeels door deelnemende gemeenten op te brengen. De jaarlijkse kosten die per opgevangen zwerfdier betaald moeten worden, zijn daardoor dermate hoog, dat gemeenten aan het dierenasiel Crailo hebben aangegeven toch ook naar alternatieven te willen kijken. Wij hebben daarbij als gemeenten onze verantwoordelijkheid voor het dierenwelzijn steeds als uitgangspunt genomen. Daar mocht geen enkele concessie aan worden gedaan. Om die reden vonden en vinden wij de mening van de dierenbescherming over de door ons te kiezen uitvoeringsorganisatie van groot belang.

Daarnaast vinden wij het als gemeentebestuurders ook belangrijk dat we zorgvuldig omgaan met het door onze burgers te aan ons toevertrouwde belastinggeld en dat we dus bij de keuze van een organisatie die voor ons een wettelijke taak uitvoert ook een goede zakelijke vergelijking moeten maken van de kosten die daarmee gemoeid zijn. En dat is dus wat we het afgelopen half jaar, met medeweten van het dierenasiel Crailo hebben gedaan.

Dierenbeschermingscentrum Amersfoort

De keuze voor het dierenbeschermingscentrum Amersfoort, in combinatie met een regionaal  georganiseerde eerste opvang van zwerfdieren, is primair ingegeven door de hoge kwaliteit die door het dierenbeschermingscentrum Amersfoort kan worden geleverd. Dat heeft te maken met het feit dat daar een spiksplinternieuw gebouw is neergezet, maar ook met het feit dat de dierenbescherming in het beleid en in de dagelijkse aansturing heel nadrukkelijk een rol speelt.

Daarnaast is de keuze voor deze oplossing ingegeven door het feit dat het bedrag dat we als gemeenten per opgevangen zwerfdier betalen vele malen lager ligt dan het door het dierenasiel Crailo geoffreerde bedrag. Ook een lager bod van het dierenasiel Crailo, telefonisch en niet nader onderbouwd gedaan, hebben wij welwillend in overweging genomen, omdat we, gezien de jarenlange relatie, altijd primair hebben geprobeerd hier met het dierenasiel Crailo uit te komen. Echter ook bij dit bod lag het bedrag per dier vele malen hoger dan wat we voor dezelfde dienstverlening in Amersfoort betalen.

Schaalvoordelen

Dat de dienstverlening van het dierenasiel Crailo  duurder is, verwijten wij het dierenasiel Crailo uiteraard niet. Hun berekeningen zijn zorgvuldig tot stand gekomen en de noodzakelijke nieuwbouw van ruimtes die nodig zijn voor deze dienstverlening is kostbaar.

Niet alleen in onze regio speelt dit probleem. We zien dan ook dat niet alleen in Amersfoort, maar ook in andere delen van Nederland, een ontwikkeling van bovenregionale dierenbeschermingscentra plaatsvindt, waarmee de kosten van opvang van zwerfdieren door een groter aantal gemeenten kunnen worden gedragen en dus per dier ook omlaag kunnen. Deze ontwikkeling wordt overigens ook door de dierenbescherming ondersteund.

De zorg van het dierenasiel Crailo dat mensen hun dier niet meer ophalen als ze er verder voor moeten reizen delen wij niet. Uit onderzoek van de dierenbescherming is gebleken dat mensen beslist bereid zijn om hiervoor wat verder te reizen. Dat geldt overigens ook voor het ophalen van een dier uit een asiel.

Tenslotte

Ik ben ervan overtuigd dat we als gemeenten in de regio Gooi en Vechtstreek met de keuze voor het dierenbeschermingscentrum Amersfoort maximaal bijdragen aan het welzijn van zwerfdieren. Hoewel alle gemeenten wat meer moeten gaan betalen voor de hogere kwaliteit die -mede ook door de nieuwbouw in Amersfoort-  wordt geleverd, hebben wij uiteindelijk toch nog een scherp tarief kunnen afspreken voor de uitvoering van deze belangrijke taak.

In de relatie met het dierenasiel Crailo zijn we altijd open en transparant geweest over de budgettaire ruimte die we als gemeenten hadden. Ook waren de uitgangspunten m.b.t. dierenwelzijn altijd transparant. Bovendien hebben wij het dierenasiel Crailo ruimschoots de tijd en de gelegenheid gegeven om met alternatieve voorstellen te komen. Het is het dierenasiel Crailo helaas niet gelukt om daarin voldoende concurrerend te zijn.

Dit neemt niet weg dat het dierenasiel Crailo de eigen plannen voor nieuwbouw van het asiel gewoon kan voortzetten, zowel voor hun maatschappelijke (asiel)functie als voor de commerciële functies, zoals bijvoorbeeld het dierenpension, maar daarbij hoeven zij nu niet langer rekening te houden met nieuw te bouwen ruimtes voor de specifieke opvang van zwerfdieren.

Fatsoen en respect

Soms kost het me moeite om een onderwerp te bedenken voor mijn weblog, zeker als ik moet kiezen uit tal van thema’s die me in de week daarvoor hebben bezig gehouden. In de afgelopen week zijn er ook weer veel boeiende ontwikkelingen geweest, met name ook rond alle gesprekken die ik heb gevoerd over de ontwikkelingen in het sociale domein waar we als gemeente mee te maken krijgen.  Maar toch is er een gebeurtenis die me de hele week heeft bezig gehouden en die ik maar niet uit mijn hoofd kan krijgen. Het gaat over een uitzending van Pauw en Witteman van vorige week maandag. Pieter Heerma, ons CDA Tweede Kamerlid, was daar te gast en hij had een gloedvol betoog over zijn inspiratie voor de politiek. “Er is geen grotere politieke motivatie dan het prematuur afschrijven van jouw politieke ideologie”, aldus Heerma. En daarmee bedoelde hij de situatie van het CDA in de jaren ’90, toen we een paars kabinet hadden en het CDA passé leek, met de typische CDA focus op gezin, middeninkomens en waarden en normen. Weggehoond werden we. Maar hij bedoelde ook de situatie waarin het CDA zich momenteel bevindt, volgens velen in de marge van de politieke macht. Juist omdat anderen het CDA zo graag in die rol zien, ontstaat saamhorigheid en strijdbaarheid. En uiteindelijk zullen mensen ook zien dat die typische CDA thema’s nog altijd actueel zijn en dat ons land een middenpartij als het CDA hard nodig heeft. Dat hebben we in het verleden laten zien en dat zal ook in de toekomst zo zijn.

Kort daarna kwam cabaretier Theo Maassen aan het woord, over de kritiek op zijn show “met alle respect”. Hij vond het vooral leuk om blinde vlekken in onze eigen cultuur aan te pakken. En toen kwam een korte terugblik op een deel van zijn show, waarbij hij een kruisbeeld van Jezus in zijn armen hield en daarover grappen begon te maken, als ‘een typische hangjongere’ en ‘wat een lijf heeft die gozer’ en ‘je hebt geen idee wat er de afgelopen 2000 jaar gebeurd is he? Maar ik kan je wel even bijspijkeren’. En aan het slot, met een sneer naar moslims, nog de opmerking: ‘fijn dat wij een profeet hebben die we wel belachelijk mogen maken’.

Ik vond het misselijkmakend. Dat op een dergelijke manier de spot wordt gedreven met de persoon van Jezus Christus, die voor mij persoonlijk en voor vele andere christenen van zo grote betekenis is, deed haast fysiek pijn.

Kom op Pieter Heerma, dacht ik. Dit laat je toch niet zomaar gebeuren? Maar veel verder dan: “Ik vond het ook niet smaakvol” en “ik moest om dat specifieke stukje ook niet lachen” kwam hij niet.

Zijn we als CDA-ers al zover, dat we niet eens meer durven zeggen dat bepaalde uitingen respectloos zijn en kwetsend voor grote groepen mensen, zowel moslims als christenen als andere gelovigen, voor wie het geloof nog steeds ‘heilig’ is? Dat vrijheid van meningsuiting een groot goed is, maar dat we daarmee ook te ver kunnen gaan? 

Ik vind het stuitend dat er kennelijk vooral hard wordt geklapt als het maar grof is. Dat we met elkaar niet meer het fatsoen op kunnen brengen om met respect om te gaan met de levensovertuiging van anderen. En ik vind dat we als CDA fatsoen én respect op de agenda moeten blijven zetten, ook al levert ons dat op de korte termijn een plaats op in de marge van het politieke krachtenveld.

CDA fractie stelt vragen over bezuiniging huishoudelijke hulp

In de pers krijgt het niet veel aandacht, omdat de materie complex is. Maar toch is er wel iets aan de hand in Nederland en veel mensen die nu afhankelijk zijn van huishoudelijke hulp via de WMO maken zich terecht zorgen. Afgelopen week stelde de CDA fractie in onze gemeenteraad vragen over de gevolgen van de gigantische bezuinigingen op de huishuishoudelijke hulp (75%!) voor de inwoners van Huizen. Hieronder zal ik die vragen nog een keer herhalen en ook mijn antwoord daarop, namens het college.

  • Hoeveel mensen in Huizen krijgen momenteel huishoudelijke hulp via de WMO?

In Huizen worden momenteel 966 mensen ondersteund met hulp bij het huishouden. Hiervan ontvangen 94 mensen een pgb.

  •  Kan het college iets zeggen over de gemiddelde inkomens van deze mensen ?

 Ik kan daarover exacte cijfers geven, maar dat zal ik wel bij de mededelingen aan de commissie doen, anders wordt het hier wat lang. Kern van de vraag is natuurlijk, wat de bezuiniging op de Huishoudelijke Hulp betekent voor mensen met een laag inkomen, want volgens het kabinet blijft voor die groep 25% van het budget over. Daarover kan ik helder zijn. Meer dan 40% van de mensen die huishoudelijke hulp krijgen in Huizen hebben een inkomen op bijstands of AOW niveau. Het gaat dus niet lukken om deze mensen allemaal huishoudelijke hulp te blijven garanderen. Ik zie het zo, dat de huishoudelijke hulp wordt afgeschaft en dat we als gemeente nog een beperkt budget krijgen om in schrijnende situaties nog iets te doen. Die schrijnende situaties zie ik als er sprake is van verwaarlozing, dus als mensen doordat ze hun huis niet meer kunnen schoonhouden in een instelling moeten worden opgenomen. In die situaties kunnen we als gemeente nog iets doen. Maar dat betekent wel dat de plicht tot compensatie voor het wonen in een schoon huis moet komen te vervallen. Dat gaat namelijk niet, met het budget wat we daarvoor vanuit het Rijk nog krijgen.

  • Wat zijn de gevolgen van de bezuiniging van 75% op het budget voor huishoudelijke hulp per 1 januari 2015?

 De huishoudelijke hulp (HH) wordt met ingang van 2014 inkomensafhankelijk gemaakt voor nieuwe cliënten en vanaf 2015 ook voor bestaande cliënten. De korting bedraagt landelijk uiteindelijk € 1,2 miljard, dit is 75% van het huidige macrobudget. Op basis van ons huidige aandeel in het macrobudget betekent dit een korting voor Huizen van ca € 2.550.000. In 2012 bedraagt het budget HH voor de gemeente Huizen afgerond € 2.880.000 (incl. pgb). Als wordt uitgegaan van een daling van 75% (bij ongewijzigd beleid) betekent dit een lastenverlaging van € 2.160.000. Daarnaast zullen ook de inkomsten uit eigen bijdrage dalen met € 350.000 tot € 450.000. Per saldo wordt in dat geval verwacht dat de korting op de HH voor Huizen zal leiden tot een structureel nadeel van minimaal € 750.000 per jaar. Dit kunnen we alleen maar oplossen door het beleid aan te passen. 

  • Kan het College al iets zeggen over de gevolgen voor de inwoners van Huizen van de gecombineerde bezuiniging en decentralisatie?

Er zal niet alleen sprake zijn van een ingrijpende bezuiniging op de WMO, maar de begeleiding en de persoonlijke verzorging zullen vanuit de AWBZ naar de WMO worden gedecentraliseerd. Hierdoor krijgt de gemeente er een grote taak bij.Voor het regeerakkoord gingen de gemeenten uit van een bezuiniging van 5% op het budget voor begeleiding. Deze taakstelling is omgebogen naar een bezuiniging van 25% voor begeleiding en persoonlijke verzorging. Het kabinet is voornemens de dienstverlening te versoberen en meer te richten op waar ze het hardste nodig is. Hieruit maakt het college op dat de opdracht niet alleen te realiseren is met efficiency winst en gekanteld werken. Waarschijnlijk worden gemeenten gedwongen het voorzieningenpakket te versoberen. Dit betekent waarschijnlijk dat de gemeente Huizen nieuwe arrangementen voor zijn inwoners moet ontwikkelen om te komen tot de besparingen.

  •  Welke mogelijkheden ziet het college om binnen het sterk verlaagde budget toch passende ondersteuning te realiseren?

Door voorzetting van de vraaggestuurde werkwijze. Het accent zal hierbij liggen op “de ondersteuning bieden die mensen minimaal nodig hebben om volwaardig deel te nemen aan de maatschappij”. We moeten het denken in voorzieningen nu echt loslaten en denken in oplossingen voor mensen die het zonder ondersteuning niet redden.

  • Is het college, in navolging van de gemeente Den Haag, van mening dat ook de gemeente Huizen via een brief haar bezorgdheid over de voorgenomen maatregel aan het kabinet en de leden van de Tweede Kamer kenbaar zou moeten maken?

 Het college is voornemens om een brief te sturen aan het kabinet en de leden van de Tweede Kamer om haar zorgen uit te spreken van over de gecombineerde bezuinigingen op de HH en de decentralisatie. Maar om nu -zoals den Haag dit doet- alleen maar te zeggen dat het niet kan, vinden we niet constructief. Het College ziet in Huizen wel mogelijkheden om ook met een fors bijgesteld budget ondersteuning te bieden die minimaal nodig is om aan de samenleving mee te kunnen blijven doen. Maar daarvoor moeten in den Haag wel een aantal zaken helder geregeld worden. Het college zal dan ook vragen om helderheid ten aanzien van de opdracht die gemeenten binnen de compensatieplicht te vervullen hebben. Wij zijn van mening dat de huidige invulling van de compensatieplicht niet meer uit te voeren is nadat de fikse korting is doorgevoerd en dat er dus andere criteria vastgesteld moeten worden op basis waarvan de gemeente een compensatieplicht heeft (denk aan verwaarlozing als ondergrens). Ook zal het college om middelen vragen waardoor inwoners die in 2014 al geconfronteerd worden met de veranderingen te kunnen spreken en middels een vraaggestuurd gesprek samen met hen tot oplossingen te komen. Hiermee kan worden voorkomen dat mensen al voor de decentralisatie in 2015 overbelast raken en kunnen mogelijke extra kosten als de taken overkomen door een verslechterde situatie bij inwoners worden opgevangen.

Omdat bovenstaande ook echt politieke keuzes vraagt, komt de brief die we als College willen sturen aan de orde in de commissie OMD van januari.

Met CDA vrouwen in gesprek over de ‘C’ van het CDA

Aanstaande dinsdag is er bij mij thuis weer de tweejaarlijkse ‘haardvuurbijeenkomst’. In huiselijke kring gaan we dan als Huizer CDA vrouwen in gesprek over een actueel politiek thema. Dit keer gaat het over de ‘C’ van het CDA. Na een diapresentatie over mijn reis door Sulawesi, waar religie in de maatschappij nog heel zichtbaar aanwezig is, discussiëren we over christelijk geïnspireerde politiek in Nederland. We doen dit aan de hand van de meest recente uitgave van het blad ‘Christen Democratische Verkenningen’ (hierna: CDV), met als thema ‘Het christelijke in de Nederlandse politiek (herfst 2012). In het navolgende geef ik een korte impressie van een artikel van de hand van de redactie van deze uitgave (Erik Borgman, Pieter Jan Dijkman en Paul van Geest) dat ook als input voor ons gesprek zal dienen.  

Secularisatie wordt vaak als verklaring gebruikt voor de neergang van christelijke politiek. Maar dat is volgens het CDV (pag. 27 ev.) te gemakkelijk, omdat de schuld van de neergang van de christelijke politiek dan te snel buiten de christelijke politiek zelf wordt gelegd en wordt losgemaakt van de mensen die hierin werken. Geloof is namelijk niet uit de samenleving verdwenen. Ze heeft alleen, zoals dit in alle eeuwen steeds opnieuw is gebeurd, andere verschijningsvormen gekregen. Minder institutioneel en traditioneel. Meer individueel en dynamisch. Nederlanders zijn niet ‘van God los’. Ze blijven zoeken naar wat voor hen heilig is.

Hans Wiegel schreef onlangs in het NRC Handelsblad dat de meeste kiezers het geloof niet meer laten meespelen in de partijkeuze. Het is de vraag of dit klopt. In 2006 haalde het CDA nog 41 zetels en die waren voor het grootste deel te danken aan het feit dat iets minder dan de helft van alle kerkleden op het CDA stemde. Ongeveer 12% van de onkerkelijken stemden toen ook CDA. In 2010 stemde nog een kwart van alle kerkleden CDA en nog 5% van de onkerkelijken stemden CDA. In 2012 werden het 13 zetels (CDV, p. 29). Politicologen als Te Grotenhuis, Van der Meer en Elsinga tonen overtuigend aan dat veel mensen die gelovig zijn best vanuit hun geloofsovertuiging willen stemmen, maar dan moet wel duidelijk zijn dat de politici aansluiten bij datgene wat zij vanuit hun geloof belangrijk vinden.

Het misverstand rond de christelijke politiek is vaak dat christenpolitici worden geacht het christelijke in de samenleving in te brengen om een goddeloze samenleving van de ondergang te redden. Dat is een onjuiste voorstelling van zaken. In de christelijke politiek wordt immers niet verondersteld dat de samenleving van God los is. Christelijke politiek gaat juist over het inspelen op het goede dat al aanwezig is en is geworteld in het besef dat mensen in hun handelen mede de schepping gestalte geven (CDV p. 32). Het CDA is geen exclusieve club van christenen, of een confessioneel CDA. Het is een partij die leeft naar de christelijke waarden, waarin rechten en vrijheden van alle burgers gerespecteerd en eerbiedigd worden. In de christelijke traditie wordt al ruim 2000 jaar een vorm van samenleven geoefend, die te herleiden is aan de betekenis die Paulus en Augustinus aan het woord agapè hebben gegeven. Deze christelijke liefde gaf het christendom een ongekende en universele kracht. (…) Mensen zijn geen geïsoleerde individuen. Zij hebben het recht en de plicht zich te ontplooien en zo een samenleving te vormen die niet uit elkaar valt.

In de ‘C’ is de oorspronkelijke bron verwoord die herleid kan worden tot de persoon en de werkzaamheid van Jezus Christus. En juist omdat de scheiding niet getrokken kan worden tussen wat zich in het privédomein afspeelt en het handelen in het publieke domein, houdt de ‘C’ van het CDA verband met drijfveren van mensen.

Het CDA moet niet in de valkuil trappen van de ‘getuigenispolitiek’ (dit is Gods gebod en daarom moet zo worden gehandeld), maar ook niet in die van het nietszeggende cultuurchristendom, waarin het christendom geen enkele kritische rol meer vervult. Christendemocratische politiek zou zich erop moeten toeleggen de argumenten, visies en perspectieven te expliciteren van maatschappelijke praktijken en politieke voorstellen, waarvan op goede gronden kan worden beweerd dat ze in de lijn liggen van de christelijke traditie en die op goede gronden christelijk kunnen worden genoemd (CDV p. 34).

Drie richtlijnen zijn volgens CDV (p. 35-36) voor het CDA van belang:

In de eerste plaats moet christelijke politiek bescheiden zijn. Getuigenis is een taak voor de kerk, niet voor de politiek. De overheid moet vooral bezig zijn met het bewaken van rust en vrede in het land, zodat mensen zich kunnen ontplooien op een manier die zij zelf als ‘goed’ kunnen ervaren.

In de tweede plaats zou christelijke politiek opgevat kunnen worden als een ‘levensvorm’ of heilzame sociale praktijk. De nadruk ligt dan met name op het christelijk mensbeeld -dat wij elkaar gegeven zijn om verantwoordelijkheid voor elkaar te dragen- en het uitoefenen van heel diepe christelijke deugden, zoals luisteren, vertrouwen en vergeven.

In de derde plaats zou het CDA nog nadrukkelijker dan nu positie kunnen kiezen voor thema’s die religieuze minderheidsgroeperingen nauw aan het hart liggen. Feitelijk is er een overgrote politieke meerderheid die God snel uit het publieke domein wil verwijderen. Godsdienstvrijheid wordt door haar ondergeschikt gemaakt aan andere grondrechten (denk maar aan de discussie over ritueel slachten, vrijheid van onderwijs etc.). De christendemocratie is altijd opgekomen voor publieke waarden. De toekomst van het CDA zal mede afhangen van de vraag of het CDA erin slaagt om een overtuigende waardenagenda te voeren, die soms lijnrecht ingaat tegen de heersende cultuur. In de hele westerse cultuur is een toenemende nadruk op wetenschap, technocratie en schaalvergroting. Dat betekent dat vragen naar oorsprong, doel en waardigheid en welzijn van mensen alleen nog maar belangrijker worden.  

Er is reden om moed te hebben. De christelijke traditie is een traditie van hoop. De inspiratie van de christelijke idealen geeft moed. Wie moed heeft moppert niet. Die gaat gewoon aan het werk. (CDV p. 9) 

Wilt u dinsdag met de CDA vrouwen meepraten over dit onderwerp? Neem dan even contact met mij op.

 

 

 

 

Huizer museum opent ‘Kopzorg’

Vandaag was ik te gast in het Huizer museum. Daar werd de tentoonstelling ‘kopzorg’ geopend.

Veel mensen hebben momenteel kopzorgen, door de gevolgen van de economische crisis, aldus voorzitter Kees Teeuwissen, maar daar gaat deze tentoonstelling niet over. Het gaat over de verschillende manieren waarop vrouwen in ons land al eeuwen lang hun hoofd hebben bedekt. Dat begon met een hoofddoek. Daarna kwam een eenvoudige muts. En daarna, onder invloed van de Franse mode, de grote variatie in mutsen en kappen. Teeuwissen pleitte voor respect voor alle vrouwen die (nog steeds) zorgvuldig en veelkleurig hun hoofdbedekking kiezen, zoals momenteel in ons land ook veel moslima dit doen. Het is nog niet eens zo lang geleden dat in Nederland door bijna alle vrouwen én mannen mutsen cq. hoeden of petten werden gedragen.

 

Op dit moment zijn hoeden en mutsen uit het straatbeeld verdwenen, al zou je dat niet zeggen als je de beelden van Prinsjesdag ziet. Ook bijna alle aanwezigen bij de opening van deze tentoonstelling hadden een feestelijke hoed opgezet. Die mutsen van vroeger, zo liet directeur Elganan Jelsma weten, gaf veel vrouwen eeuwenlang ook letterlijk kopzorgen. Want ook al was er vaak weinig geld, men wilde er toch netjes uit zien. De mutsen moesten mooi geborduurd zijn, schoon zijn en netjes gestreken worden. Er waren dan ook tal van mutsenmakers en strijksters die daarvan hun beroep hadden gemaakt.

 

De tentoonstelling laat diverse soorten hoofdbedekking zien, vanuit het hele land. Van heel oud tot nog maar enkele decennia geleden gedragen, van doopmutsjes (zie de foto hieronder) tot hoofdbedekking voor trouwen en rouwen. Het is een ongelofelijk mooie collectie, die met heel veel zorg bij elkaar gebracht is en prachtig uitgestald is. 

Natuurlijk zijn ook de diverse Huizer mutsen te bewonderen, van cornetmuts tot isabee, van meisjeshoedjes tot werkmutsen, van oorijzers tot mutsenbellen. Mevrouw Adrie Kruijmer kon daar op haar manier heel beeldend over vertellen, waarbij zij soms in haar enthousiasme in het Huizer dialect overging. Intussen waren er de ‘modellen’ van de Huizer klederdrachtgroep die het verhaal van mevrouw Kruijmer letterlijk van levende voorbeelden voorzag.

 

Tot 26 januari is de tentoonstelling te zien en het is echt een aanrader! Zie ook: www.huizermuseum.nl